Beste broeders en zusters, goedemorgen!
Na de verschillende figuren in het gezinsleven te hebben bekeken – moeder, vader, kinderen, broers en zussen, en grootouders – zou ik deze eerste groep catecheses over het gezin willen eindigen met te spreken over kinderen. Ik zal dit in twee delen doen: vandaag zal ik reflecteren op de grote gave die kinderen zijn voor de mensheid. Maar dit is waar; dank jullie voor het applaus. Zij zijn een grote gave voor de mensheid, maar zij worden ook zeer uitgesloten.
Omstandigheden die onwaardig zijn
En de volgende keer zal ik reflecteren op sommige wonden die, helaas, kinderen beschadigen. Mij schieten de vele kinderen te binnen die ik op mijn laatste reis naar Azië heb ontmoet: vol leven, enthousiasme en, aan de andere kant, zie ik dat velen van hen in de wereld leven in omstandigheden die onwaardig zijn. In feite kan een samenleving worden beoordeeld op de manier waarop haar kinderen worden behandeld. Niet alleen moreel, maar ook sociologisch: als het een vrije samenleving is, of een samenleving die een slaaf is van internationale belangen.
Afhankelijk
Het eerste waaraan kinderen ons herinneren is dat wij allemaal, in de eerste jaren van ons leven, totaal afhankelijk waren van de zorg en goedgunstigheid van anderen. En de Zoon van God spaarde zichzelf niet in deze fase. Het is het mysterie dat wij ieder jaar met Kerstmis beschouwen. De kribbe is het icoon dat deze realiteit op de meest eenvoudige en directe manier aan ons overbrengt. Maar het is curieus. God heeft geen moeilijkheid om zichzelf door kinderen te laten begrijpen, en kinderen hebben geen problemen God te begrijpen.
De ‘kleinen’
Het is geen toeval dat er in het Evangelie zeer mooie en intense woorden van Jezus staan over de “kleinen”. Deze term “kleinen” wijst erop dat alle mensen, en in het bijzonder kinderen, afhankelijk zijn van de hulp van anderen. Jezus zegt bijvoorbeeld: “Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen” (Mt. 11,25). En weer: “Hoed u ervoor een van deze kleinen te minachten, want Ik zeg u: zij hebben engelen in de hemel en deze aanschouwen voortdurend het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is” (Mt. 18,10).
Rijkdom voor mensheid en Kerk
Kinderen zijn dus in zichzelf een rijkdom voor de mensheid en voor de Kerk, omdat zij ons voortdurend herinneren aan de noodzakelijke voorwaarde om het koninkrijk van God binnen te gaan: onszelf niet zelfgenoegzaam beschouwen, maar in nood aan hulp, aan liefde en aan vergeving. En wij hebben allen hulp nodig, liefde en vergeving. Iedereen!
Het leven!
Kinderen herinneren ons aan nog een ander goed iets: ze herinneren ons eraan dat wij altijd kinderen zijn: zelfs als iemand volwassen wordt of een oudere, zelfs als iemand ouder wordt, als iemand een verantwoordelijke positie heeft, dan blijft onder dit alles de identiteit van een kind. Wij zijn allen kinderen! En dit verwijst ons naar het feit dat wij onszelf het leven niet hebben gegeven, maar dat wij het hebben ontvangen. De grote gave van leven, de eerste gave die wij ontvingen: het leven!
Ieder van ons
Soms leven we terwijl we dit vergeten, alsof we zelf de meesters van ons bestaan zouden zijn; in plaats daarvan zijn we radicaal afhankelijk. In werkelijkheid is het een reden voor grote vreugde te weten dat wij, in iedere levensfase, in iedere situatie, in iedere maatschappelijke omstandigheid, kinderen zijn en blijven. Dit is de voornaamste boodschap die kinderen ons geven, door hun aanwezigheid. Hun aanwezigheid alleen herinnert ons eraan dat ieder van ons kind is.
Spontaan vertrouwen
Maar er zijn zoveel gaves, zo veel rijkdommen die kinderen de mensheid brengen. Ik zal er slechts een paar noemen. Zij brengen hun manier van kijken naar de realiteit, met een vertrouwvolle en pure blik. Een kind heeft een spontaan vertrouwen in zijn vader en moeder: en het heeft een spontaan vertrouwen in God, in Jezus en in Onze-Lieve-Vrouw. Tegelijkertijd is zijn innerlijke blik puur, nog niet vervuild door kwaadaardigheid, door hypocrisie, door de aankoekingen van het leven die het hart verharden.
Wetenschap van hypocrisie
We weten dat kinderen ook de erfzonde hebben, dat zij hun egoïsme hebben, maar zij hebben een zuiverheid, een innerlijke eenvoud. Maar kinderen zijn niet diplomatiek! Ze zeggen wat ze voelen. Ze zeggen direct wat ze zien! En zo vaak stellen zij hun ouders voor moeilijkheden. Ze zeggen, ‘Maar ik vind dit niet leuk omdat het lelijk is’, waar andere mensen bij zijn. Maar kinderen zeggen wat zij zien. Zij hebben niet twee gezichten, ze hebben die wetenschap van hypocrisie, die wij, volwassenen, hebben geleerd, nog niet geleerd.
Tederheid
Bovendien dragen zij in hun innerlijke eenvoud de capaciteit in zichzelf om tederheid te geven en ontvangen. Tederheid betekent een hart “van vlees” en niet “van steen” te hebben, zoals de Bijbel zeg (cf. Ez. 36,26). Tederheid is ook poëzie: het is de dingen en gebeurtenissen ‘voelen’, ze niet als enkel objecten te behandelen, alleen om te gebruiken, omdat ze bruikbaar zijn…
Lachen en huilen
Kinderen hebben de capaciteit te lachen en te huilen: sommige lachen wanneer ik ze optil om ze te kussen. Anderen zien mij in het wit, ze denken dat ik de dokter ben en dat ik ze ga vaccineren, en ze huilen – maar spontaan. Kinderen zijn zo, ze lachen en huilen: twee dingen die in ons volwassenen vaak geblokkeerd zijn, we zijn niet langer in staat… en zo vaak wordt onze lach een kartonnen lach, iets zonder leven, een lach die niet levendig is – ook een kunstmatige lach, van een clown. Kinderen lachten spontaan en huilen spontaan… het hangt altijd af van het hart en ons hart is geblokkeerd en verliest vaak zijn capaciteit om te lachen en huilen…
Kunstmatig?
En dus kunnen kinderen ons weer leren lachen en huilen. We moeten onszelf echter vaak vragen: lach ik spontaan, met frisheid, met liefde, of is mijn lach kunstmatig? Huil ik nog of heb ik de capaciteit te huilen verloren? Maar dit zijn twee erg menselijke vragen die kinderen ons leren. Om al deze redenen nodigt Jezus zijn leerlingen uit als kinderen te worden want “aan hen die zijn zoals zij behoort het Koninkrijk Gods” (cf. Mt. 18,3; Mc. 10,14).
Geboortecijfer
Beste broeders en zusters, kinderen brengen leven, vreugde, hoop, ook zorgen, maar zo is het leven. Ze brengen zeker ook zorgen en soms problemen. Het is echter beter een samenleving met deze zorgen en problemen te hebben dan een treurgie en grijze samenleving omdat zij zonder kinderen is gebleven! En als wij zien dat het geboortecijfer nauwelijks 1% is, dan kunnen we zeggen dat deze samenleving grijs is omdat ze zonder kinderen is gebleven.