De ontmoeting vond plaats in aanloop naar de jaarlijkse beëdiging van nieuwe Zwitserse gardisten op 6 mei.
‘Leven geven’
“De grootste liefde die iemand zijn vrienden kan betonen, bestaat hierin dat hij zijn leven voor hen geeft”, zei de paus tegen de gardisten verwijzend naar de woorden van Jezus uit het Johannes evangelie (hoofdstuk 15, vers 13).
‘Verdediging van de paus’
“In de geschiedenis van de Kerk hebben veel mannen en vrouwen de roep van deze grote liefde omarmd. De Zwitserse gardisten die tijdens de plundering van Rome (6 mei 1527) vochten en die hun leven gaven voor de verdediging van de paus volgden deze oproep. Met toewijding reageren op deze oproep betekent Christus volgen”, zei de paus.
‘Oprecht geloof’
Volgens de paus is een Zwitserse gardist “een persoon die oprecht zoekt naar het volgen van de Heer Jezus en die op een bepaalde manier van de Kerk houdt; hij is een christen met een oprecht geloof”.
Sacramenten, evangelie en gebed
De paus riep de gardisten op hun roeping te leven door de sacramenten van de Kerk, door regelmatig te biechten en naar de heilige Mis te gaan.
Ook spoorde hij de gardisten aan dagelijks het evangelie te lezen, en om een klein evangelieboekje bij zich te dragen, zodat ze op rustige momenten daarin kunnen lezen.
Volgens de paus zal gebed de gardisten helpen bij het uitoefenen van hun taak.
‘Reclamebord van de Heilige Stoel’
“Dus als jullie de mensen ontmoeten, de pelgrims, dan brengen jullie – met jullie vriendelijkheid en bekwaamheid – deze ‘grotere liefde’, die afkomstig is van de vriendschap met Christus. In feite is de Zwitserse Garde een ‘reclamebord’ van de Heilige Stoel”, zei de paus.
Achtergrond
De Zwitserse Garde werd opgericht door paus Julius II in 1506. Op 6 mei 1527 verdedigde de Garde paus Clemens VII tegen de Duits-Spaanse troepen van keizer Karel V. Daarbij kwamen 147 gardisten om het leven. Ter herinnering daaraan worden nieuwe gardisten jaarlijks op 6 mei beëdigd.
{gallery}pope Swiss Guard{/gallery}