Beste broeders en zusters!
De catechese van vandaag is als de ingangspoort voor een serie overwegingen over het gezinsleven, het dagelijkse leven van u allemaal, met zijn omstandigheden en gebeurtenissen. Op die ingangspoort staan drie korte uitdrukkingen geschreven, die ik al verschillende malen heb genoemd. En dat zijn: “Alsjeblieft?”, “Dank je wel” en “Het spijt me”.
Een grote kracht
Inderdaad, deze woorden openen de weg naar een goed gezinsleven, een vredig gezinsleven. Het zijn eenvoudige woorden, maar niet zo eenvoudig om in de praktijk toe te passen! Zij bevatten een grote kracht: de kracht om het huisgezin te beschermen, ook in tegenspoed en grote moeilijkheden en beproevingen; daarentegen leidt het gemis aan deze woorden langzaam maar zeker tot scheuren, die het gezin in elkaar kunnen doen storten.
‘Halfweg de heiligheid’
Wij gebruiken deze woorden gewoonlijk als blijk van onze ‘goede opvoeding’. Dat is waar, iemand die goed is opgevoed, vraagt om toestemming, zegt dank je wel en verontschuldigt zich als hij een fout maakt. Natuurlijk, een goede opvoeding is heel erg belangrijk. Een grote bisschop, Sint-Franciscus van Sales, had de gewoonte te zeggen: “Met een goede opvoeding ben je al halfweg de heiligheid.”
Formalisme
Maar, opgelet, in de geschiedenis hebben we ook een formalisme van goede manieren gekend, dat een masker kan worden, waaronder een strikte geest verborgen gaat en gebrek aan interesse voor de ander. Men was gewoon te zeggen: “Achter zoveel goede manieren gaan vele slechte gewoontes schuil.”
Finesse van de naastenliefde
Ook de Kerk is niet gevrijwaard van dit risico, waardoor strenge observantie wegglijdt in geestelijke mondainiteit. De duivel die Jezus op de proef stelt, praalt met goede manieren en citeert de Heilige Schrift, hij lijkt wel een theoloog! Zijn stijl lijkt correct, maar naar de intentie buigt hij af van de waarheid van Gods liefde. Laten wij daarentegen de goede opvoeding in haar ware betekenis aanwenden, zodat de sfeer van goede betrekkingen stevig geworteld is in de liefde voor het goede en het respect voor de ander. Het gezin leeft van die finesse van de naastenliefde.
‘Alsjeblieft?’
De eerste uitdrukking is “Alsjeblieft?”. Als wij ervoor zorgen vriendelijk iets te vragen, ook als het gaat om iets waarvan wij wellicht denken dat wij het kunnen vragen, dan maken we ons huis tot een plaats waar de geest van het goede samenleven tussen echtgenoten en in het gezin gedijt. In het leven van een ander binnentreden, ook als die deel uitmaakt van ons eigen leven, vraagt om een delicate, niet opdringerige houding, die het vertrouwen en het respect vernieuwt. Kortom, het vertrouwen betekent niet dat alles maar vanzelfsprekend moet worden gevonden.
De vrijheid van de ander
En hoe intiemer en dieper de liefde is, des te meer respect moet er zijn voor de vrijheid van de ander, en bereidheid om te wachten totdat de ander zijn hart opent. Hierbij moeten we denken aan de woorden van Jezus in het Boek van de Openbaring: “Ik sta voor de deur en ik klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij” (3,20). Zelfs de Heer vraagt toestemming om te mogen binnenkomen! Dat moeten we niet vergeten. Voordat we iets doen in het gezin: “Alsjeblieft, kan ik dit doen? Vind je het goed, dat ik dit doe?” Wat een wel opgevoede taal, vol liefde. Het doet het gezin ook heel veel goed.
‘Dank je wel’
De tweede uitdrukking is ‘Dank je wel’. Natuurlijk, vaak gebeurt het dat we denken dat onze beschaving er een wordt van slechte daden en slechte woorden, alsof dat een teken van emancipatie zou zijn. We horen ze zo vaak ook in het openbaar. Vriendelijkheid en de bereidheid tot dankbaarheid worden gezien als een teken van zwakte, soms roepen ze zelfs wantrouwen op.
