Ooit begonnen met drieduizend mensen, die zich op het eerste ‘feest van de Geest’ lieten dopen, is het christendom anno 2015 met circa 2,1 miljard gelovigen de grootste wereldreligie.
Kenmerkend voor de jonge Kerk was het vuur waarmee de apostelen onversneden het Evangelie verkondigden en de radicaliteit waarmee de eerste christenen een gemeenschap opbouwden. De opvolgers van de apostelen en de christenen van nu kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Typerend is ook dat er vanaf het jongste begin strijd in de Kerk is geweest. Strijd tegen dwalingen over de liefdevolle waarheid zoals God die in Jezus heeft geopenbaard.
Paulus constateerde in de jonge christengemeenschap (van Galatië) verwarring onder de gelovigen en waarschuwt voor de “binnengedrongen valse broeders”, die een ander evangelie verkondigen dan de gelovigen ontvangen hebben. Zonder blikken of blozen schrijft Paulus, ingegeven door de heilige Geest, “hij zij vervloekt” over deze “lieden die u verontrusten en het Evangelie van Christus willen perverteren (vervalsen)”. Petrus waarschuwt in zijn tweede brief dat “er onder u valse leraars komen, die heimelijk verderfelijke ketterijen invoeren”.
Een bekend voorbeeld van een binnenkerkelijke strijd tegen een hardnekkige dwaling is het Eerste Concilie van Nicea in 325. Daar werden harde noten gekraakt over de goddelijkheid van Jezus. Er was onrust ontstaan door de verspreiding van de leer van Arius, een Alexandrijnse priester, die beweerde dat Christus niet gelijk was aan God, maar gemaakt zou zijn door de Vader. Er waren zowel bisschoppen die zijn leer veroordeelden als bisschoppen die hem steunden.
Hoewel het arianisme werd veroordeeld en er een credo werd aangenomen dat Christus ook waarlijk God is, duurde het nog tot het begin van de zevende eeuw voordat deze dwaling echt verdween.
Hardnekkige dwalingen waartegen de huidige Kerk moet vechten, zijn de misvattingen over het christelijk huwelijk en het gezin. Hoewel Jezus in het Evangelie, de grote liefdesverklaring van God aan de mens, hierover duidelijk is, roepen zijn woorden nog steeds weerstand op, ook bij kardinalen en bisschoppen die met moderne opvattingen “het evangelie van Christus willen perverteren”.
Het is verwarrend wanneer opvolgers van de apostelen lijnrecht tegenover de liefdevolle leer van God staan. Als God liefde is, hoe kunnen zijn woorden dan wettisch of farizeïsch zijn? Een verwijt dat bisschoppen en kardinalen krijgen die het voor het christelijk huwelijk en gezin opnemen. Door de eeuwen heen hebben pausen, in met name encyclieken, duidelijkheid gegeven over het christelijk huwelijk en gezin.
Het door God gegeven heilige huwelijk, de plek waar de Heilige Geest letterlijk zijn gang kan gaan als “die Heer is en het leven geeft”, zoals we in het credo bidden, dient door de opvolgers van de apostelen beschermd en geëerbiedigd te worden, zelfs wanneer dat tot een hevige en langdurige strijd kan leiden. Laten we vurig bidden om de hulp en (bege)leiding van de Heilige Geest dat het niet zover mag komen.