Hoewel een initiatief van de Iraanse Universiteit voor Religies en Denominaties (URD) kreeg de vertaling een officiële goedkeuring van het Vaticaan. Het voorwoord is geschreven door kardinaal Jean-Louis Tauran, voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog.
Interreligieuze dialoog
Volgens URD-oprichter en directeur Seyyed Abul-Hassan Navvab probeert zijn universiteit, gevestigd in de ‘heilige stad’ Qom, de interreligieuze dialoog en wederzijds begrip te bevorderen. Een van de manieren om dat te doen is de belangrijkste boeken van de andere godsdiensten in het Perzisch te vertalen, de voertaal in Iran.
De vertaling, door de professoren Meftah, Suleimani en Ghanbari, is zorgvuldig door kerkelijke medewerkers in zowel Iran als het Vaticaan op juistheid gecontroleerd.
Gezagvolle bronnen
“Toen wij andere godsdiensten begonnen te bestuderen bogen sommigen van ons zich over het christendom”, aldus prof. Ahmad Reza Meftah, een van de vertalers. “Wij hadden voor onszelf en voor onze studenten een gezagvolle christelijke bron nodig om te bestuderen. Een Amerikaanse katholiek die bij ons doceert overtuigde ons van het belang van de Catechismus voor katholieken. Daarom zijn wij die gaan vertalen om het katholieke geloof beter te begrijpen, zowel voor onszelf als voor onze wetenschap.” Volgens Meftah hebben zij ook de evangelies en de Stad Gods van Augustinus op het te vertalen verlanglijstje staan.
Nuntiatuur
Bij de vertaling is een aan de nuntiatuur in Teheran verbonden pater salesiaan intensief betrokken geweest. Via hem werd ook het voorwoord door kardinaal Tauran en de feestelijke presentatie in het Vaticaan gerealiseerd.
‘Christenen geholpen’
Meftah wijst erop dat de christelijke Kerken in Iran, zoals de Armeense, Chaldese en Latijnse Kerk, weliswaar hun eigen taal mogen gebruiken, maar niet de voertaal. “Misschien uit vrees om wat de autoriteiten ‘zieltjeswinnerij’ noemen te faciliteren. Om die reden zou het voor de katholieke Kerk onmogelijk zijn het boek zelf in de Perzische taal uit te brengen.”
“Op die manier hebben wij de vrijheid van uitdrukking van de christenen vergroot. Dat was niet ons voornaamste doel, maar wel een van de resultaten. Voor ons en onze studenten is het belangrijk om meer te weten over het christendom en wat christenen over zichzelf zeggen in plaats van wat anderen over hen zeggen. Zo kunnen wij misverstanden en ideologische schema’s opheffen en wederzijds respect bevorderen. Dit is een praktische stap om de dialoog tussen ons te bevorderen.”
Dialoogbereid
Volgens Meftah is dit een “gelegenheid om onze openheid tot dialoog te tonen. Wij praten al met jullie zonder enige restricties. Bovendien is dit waarschijnlijk de eerste keer dat een belangrijk katholiek boek door moslimwetenschappers is vertaald.
De situatie van christenen in Iran is niet te vergelijken met die in andere islamitische landen en is die “veilig”, aldus de wetenschapper. Hij doelt daarmee op de positie van mensen die altijd al christen zijn geweest. Moslims is het in Iran officieel verboden om van godsdienst te veranderen. Afvallige moslims worden er als staatsvijanden beschouwd.
Vriendschap
Volgens Meftah hebben moslims en christenen een “gemeenschappelijk doel”. “Als we elkaar als vrienden beschouwen zijn er geen problemen. Maar als we naar elkaar kijken als vijanden, met achterdocht of onverschilligheid, proberen iets te stelen, dan is het net als in andere landen, inclusief terreur. Elkaar als vrienden behandelen elimineert terrorisme en laat oms stappen zetten naar vrede.”