De aartsbisschop van Cuttack Bhubaneswar, mgr. John Barwa, zal het proces van de ‘martelaren van Kandhamal’ leiden.
“Het openen van de zaak”, zei mgr. Barwa, “is een zaak van trots voor de verwanten van de slachtoffers en voor de hele Kerk. Onze mannen, vrouwen en kinderen, die martelaren werden omwille van hun geloof, zijn niet vergeten. Zelfs als zij op een verschrikkelijke manier werden vermoord, heeft hun dood een nieuw leven en een nieuw geloof gebracht. Dit maakt verwanten van de slachtoffers trots.”
Hindoeradicalen doodden in augustus 2008 ongeveer honderd christenen, die zij beschuldigden van de moord op een hindoe-nationalistische leider. Maoïstische guerrilla’s eisten herhaaldelijk de verantwoordelijkheid voor de moord op. Toch ontketenden de hindoeradicalen in het district Kandhamal in de deelstaat Orissa de meest gewelddadige vervolging van de christelijke minderheid uit de Indiase geschiedenis.
Christenen werden vermoord na geweigerd te hebben hindoes te worden. 56.000 mensen verlieten hun huizen en zochten hun toevlucht in een bos, waar zij onder honger en armoede leden. De radicalen verwoestten rond 6500 huizen en 395 kerken. Tot op heden zijn bijna tienduizend mensen nog niet naar hun huizen teruggekeerd.
De overlevenden van 2008 vertelden verhalen van bruut geweld, waaronder martelingen en gedwongen bekeringen. De voorzitter van de Indiase bisschoppenconferentie, kardinaal Gracias, besloot het heiligverklaringsproces in gang te zetten nadat hij in november enkelen van hen had ontmoet.
Hij heeft de prefect van de Congregatie voor de Heiligverklaringen, kardinaal Angelo Amato, al geïnformeerd. Die zei dat hij “persoonlijk met Paus Franciscus zou spreken over het geweld in Kandhamal en zijn martelaren”.