Dankbaarheid en erkentelijkheid
Deze tendens staat rechtstreeks in contrast met de essentie zelf van het gezin. Wij moeten onverbiddelijk zijn als het gaat om de opvoeding tot dankbaarheid en erkentelijkheid: de waardigheid van de persoon en de sociale rechtvaardigheid komen beide daar uit voort. Als het gezinsleven deze levensstijl veronachtzaamt, zal die ook in het sociale leven verdwijnen. Voor een gelovige, nu, staat de dankbaarheid in het centrum van zijn geloof: een christen die geen dank je wel kan zeggen, is de taal van God verleerd. Luister goed: een christen die geen dank je wel kan zeggen, is de taal van God verleerd. Laten we denken aan het gebod van Jezus, toen Hij tien melaatsen genas, en er maar één terugkeerde om Hem te bedanken (vgl. Lc. 17,18).
Adeldom van de ziel
Ik heb een oudere, zeer wijze, goede, eenvoudige persoon, met de wijsheid van het medeleven en het leven, ooit horen zeggen: “Dankbaarheid is een plant die alleen maar groeit in de aarde van nobele zielen.” De adeldom van de ziel, die genade van God in de ziel, die brengt ons ertoe dank je wel te zeggen, die stimuleert ons tot dankbaarheid. Dat is de bloem van een nobele ziel. Dat is zo iets moois!
‘Het spijt me’
De derde uitdrukking is “Het spijt me”. Dat zijn moeilijke woorden, zeker, maar zo noodzakelijk. Als die ontbreken, worden kleine scheuren groter – ook onbedoeld – totdat het grote afgronden zijn geworden. Niet voor niets staat in het gebed dat Jezus ons geleerd heeft, het Onzevader, waarin wij alles vragen wat wezenlijk is voor ons leven, deze regel: “Vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven” (Mt. 6,12).
Waardig vergiffenis te ontvangen
De erkenning dat wij fout geweest zijn, en het verlangen om te herstellen, waarin wij te kort zijn geschoten – respect, oprechtheid, liefde – maken ons waardig vergiffenis te ontvangen. En zo sluit de wond zich weer. Als wij niet in staat zijn om onze spijt te betuigen, wil dat zeggen dat we ook niet in staat zijn te vergeven. In een huisgezin waar geen excuses worden gevraagd, ontstaat zuurstofgebrek, en komt alles stil te staan. Zoveel pijnlijke emoties, zoveel scheuren in het gezin beginnen met het verdwijnen van deze kostbare woorden: “Het spijt me.”
Vrede sluiten
In het huwelijksleven wordt gestreden, soms vliegt zelfs “het huisraad in het rond”, maar ik geef jullie één raad: eindig de dag nooit zonder vrede te hebben gesloten! Luister goed: hebben jullie met je vrouw of je man ruzie gemaakt? Met je kinderen of met je ouders? Hebben jullie heel erg ruzie gemaakt? Dat is niet goed, maar dat is niet het echte probleem. Het probleem is dat dit gevoel er de volgende dag nog is. Daarom, als jullie ruzie hebben gemaakt, eindig nooit de dag zonder het weer te hebben goed gemaakt.
Een klein gebaar
En hoe moet ik het dan weer goed maken? Moet ik op mijn knieën vallen? Nee! Een klein gebaar is voldoende, iets kleins en de sfeer in het gezin is weer gered. Een aai alleen is al voldoende! Zonder woorden. Maar de dag in het gezin mag nooit worden beëindigd zonder dat de vrede is hersteld! Hebben jullie dat begrepen? Het is niet gemakkelijk, maar het moet wel gebeuren. En als we het doen zal het leven er mooier op worden.
De juiste plaats
Deze drie sleuteluitdrukkingen voor het gezin zijn eenvoudig, en misschien, als je ze voor het eerst hoort, moet je er om glimlachen. Maar als we ze vergeten, valt er niets meer te lachen, toch? In onze opvoeding wordt er te weinig aandacht aan besteed. De Heer helpt ons om ze weer de juiste plaats te laten innemen, in ons hart, in ons huisgezin en in onze samenleving.
Allemaal samen
En nu wil ik jullie vragen om allemaal samen die drie uitdrukkingen nog eens na te zeggen: “Alsjeblieft?”, “Dank je wel”, “Het spijt me”. Allemaal samen: (plein) “Alsjeblieft”, “Dank je wel”, “Het spijt me”. Dit zijn de woorden om echt in de liefde van het gezin binnen te treden, hiermee houdt het gezin stand. Dus laten we nog eenmaal de raad herhalen die ik jullie heb gegeven: nooit de dag beëindigen zonder vrede te hebben gesloten. Nu allemaal: (plein): nooit de dag beëindigen zonder vrede te hebben gesloten. Dank jullie wel.