Beste broeders en zusters, goedemorgen!
Nadat we hebben nagedacht over de moeder- en vaderfiguur, zou ik in deze catechese over het gezin willen spreken over het kind, of liever, over de kinderen. Als uitgangspunt neem ik een mooi beeld uit Jesaja. De profeet schrijft: “Uw zonen komen uit de verte, uw dochters worden op de heup gedragen. U zult het zien en stralen van vreugde, uw hart zal trillen en zwellen” (60,4 – 5a).
Vrijheid en vrede
Dit is een prachtig beeld, een beeld van het geluk dat ontstaat bij de hereniging tussen ouders en kinderen, die samen een toekomst van vrijheid en vrede tegemoet gaan, na een lange tijd van ontbering en scheiding, toen het Hebreeuwse volk ver van het vaderland verwijderd was.
Rechtstreeks verband
In feite bestaat er tussen de hoop van een volk en de harmonie tussen de generaties een rechtstreeks verband. Daar moeten we eens goed over nadenken. Er is een rechtstreeks verband tussen de hoop van een volk en de harmonie tussen de generaties.
Een gave, een geschenk
De vreugde van de kinderen doet de harten van de ouders sneller slaan en opent de deur naar de toekomst. De kinderen zijn de vreugde van het gezin en van de samenleving. Zij zijn geen probleem van de voortplantingsbiologie, noch een van de vele mogelijkheden om zich te verwerkelijken. En nog veel minder zijn zij het bezit van de ouders… Neen, de kinderen zijn een gave, een geschenk: begrepen? Kinderen zijn een geschenk. Elk van hen is uniek en onvervangbaar, en tegelijkertijd onmiskenbaar verbonden met zijn wortels.
Origineel en nieuw
Zoon en dochter zijn, betekent eigenlijk, volgens het plan van God, in zich de herinnering en de hoop meedragen van een liefde die zichzelf heeft verwerkelijkt door het leven een aanvang te doen nemen van een ander, origineel en nieuw, menselijk wezen. En voor de ouders is elk kind zichzelf, anders, verschillend.
Vingers van een hand
Staat u me toe een herinnering uit mijn familie te vertellen. Ik herinner me dat mijn moeder over ons zei – we waren met z’n vijven –: “Ik heb vijf kinderen.” Als ze haar dan vroegen: “Aan wie geef je de voorkeur?”, antwoordde zij: “Ik heb vijf kinderen, zoals vijf vingers. [Dan wees ze op de vijf vingers van haar hand]. Als je op deze slaat, doet dat pijn; als je op deze andere slaat, doet het ook pijn. Ze doen alle vijf pijn. Het zijn allemaal kinderen van mij, maar allemaal anders zoals de vingers van een hand.” En dat is het gezin! De kinderen zijn allemaal anders, maar allemaal kinderen.
Voor het heil
Van een kind houd je, omdat het je kind is: niet omdat het mooi is, of omdat het zó of zó is; neen, omdat het je kind is! Niet omdat het denkt zoals ik, of omdat het mijn verlangens belichaamt. Je kind is je kind: een leven voortgekomen uit ons, maar bestemd voor zichzelf, voor zijn heil, en het heil van het gezin, de samenleving en de gehele mensheid.
Als eerste bemind
Hier komt de diepte van de menselijke ervaring van het zoon- en dochter zijn vandaan, die ons in staat stelt de meest onzelfzuchtige dimensie te ontdekken van de liefde, die ons altijd zal blijven verbazen. Het is de schoonheid van het als eerste bemind te zijn: de kinderen zijn al bemind vóórdat ze geboren zijn. Hoe vaak zie ik niet moeders op het plein die me hun buik laten zien en me om de zegen vragen… van die kinderen wordt al gehouden voordat ze ter wereld komen.
De liefde van God
En dat is een onzelfzuchtige liefde; vóór hun geboorte wordt er al van hen gehouden, zoals bij de liefde van God, die ons altijd als eerste liefheeft. Er wordt al van hen gehouden voordat ze ook maar iets hebben gedaan om die liefde te verdienen, voordat ze kunnen spreken of denken, zelfs voordat ze ter wereld komen!
Het zegel
Kind zijn is de fundamentele voorwaarde om de liefde van God te kennen, die de bron is van dit alles, dat een waar wonder is. In de ziel van elk kind, hoe kwetsbaar ook, plaatst God het zegel van deze liefde, die de basis vormt van zijn persoonlijke waardigheid, een waardigheid die niets en niemand kan vernietigen.
Een beeld
Tegenwoordig lijkt het voor de kinderen moeilijker om zich een beeld te vormen van hun toekomst. De vaders – ik zei het al in de vorige catechese – hebben misschien een stap terug gezet en de kinderen zijn onzekerder geworden om hun eigen stappen vooruit te zetten.
