Dat zegt hij in een interview met De Kovel, monastiek tijdschrift voor Vlaanderen en Nederland, dat in juni verscheen.
In antwoord op de vraag waar het volgens hem met de rooms-katholieke Kerk naartoe gaat, antwoordt Finkers: “De bisschoppen – niet de paus, gelukkig maar – sturen de kerk een sektarische richting op. Liever een kleine club van rechtvaardigen die het goed doet, en de rest mag verdwijnen. Dát willen ze, in plaats van een grote brede club met veel zondaars. Zoiets vind ik niet goed. De paus zei dat de communie niet een beloning is voor goed gedrag maar een bemoediging voor zondaars. Die kant moeten we op.”
Volgens de interviewer “vindt dat idee weinig gehoor, want de komende jaren moeten veel parochies de deuren sluiten”. In het aartsbisdom, waar de in Twente woonachtige Finkers onder valt, blijven “nog maar twintig kerken over”, stelt de interviewer.
Volgens Finkers is dat te voorkomen door een systeem in te voeren “zoals dat van de ‘buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand’”.
Finkers: “Uitgangspunt is: waar geen priester is en waar mensen het zelf willen doen, moet de kerk worden gesloten. Dan denk ik: waar ben je mee bezig? Ik zing in een gregoriaanse schola en we willen graag elke week een Latijnse A-mis zingen. We hebben zangers genoeg en er komen wel zo’n twee- tot driehonderd mensen op af. Dat is niet niks. Maar meestal kan het niet doorgaan omdat er geen priester is, en als er wel een is, kan die meestal de Latijnse mis niet meer zingen. Het wordt op de seminaries niet meer geleerd. En ik bedoel niet de Tridentijnse mis, nee, gewoon de Latijnse mis volgens het misformulier van Vaticanum II. Waarom voeren we niet een systeem in, zoals dat van de ‘buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand’? Geef iemand een opleiding voor priester, terwijl die geen priester is, en geef die telkens voor één keer de bevoegdheid een mis op te dragen.”
In het interview dat over de relatie tussen religie, kunst en humor gaat, stelt Finkers ook dat The Passion (het tv-muziekspektakel van EO en omroep RKK) godslasterlijker is dan de film The life of Brian (komedie van de Britse groep Monty Python).
Op de vraag of grappen godslasterlijk kunnen worden, antwoordt Finkers: “Wat is nu godslasterlijker: The life of Brian (de komedie van de Britse groep Monty Python over iemand die het leven van Jezus meemaakte – red.) of The Passion (het televisiespektakel van de Evangelische Omroep met zangers en andere artiesten die op Goede Vrijdag het paasverhaal naspelen en -zingen – red.)? Praat je over de relatie kunst-humor-religie, dan moet je The life of Brian bekijken. Je kunt die film zelfs draaien in godsdienstlessen, want hij gaat over thema’s zoals het ontstaan van sektarische groepen en het verbod op het uitspreken van bepaalde woorden. Als ik daarentegen in The Passion de Christusfiguur in de Hof van Olijven hoor zingen: ‘Ik kan er niet mee omgaan’, dan moet ik even slikken. Want dat vind ik nu juist heel spottend.”
Lees hier het complete interview met Herman Finkers in De Kovel.