Dit doet zich gewoonlijk maar op drie momenten van het jaar voor. Nadat de paus de houder met de ampul had gegrepen en gekust, werd het geronnen bloed van de rond 305 gedode martelaar weer vloeibaar. Nadat kardinaal Crescenzio Sepe dit had meegedeeld, reageerden de geestelijken en religieuzen in de basiliek met luid applaus.
Lachend zei paus Franciscus: “De aartsbisschop zei mij dat het bloed maar half vloeibaar was geworden. U ziet: de heilige mag ons maar voor de helft. We moeten ons nog iets meer bekeren zodat hij ons helemaal mag.”
Het verschijnsel doet zich anders alleen maar op drie vaste dagen van het jaar voor: op het feest van de heilige op 19 september, op de dag voor de eerste zondag in mei en op 16 december, de herinneringsdag van de waarschuwing voor de uitbarsting van de Vesuvius in 1631.
KN-correspondente Marta Petrosillo was erbij. Zij doet in het komende Katholiek Nieuwsblad uitgebreid verslag van het bezoek van paus Franciscus aan Napels.