In de vaart der volkeren lijkt het leraarschap aan belang in te boeten. Zo schrijft de overheid voor wat er op school dient te gebeuren. Daarbij worden de lessen voorgeprogrammeerd door educatieve uitgeverijen. En bij de achterdeur staat de Inspectie, die leraren en schooldirecties tot achter de komma afrekent en in een keurslijf dwingt. Hier speelt de prangende vraag of de leraar niet slechts een uitvoerder is van door anderen bedachte zaken. Kortom, is er nog wel toekomst voor het leraarschap?
Roeping
Op deze vragen ben ik in mijn proefschrift Leraren, wat boeit jullie? Theoretisch en empirisch onderzoek naar roeping binnen het professioneel zelfverstaan, waarop ik op 22 april promoveerde, ingegaan. De hoofdvraag luidde of leraren roeping ervaren voor hun leraarschap en zo ja, wat die roeping dan wel inhoudt. Wonderlijk genoeg kwamen de uitkomsten van het theoretisch onderzoek in hoge mate overeen met de analyses van de gehouden enquêtes en diepte-interviews. Hoewel de meeste leraren het begrip roeping zelf niet gauw zullen gebruiken, vindt de meerderheid roeping toch een positief begrip. Zo verstaan zij onder roeping: het je aangesproken weten door jonge mensen en je op grond daarvan gedreven weten om bij te dragen aan hun vorming en ontwikkeling.
Opvallend
Opvallend is dat nogal wat leraren (39%, basis- en middelbaar onderwijs) aangeven ook spiritueel geïnspireerd te zijn bij hun onderwijswerk. Zo spreken zij over: “een mysterieuze kracht die zich uit in de drang om behulpzaam te zijn” en: “Iemand zorgt voor die gedrevenheid.” Deze leraren hebben een spirituele dieptebron ontdekt van waaruit zij leven en werken. Het kan nog zo chaotisch zijn in het eigen leven of dat van leerlingen – of om de metafoor van de zee te gebruiken: het wateroppervlak kan rustig kabbelen of juist woest zijn, maar er is in jou een diepe onderstroom die het woelige water draagt.
Weerklank
De met achttien leraren gehouden diepte-interviews bevestigen de uitkomsten van de enquêtes. Deze leraren geven aan een diepgaande en vaak ook spirituele inspiratie te hebben om met jonge mensen om te gaan en hen les te geven. De innerlijke kracht die deze leraren in hun eigen leven gevonden hebben, willen zij graag doorgeven aan hun leerlingen. Opdat ook zij tot hun bestemming komen. Met andere woorden, het zijn leraren die werken vanuit roeping. Overigens, deze leraren geven allen aan nog nooit zo diep over hun onderwijs gesproken te hebben als tijdens dit promotieonderzoek. Hier blijkt de diepe waarheid van het Tweede Vaticaans Concilie hoe belangrijk het is dat vreugde en verdriet weerklank vinden in het hart van anderen. Alleen zo kunnen de tekenen van Gods aanwezigheid of van zijn plannen ontdekt worden (Gaudium et Spes).
Uitgroeien tot goede mensen
Het gaat leraren dus niet alleen om cijfers; het is hun drijfveer leerlingen te helpen uitgroeien tot goede en liefst gelukkige mensen. En wat de cijfers betreft, veel leraren geven aan dat goede cijfers alleen mogelijk zijn, als leerlingen goed in hun vel zitten. Deze opvatting sluit aan bij de pedagogische opdracht die alle leraren vanwege de wet hebben. Echte leraren zijn dus geen uitvoerders, maarmaken zich pedagogische, vakinhoudelijke en ook morele vaardigheden zo eigen dat ze deel uitmaken van hun eigen (professionele) leven in beschikbaarheid naar hun leerlingen toe.
Authentiek lesgeven
Leraren die zich hiertoe geroepen weten kunnen authentiek lesgeven. Dergelijke leraren ervaren dat iedere opmerking, iedere vraag, ieder pedagogisch vraagstuk steeds iets oproept om ook zelf dieper in het onderwijs door te dringen. Zulke leraren hebben gezag, want zij hebben werkelijk iets te zeggen. Leerlingen merken immers direct of hun leraar vakkundig is, boven de stof staat en van zijn vak houdt. En hoeveel mensen denken niet in dankbaarheid terug aan een voor hen inspirerende leraar of lerares?
Bezielende factor
Dit onderzoek doet de oproep aan alle betrokkenen bij het onderwijs om de leraar als bezielende factor meer tot zijn recht te laten komen. Alle en zeker ook de katholieke scholen mogen zich geroepen weten om de (goddelijke) roepstem in zichzelf en in anderen te vernemen om zo de ware bestemming van jonge mensen mede mogelijk te maken.
Dr. Bill W.J.M. Banning is docent godsdienst-levensbeschouwing OMO en levensbeschouwelijk identiteitsbegeleider katholieke basisscholen SCALA.