Ik was begin september voor Vastenaktie naar Oeganda om een project te bezoeken dat door ons wordt ondersteund. Medewerkers van caritasorganisatie Socadido – onderdeel van het bisdom Soroti in het noordoosten van het land – zetten zich hier dagelijks in om de mensen in dit achtergestelde gebied te helpen zich te ontwikkelen. Dat blijkt broodnodig. Letterlijk: in gebieden waar Socadido nog niet werkt, leven sommige mensen in het droge seizoen van boomblaadjes.
Via Socadido krijgen mensen hulp bij het opzetten van kleine handeltjes, leren ze over verkoop, over ‘afzetmarkten’, maar leren ze ook de basisbeginselen van landbouw en veeteelt. En ze worden op weg geholpen met een zak zaad en een span ossen. Het werkt: daar waar Socadido de afgelopen jaren heeft gewerkt, hebben de mensen inmiddels twee à drie maaltijden per dag voor hun gezin. Voorheen was dat hooguit één maaltijd.
Jaarlijks steunen wij via de Vastenaktie en de Adventsactie meer dan honderd van dit soort projecten. Hadden we de financiële mogelijkheden, dan zouden we een veelvoud daarvan steunen. Want onze steun blijkt hard nodig!
Minister Ploumen draait de geldkraan voor ontwikkelingssamenwerking dicht. Ze ziet namelijk een belangrijke rol voor het bedrijfsleven in de “veranderde wereld, in de veranderde internationale verhoudingen”. Bedrijven kunnen helpen bij de overgang naar duurzame en inclusieve groei, aldus de minister in de Peerke Donders-lezing die ze bijna twee jaar geleden hield: “Handel zorgt voor ontwikkeling van landen en regio’s. Elke economie moet het hebben van zijn ondernemers…”
Het klinkt prachtig. En het is natuurlijk óók waar. Veel (Nederlandse) bedrijven die in ontwikkelingslanden werken, zorgen goed voor hun lokale medewerkers. Uit naastenliefde? Vast ook, maar belangrijke overwegingen zijn van economische aard: een gezonde, geletterde medewerker is effectiever en op langere termijn goedkoper. Bedrijven hebben immers één doel dat voor alles gaat: winst maken. En dus zullen ze zich niet snel vestigen in het noordoosten van Oeganda, waar niets is te vinden. En dus zullen bij het afspreken van arbeidsvoorwaarden hun eigen belangen hoog op de agenda staan.
Handel helpt, natuurlijk, en een gelijkwaardige handelsrelatie is uiteindelijk te prefereren boven een afhankelijkheidsrelatie, maar, zoals Cordaid-directeur Simone Filippini op 7 augustus in de Volkskrant schreef: “handel en het bedrijfsleven kunnen het armoedegat niet dichten. Staten in conflict hebben geen baat bij het ‘hulp en handel’-credo. Daar staan eigenlijk alleen lokale organisaties de bevolking bij.” Wij willen daarbij voegen: Ook landen en gebieden waar weinig winst te behalen valt, hebben geen baat bij ‘hulp en handel’.
Veel van de lokale organisaties waar mevrouw Filippini op doelt, zijn kerkelijke instellingen, zoals eerdergenoemde caritasorganisatie Socadido. Zij kijken allereerst naar mensen, naar lokale nood. En juist deze organisaties worden gesteund door Vastenaktie. Zij geven immers handen en voeten aan de naastenliefde die Christus ons geleerd heeft.
De Stichting Bisschoppelijke Vastenaktie baseert haar werk op de sociale leer van de katholieke Kerk. Omdat we geloven in de intrinsieke waardigheid van ieder mens, is solidariteit met mensen in nood een wezenskenmerk van kerkzijn.
Een verborgen agenda? Hebben we niet. Als we een project steunen, dan doen we dat omdat we ervan overtuigd zijn dat het geld goed besteed is, maar vooral omdat het project wordt gedragen door de lokale gemeenschap en hún wensen en behoeften als uitgangspunt heeft. Onze projecten komen bovendien ten goede aan alle mensen, ongeacht geloof, sekse of sociale achtergrond.
Ontwikkeling van een gemeenschap gebeurt niet alleen van bovenaf, via internationale handel. Wij geloven dat duurzame ontwikkeling vooral aan de basis plaatsvindt, bij mensen van vlees en bloed, mensen die een goed leven willen leiden in hun eigen gemeenschap, met hun eigen familie. Het is een schande dat een rijk, ontwikkeld land als Nederland daarvoor de ogen sluit en juist kwetsbare groepen – mensen die moeilijk aansluiting zullen vinden bij de ontwikkelingen die de minister voor ogen staan – in de kou laat staan.
Wij zijn bij de Stichting Bisschoppelijke Vastenaktie gelukkig niet afhankelijk van overheidssubsidie. Dankzij onze donateurs kunnen wij de komende jaren naastenliefde handen en voeten blijven geven. Dagelijks horen we dat onze hulp een wezenlijke verbetering bewerkstelligt in het leven van mensen. En nee, dat is niet altijd te vertalen in harde cijfers, maar dat is wel degelijk winst!
Peter van Hoof is directeur van de Stichting Bisschoppelijke Vastenaktie.