Dat heeft paus Franciscus zondag gezegd in zijn preek in de Sint Pieter ter afsluiting van het consistorium.
De Kerk moet de “weg van barmhartigheid en insluiting” gaan, waarbij zij “niemand voor eeuwig veroordeelt”.
Niet bang zijn voor ergernis
Net als Jezus moet de Kerk niet allereerst denken aan degenen “die aan een dergelijke opening aanstoot nemen”, tegenover mensen die niet “in hun geestelijk schema” passen en hun “ritualistische zuiverheid” weerspreken. Het gaat er niet om “de gezonden te redden” en de “rechtvaardigen te beschermen”.
“Uitgeslotenen” mogen niet uit angst voor het “risico van besmetting” onbarmhartig behandeld worden. De Kerk moet eerder “de barmhartigheid Gods over alle mensen uitstorten die daar met een eerlijk hart om vragen”.
De feestelijke Mis in de Sint Pieter vormde de afsluiting van een algemene vergadering van het kardinaalscollege, een zogeheten consistorium. Zaterdag heeft paus twintig nieuwe kardinalen in het college opgenomen.
Leer niet oprekken
Verder benadrukte de paus dat grotere barmhartigheid niet mag leiden tot het oprekken van de kerkelijke leer. Het risico van “besmetting” mag niet onderschat worden. Het moet verhinderd worden dat “de wolven de kudde kunnen binnendringen”. Maar men kan niet bij Jezus zijn en tegelijkertijd met de gemarginaliseerden niets te maken willen hebben, aldus de paus.
Geen kastementaliteit
Dat zou betekenen zich terug te trekken in een “kaste” die “niets met kerkelijkheid” te maken heeft. Jezus heeft een dergelijke mentaliteit, “die zich opsluit in angst en beperkt tot haar vooroordelen”, verworpen. Hij heeft echter daarmee niet de oudtestamentische wet van Mozes afgeschaft, maar vervult deze.
Logica van God
Volgens de paus zijn er twee “soorten van logica van het denken en van het geloof”, de logica van de wetgeleerde en de logica van God. De wetgeleerde is bang de geredden te verliezen. De logica van God wordt echter bepaald door de wens de verlorenen te redden. Ook vandaag bevindt de Kerk zich soms op een kruispunt tussen “uitsluiten” en “weer opnemen”. Beide denkwijzen doortrekken de hele kerkgeschiedenis.
Onvoorwaardelijk verkondigen
Paus Franciscus bepleitte meer openheid van de Kerk tegenover degenen die ver van haar staan. De Kerk mag niet alleen degenen opnemen die aan haar deur komen kloppen. Zij moet zich openen en zonder vooroordelen en angst de verwijderden opzoeken “en hen onvoorwaardelijk datgene openbaren wat zij zelf zonder tegenprestatie ontvangen hebben”, aldus de paus.