Onze hemelse Vader
Wij kunnen de goede verstandhouding tussen de generaties leren van onze hemelse Vader, die iedereen vrij laat maar ons nooit alleen laat. En als wij de verkeerde weg opgaan, blijft Hij ons geduldig volgen, zonder ooit iets aan zijn liefde voor ons af te doen. Onze hemelse Vader zet geen stap achteruit wat zijn liefde voor ons betreft, nooit! Hij gaat ons altijd voor en als wij niet verder kunnen, wacht Hij op ons, maar nooit trekt Hij zich terug; Hij wil dat zijn kinderen moedig zijn en hun stappen vooruit blijven zetten.
Waarde van kinderen
De kinderen van hun kant, moeten niet bang zijn voor de moeite die het kost om een nieuwe wereld op te bouwen: het is terecht dat zij naar een betere wereld verlangen dan die welke zij hebben ontvangen! Maar dan moet dat wel gebeuren zonder arrogantie, zonder aanmatiging. De waarde van kinderen moet worden erkend, en ouders moeten altijd worden geëerd.
Respect tussen mensen
Het vierde gebod vraagt de kinderen – en dat zijn wij allemaal! – onze vader en moeder te eren (vgl Ex. 20,12). Dat gebod volgt onmiddellijk op de geboden die betrekking hebben op God zelf. Het bevat in feite iets heiligs, iets dat aan de wortel ligt van elke andere vorm van respect tussen mensen. En in de bijbelse bewoordingen van het vierde gebod wordt eraan toegevoegd: “Dan zult u lang leven op de grond die de HEER uw God u schenkt.”
De eer zelf
De sterke band tussen de generaties is de garantie voor de toekomst, en de garantie van een werkelijk menselijke geschiedenis. Een samenleving waarin de kinderen niet hun ouders eren is een samenleving zonder eer; wanneer de ouders niet worden geëerd, gaat de eer zelf verloren!
Gedeprimeerde samenleving
Dat is een samenleving die gedoemd is vervuld te worden van verbitterde en begerige jongeren. Maar ook een samenleving die zuinig omgaat met haar voortplanting, die er niet van houdt om zich met kinderen te omringen, die hen vooral beschouwt als een zorg, een last, een risico, dat is een gedeprimeerde samenleving.
Europa
We denken dan aan zovele samenlevingen hier in Europa: dat zijn gedeprimeerde samenlevingen, want zij willen geen kinderen, zij hebben geen kinderen, het geboorteaantal haalt niet eens de 1%. Waarom? Laten we allemaal maar eens over die vraag nadenken en er een antwoord op geven. Als een gezin met veel kinderen wordt beschouwd als een last, dat kan niet!
Egoïstische keuze
De voortbrenging van kinderen moet verantwoord zijn, zoals de encycliek ***Humanae vitae*** van de zalige paus Paulus VI leert, maar meer kinderen hebben, is niet automatisch een onverantwoorde keuze. Geen kinderen hebben is een egoïstische keuze. Het leven verjongt zich en verwerft energie door zich te vermenigvuldigen: het leven wordt er door verrijkt, niet verarmd!
Vreugdevolle ervaring
De kinderen leren om de lasten van het gezin te dragen, zij rijpen doordat zij hun offers met elkaar delen, zij groeien in het waarderen van hun gaven. De vreugdevolle ervaring van broers- en zusterschap bevordert het respect en de zorg voor de ouders, aan wie zij dankbaarheid verschuldigd zijn.
Minuut stilte
Zovelen van u hier aanwezig hebben kinderen en wij zijn allemaal kinderen van onze ouders. Laten we één minuut stilte houden. Laten we allemaal in ons hart aan de kinderen denken, als u die heeft; denk aan hen in stilte. En laten we ook allemaal aan onze ouders denken en laten we God danken voor de gave van het leven. In stilte. Zij die kinderen hebben, denken aan hen, en allemaal denken we aan onze ouders. (Stilte). De Heer zegene onze ouders en zegene uw kinderen.
Jezus, de eeuwige Zoon
Jezus, de eeuwige Zoon, tot zoon in het tijdelijke geworden, helpt ons om de weg te vinden naar een nieuwe begeestering van deze menselijke, o zo simpele, maar grootse ervaring: kind te zijn. Bij de vermenigvuldiging door de voortplanting gaat het om een mysterie van verrijking van het leven van allen, een verrijking die komt van God zelf.
Uitdaging
Wij moeten dat weer opnieuw ontdekken, en de uitdaging met het vooroordeel aangaan; en het beleven in geloof, in volmaakte vreugde. En ik zeg jullie: wat is het mooi als ik tussen jullie door rijd en de vaders en moeders zie, die hun kinderen omhoog houden om gezegend te worden; dat is een bijna goddelijk gebaar. Dank jullie wel dat jullie dat doen!
Klik hier voor de catechese over het gezin, hier voor die over het moederschap en hier voor die over het vaderschap.