Voormalig luitenant-generaal Ion Mihai Pacepa van de Roemeense inlichtingendienst blijft bij zijn eerdere verklaring. “De man die nu hoofd van de Russisch-orthodoxe Kerk is, patriarch Kirill, werkte voor de KGB onder de codenaam ‘Michailov’ en bracht vier decennia door met het bevorderen van de bevrijdingstheologie, wat wij aan de top van de Oost-Europese inlichtingengemeenschap Gekerstend Marxisme noemden”, aldus Pacepa. De bevrijdingstheologie maakte onderdeel uit van een groots disinformatieproject dat in 1960 werd aangenomen door KGB-hoofd Sjelepin. Pacepa vertelde hier eerder over in het in Katholiek Nieuwsblad besproken boek Dezinformatsija 

Johannes Paulus II
Pacepa vertelt dit nu rechtstreeks in een bijdrage aan National Revue. Om het desinformatie-doel te bereiken werd Kirill in 1971 naar Genève gezonden, als afgevaardigde van de Russische Kerk bij de Wereldraad van Kerken (WvK). Zijn belangrijkste opdracht was het betrekken van de Wereldraad bij het verspreiden van de bevrijdingstheologie in Zuid-Amerika. In 1975 wist de KGB agent Kirill – inmiddels tot archimandriet bevorderd – in het centrale comité van de Wereldraad te krijgen. Daarop zou Kirill teruggerapporteerd hebben “De agenda van de WvK is nu onze agenda.” Met Kirill aan het roer van de WvK kon de bevrijdingstheologie diep wortel schieten in Zuid-Amerika, aldus Pacepa. Paus Johannes Paulus II doorzag het spel van Moskou en pakte het aan, met de theologische hulp van kardinaal Ratzinger.

Dreiging
Volgens Pacepa is de huidige Patriarch van Moskou een professionele spion die bovendien corrupt is en zich nog altijd verrijkt. Zo zou hij in ruil voor diensten aan de KGB de Russische Kerk privileges bij de import van sigaretten hebben bezorgd. Verder “was en blijft” bevrijdingstheologie volgens Pacepa “natuurlijk een dreiging – een die welbewust ontworpen is om de Kerk te ondermijnen en het Westen te destabiliseren door religie ondergeschikt te maken aan een atheïstische politieke ideologie omwille van geopolitieke winst.” (KN/National Revue)