Dat schrijft Zouhir Louassini, moslim en journalist, in een column op de voorpagina van de Vaticaanse krant Osservatore Romano van gisteren.
Honderden moslimgeleerden, zowel sjiieten als soennieten, uit meer dan 120 landen waren van 25 tot 27 januari bijeen in Marrakesh om op uitnodiging van de Marokkaanse regering te spreken over de positie van religieuze minderheden in moslimlanden.
“Wij in het koninkrijk Marokko zullen het schenden van de rechten van religieuze minderheden in de naam van de islam niet tolereren”, zei de koning van Marokko, Mohammed VI, aan het begin van de conferentie.
Bij de afsluiting van de conferentie werd de Marrakesh Verklaring gepubliceerd. Die roept op tot “volledige bescherming van de rechten en vrijheden van alle religieuze groepen op een geciviliseerde manier die dwang, vooroordelen en arrogantie vermijdt”.
De verklaring stelt dat de omstandigheden voor religieuze minderheden in verschillende delen van de moslimwereld, waaronder Syrië en Irak, ernstig zijn verslechterd door “het gebruik van geweld en gewapende strijd als een manier om conflicten op te lossen”. “Het is onredelijk om religie in te zetten met als doel de rechten van religieuze minderheden in moslimlanden aan te vallen.”
Volgens Louassini moet de verklaring geprezen worden om de “moed en verlichting” om terrorisme te veroordelen. Ook noemt de journalist de oproep om schoolboeken aan te passen om meer respect te genereren voor religieuze minderheden “revolutionair”.
Kardinaal Theodore McCarrick, emeritus-aartsbisschop van Washington en aanwezig in Marrakesh, noemde de Marrakesh Verklaring “echt een geweldig document dat onze tijd en onze geschiedenis zal beïnvloeden”.
