Beste broeders en zusters, ik zie dat jullie erg dapper zijn, met deze hitte op het plein. Mijn complimenten!
Het evangelie van vandaag vertelt ons dat de apostelen, na hun ervaring van de missie, gelukkig zijn maar ook moe. En Jezus, vol begrip, wil hun wat verlichting geven; Hij neemt hen dan terzijde, naar een afgelegen plaats opdat zij een beetje zouden rusten (cfr. Mc. 6,31). “Men zag hen weggaan en velen herkenden hen. Uit alle steden haastten ze zich te voet daarheen en kwamen er eerder aan dan zij” (v. 33).
Op dit moment geeft de evangelist ons een beeld van Jezus van unieke intensiteit, zogezegd zijn ogen ‘fotograferend’ en de gevoelens van zijn hart vattend. En de evangelist zegt: “Toen Hij van boord ging, zag Hij een grote menigte, en Hij had zeer met hen te doen, omdat ze als schapen zonder herder waren, en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten” (v. 34).
Laat ons de drie werkwoorden van dit beeldende shot nemen: zien, te doen hebben met, te onderrichten. We kunnen die de werkwoorden van de Herder noemen: zien, te doen hebben met, te onderrichten. Het eerste en het tweede, zien en te doen hebben met worden altijd met Jezus’ houding in verband gebracht: in feite is zijn blik niet de blik van een socioloog of een fotojournalist, want Hij kijkt altijd met de ‘ogen van het hart’.
Deze twee werkwoorden, zien en te doen hebben met, stellen Jezus in als de Goede Herder. Zijn mededogen is niet alleen een menselijk gevoel, maar is de emotie van de Messias in wie Gods tederheid incarneerde. En vanuit dit mededogen wordt Jezus’ verlangen geboren de menigten te voeden met het brood van zijn Woord, dat wil zeggen, om het volk Gods Woord te leren. Jezus ziet, Jezus heeft mededogen en Jezus onderricht ons. Dit is prachtig.
Ik vroeg de Heer dat de Geest van Jezus, de Goede Herder, mij zou leiden tijdens de apostolische reis die ik onlangs maakte naar Latijns-Amerika, en die me toestond Ecuador, Bolivia en Paraguay te bezoeken. Ik dank God met heel mijn hart voor dit geschenk. Ik dank het volk van de drie landen voor hun liefdevolle en warme welkom en enthousiasme. En ik hernieuw mijn erkentelijkheid aan de regeringen van deze landen voor hun welkom en medewerking.
Wonderen
Met grote liefde dank ik mijn broeder-bisschoppen, de priesters, de toegewijde mensen en heel het volk voor de warmte waarmee zij deelnamen. Met deze broeders en zusters prees ik de Heer voor de wonderen die Hij heeft verricht onder het Volk van God onderweg in dat land, voor hun geloof dat hun levens en hun cultuur heeft bewogen en die bemoedigt. En we prezen Hem ook voor de natuurlijke schoonheid waarmee Hij die landen heeft verrijkt.
Het Latijns-Amerikaanse continent heeft een groot menselijk en geestelijk potentieel, zij bewaken diepgewortelde christelijke waarden, maar doorleven ook zware sociale en economische problemen. Om bij te dragen aan de oplossing ervan, is de Kerk toegewijd aan het mobiliseren van de geestelijke en morele krachten van haar gemeenschap, samenwerkend met alle gezonde delen van de maatschappij.
Tegenover de grote uitdaging die de verkondiging van het Evangelie het hoofd moet bieden, nodigde ik hen uit van Christus de Heer de genade te verkrijgen die redt en kracht geeft aan de toewijding van het christelijk getuigenis, om de verspreiding van Gods Woord te ontwikkelen, zodat de sterke religiositeit van dat volk altijd een trouw getuigenis van het Evangelie.
Ik vertrouw de vruchten van dit onvergetelijke apostolische bezoek toe aan de moederlijke voorspraak van de Maagd Maria, die door heel Latijns-Amerika wordt vereerd onder de titel Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe.