Als kritische ’68er heb ik het al eerder meegemaakt. Er moest (net zoals nu door de crisis) bezuinigd worden. In 1968 door de toevloed van studenten ten gevolge van de babyboom. De Maagdenhuisbezetters van ’69 eisten medezeggenschap om onder meer de plannen van studieduurverkorting van hervormer A. Maris te voorkomen. De toenmalige minister Gerard Veringa kwamen de bezetters in 1972 volledig tegemoet met de Wet Universitaire Bestuurshervorming (WUB). In de jaren daarna bleek de WUB onwerkbaar. Daarom werd in 1997 de Wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB) ingevoerd.
De geschiedenis overdoen
De huidige bezetters van het Maagdenhuis eisen wederom medezeggenschap. We zijn terug bij af. Zowel in 1969 als nu gaat het direct om de pecunia, en indirect om studieversmalling. Door bezuiniging is er geen mogelijkheid voor verdieping. Als de bezetters meer nota hadden genomen van het nog niet wegbezuinigde ‘niet-nuttige’ vak geschiedenis van de afdeling geesteswetenschappen, hadden ze kunnen weten dat zij de geschiedenis aan het overdoen zijn.
Loyaliteitsverklaring
Dit zou kort en bondig een commentaar zijn op de gebeurtenissen zoals die zich in Amsterdam voordoen. Maar er is meer. Destijds studeerde ik in Delft. Het hoofgebouw van de THD werd in december 1972 bezet. Toen het hoofdgebouw was bezet, mocht men slechts naar binnen als men een loyaliteitsverklaring had getekend. Ik wilde het bezette hoofdgebouw in, maar weigerde die verklaring te tekenen. Men liet mij aanvankelijk niet binnen. Ik heb later, midden in de nacht, nog eens geprobeerd het bezette gebouw binnen te gaan. De ‘wachten’ waren toen wat inschikkelijker; ik kon ze ervan overtuigen dat de eis om een loyaliteitsverklaring te tekenen, tegen elk democratisch principe was. Toen ik binnen was, vielen mij de communistische uitingen direct op. Een foto van Lenin in het trappenhuis en de communistische ‘Internationale’ werd herhaaldelijk gezongen. Toen ik een dag later nog een keer binnen was, en de leiders van de bezetters mijn aanwezigheid opmerkten, werd mij medegedeeld, dat ik diende op te hoepelen. Zo hoorde ik iemand zeggen ‘je hebt geen loyaliteitsverklaring getekend, en dus zijn we niet verantwoordelijk voor wat er met je gebeurt.’
Veertig jaar later
Veertig jaar na de bezetting – we schrijven 2012 – kwam ik het artikel weer tegen. Zo begon ik me weer voor die gebeurtenis te interesseren. Ik wilde daarom in gesprek komen met een aantal mensen dat bij de bezetting betrokken was geweest. Ik had stille hoop de persoon te ontmoeten die mij destijds bevolen had ‘op te hoepelen’. Daarbij hoopte ik ook dat die persoon het gebeuren van destijds kon relativeren, en begrip zou kunnen opbrengen voor mijn opvattingen van toen. Het is mij gelukt enkele oud-bezetters te traceren, maar helaas, de gesprekken waren teleurstellend. De oud-bezetters –inmiddels allen gepensioneerd- bleken nog net zo fanatiek als toen. Ik noem hier één naam: Leo Molenaar. Hij heeft een website (www.leomolenaar.nl) waarop hij zijn visie op het verleden toont.
Ik ben verder gaan zoeken. Ik stuitte op notulen van een vergadering waarin de bezetting werd geëvalueerd die een maand eerder had plaatsgevonden.
Verslag van het gesprek tussen vertegenwoordigers van de Communistische Partij van Nederland en vertegenwoordigers van de Delftse Socialistische Studentenvereniging Politeia, op vrijdag 12 januari 1973.
(…….)
De leden van Politeia zijn aktief in alle delen en op alle nivo’ s van de plaatselijke studentenbeweging; in de afdelingsaktiegroepen, in de afdelingsraden, in de hogeschoolraad, in de grondraad, in het Anti-Bezuinigings-Comité, etc. Zij zijn gelukkig niet de enigen die daar aktief zijn. Onze leden hebben daar, steeds getracht de belangenstrijd van studenten zo goed mogelijk te bevorderen (b.v. hebben leden van ons de stoot gegeven tot de oprichting van het bezuinigingscomité in aug. ’71). Ook hebben leden van ons aangespoord tot het schrijven van de LOG-nota. In deze nota wordt minister de Brauw met harde feiten bestreden. Feitelijke informatie is nodig om de massa van de studenten in beweging te krijgen. Met ‘de Brauw is een klootzak’ zul je niemand overtuigen.
De bezetting van het hoofdgebouw is een succes geworden, omdat de door het comité gestelde eisen door de meerderheid van studenten als reëel werden gezien en vele mensen goed geïnformeerd waren over wat er zich allemaal vooraf had afgespeeld. Leden van ons hebben steeds gestimuleerd alles grondig en goed gedokumenteerd voor te bereiden, een goede vakbond waardig. De aktiviteiten kunnen niet uitsluitend op enthousiasme drijven.
(….)
Ik las ook andere dossiers, waarin stond dat er al in september (dus drie maanden eerder) gedacht werd aan een mogelijke bezetting. Ook las ik, dat de bezetting mede het doel had om de macht van het College van Bestuur (CvB) te breken.
In een ander dossier las ik dat de bezetting tot in de puntjes was voorbereid. Zo telde het draaiboek acht ‘groepen’ (een soort hoofdstukken):
1. informatie-groep naar studenten
2. pers-info-groep naar buiten
3. bezettingsleiding
4. kinderbijslag-groep – overleg CvB.
5. korvee-ploeg
6. kontakt-TH-personeel-groep
7. fourage-groep
8 kontaktgroep met politieke partijen en grondraden (solidariteit)
Bij de uitwerking van ‘groep acht’ stond:
Deze groep zal o.a. door het benaderen van politieke partijen en grondraden de solidariteitsaktie organiseren. Eventueel zal getracht worden via de politieke partijen een interpellatie in de Kamer te laten plaatsvinden. De bezettingsleiding zal uit +/- 4 man bestaan. Het kontakt met de andere groepen loopt via verantwoordelijke personen.
Kijken we naar de recente ontwikkelingen, dan zie ik frappante overeenkomsten. Het lukt de linkse initiators van de bezetting om net zoals in Delft in 1972 ‘de massa van de studenten in beweging te krijgen’. Verder zien we de meest linkse politici adhesie betuigen aan de bezetting: toen Marcus Bakker van de CPN, nu Emile Roemer van de SP. Ook zijn beide bezettingen tot in de puntjes georganiseerd. (Voor de Delftse bezetting zie de notulen hierboven, voor de huidige bezetting zie Parool van 28-2-2015). Verder het doel van de bezetting; toen het bedrijfsleven (zie cartoon), nu het rendement. Bij de Delftse bezetting had Politeia de regie in handen. Dit konden alleen de ingewijden weten. Want de naam Politeia kwam in geen enkele uiting (pamflet e.d.) van de bezetting voor.
Gezien de overeenkomsten krijg ik het onbehaaglijke gevoel dat er bij de recente bezettingen een andere waarheid wordt verteld over de regisseur(s) van de bezetting. Wellicht dat over enkele jaren wederom een dossier uit een archief opduikt, waaruit blijkt wie van de huidige bezetting de werkelijke regisseurs zijn geweest.
Johann Grünbauer is ondernemer. Dit jaar verschijnt zijn boek ‘Nederlandse Beeldvorming over Tsjecho-Slowakije’ bij uitgeverij Aspekt.