fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Archief

Paus leert priesters verantwoord moe te zijn

KN Redactie 3 april 2015
image

De paus richtte zich in zijn lange preek op de ochtend van Witte Donderdag in het bijzonder tot de priesters, die de zware taak hebben de gelovigen “te zalven” met de vreugde van het geloof. Op Witte Donderdag wordt behalve de instelling van de Eucharistie ook de instelling van het priesterschap gevierd.

Als wierook
“Weet hoe vaak ik denk aan de vermoeidheid van u allen”, zei de paus. “Ik denk er vaak aan en ik bid er veel voor, vooral als ik zelf moe ben. Ik bid voor u, die werkzaam zijt temidden van het volk van God, dat aan u toevertrouwd is – velen werken op zeer eenzame en gevaarlijke plaatsen. Onze vermoeidheid, dierbare priesters, is als wierook die geruisloos opstijgt naar de hemel.
Wees ervan overtuigd dat Onze-Lieve-Vrouw uw vermoeidheid opmerkt en onmiddellijk de Heer daarop attent maakt. Als een moeder begrijpt ze, wanneer haar kinderen vermoeid zijn, en ze denkt aan niets anders.”

Verleiding
Franciscus waarschuwde voor de “verleiding komen om op een willekeurige wijze te gaan uitrusten, alsof onze rust niet ook met God te maken zou hebben. Vallen we niet in deze verleiding! Onze vermoeidheid is kostbaar in de ogen van Jezus.”
“Wanneer iemand beseft dat hij, als hij moe is, zich in aanbidding kan neerbuigen en kan zeggen: ‘Genoeg voor vandaag, Heer’, en zich kan overgeven aan de Vader, dan weet hij ook dat hij niet zal instorten, maar zichzelf zal vernieuwen, want degene die het gelovige Godsvolk heeft gezalfd met olie der vreugde, die zal ook zelf door de Heer gezalfd worden.”

Vermogen tot medelijden
Naast nuttige tips aan om met hun vermoeidheid om te gaan wees de paus de priesters op de diepere werkelijkheid van hun inzet.
“De door Jezus genoemde verplichtingen sluiten ons vermogen tot medelijden in; het zijn verplichtingen waarin ons hart ‘bewogen’ en innerlijk aangeraakt wordt. Wij verheugen ons met de bruidsparen; we lachen met het kind dat geboren is en ten doop gehouden wordt; we delen in het lijden van de mensen die de ziekenzalving ontvangen; we huilen met degenen die een geliefde naar het graf begeleiden…”

Verscheurdheid
“Zovele emoties, zoveel liefdevolle genegenheid vermoeit het hart van een herder. Voor ons, priesters, zijn de verhalen van onze mensen geen nieuwsbulletin: we kennen onze mensen, we kunnen raden naar wat er gaande is in hun hart, en in de mate dat we met hen lijden, versnippert zich ook ons hart; het wordt verdeeld in duizend stukken, het wordt uitgeput en het lijkt zelfs door de mensen genuttigd te worden: ‘Neem en eet!’ Dit zijn de woorden, die de priester van Jezus voortdurend fluistert, wanneer hij zorg draagt voor zijn gelovige volk: ‘Neem en eet’, ‘neemt en drinkt’… En zo schenkt ons priesterleven zich weg in de dienst, in de nabijheid bij het gelovige volk van God… dat steeds vermoeid maakt.”

Vreugdevolle vermoeidheid
Franciscus sprak ook over de vermoeidheid die ontstaat doordat mensen onophoudelijk een beroep op de priester doen. “Het is een gezonde vermoeidheid, een vermoeidheid vol vruchten en vol vreugde. De mensen gunden Jezus “niet eens de tijd om te eten. Maar de Heer voelde zich er niet door gehinderd. Integendeel, het leek alsof Hij er nieuwe kracht uit putte.”
De paus noemde deze vermoeidheid “meestal een genade, die wij, als priesters ‘binnen bereik’ hebben”. “Hoe geweldig is dat: de mensen houden van hun herders en hebben hen nodig! De gelovigen laten ons nooit zonder werkeloos, tenzij we ons verbergen in een kantoor of met verduisterde ramen door de stad rijden. Dit soort vermoeidheid is goed en gezond. Het is de vermoeidheid van een priester die ruikt naar zijn schapen… maar die op zijn gezicht de glimlach heeft van een vader die kijkt naar zijn kinderen en kleinkinderen. Dat is iets heel anders dan degenen die zich met dure geuren tooien en die van veraf en van bovenaf neerkijken.”

Vrienden van de Bruidegom
“Wij zijn de vrienden van de bruidegom, daarin bestaat onze vreugde. Wanneer Jezus in ons midden de kudde weidt, kunnen we geen zeurende herders zijn met een zuur gezicht en ook niet – wat nog erger is – verveelde herders. Geur van hun schapen en een vaderlijke glimlach… Ja, erg moe, maar met de vreugde van wie zijn Heer hoort zeggen: ‘Kom, gezegenden van mijn vader’ .”

Werk van de vijand
De paus sprak ook over de “vermoeidheid door de vijand”. “De duivel en zijn volgelingen slapen niet, en omdat hun oren het Woord van God niet verdragen, werken ze onvermoeibaar om het te laten uitblussen en te verdraaien. De vermoeidheid om dat het hoofd te bieden is zwaarder. Het gaat niet alleen om het doen van het goede – met alle moeite, die dit met zich meebrengt – maar ook om het verdedigen van de kudde en zichzelf tegen het kwaad.”
“De boze is sluwer dan wij, en hij is in staat om in één enkel moment af te breken wat wij gedurende een lange tijd geduldig hebben geprobeerd op te bouwen. Bid dan om de genade te leren neutraliseren: het kwade neutraliseren, niet het onkruid uittrekken, zich niet aanmatigen om als supermensen datgene te proberen te verdedigen, wat alleen de Heer verdedigen kan. Dit alles helpt om de armen niet te laten zakken tegenover de omvang van het kwaad en tegenover de bespotting van de goddelozen.”

Gevaarlijkste moeheid
De gevaarlijkste vorm van vermoeidheid is zichzelf moe zijn, waarschuwde de paus. “Het is de teleurstelling over jezelf. Die wordt echter niet onder ogen gezien met de serene vrolijkheid van degene die ontdekt dat hij een zondaar is en vergeving nodig heeft: zo iemand bidt om hulp en gaat door. Het gaat echter om een vermoeidheid, die voortkomt uit een ‘willen en niet-willen’: namelijk dat men alles op het spel gezet heeft, om vervolgens terug te verlangen naar de vleespotten van Egypte; het spelen met de illusie iets anders te zijn. Deze vermoeidheid noem ik het ‘koketteren met een geestelijk werelds-zijn’. Wie zich ervan bewust wordt hoeveel deelgebieden van het leven doordrenkt zijn van deze wereldse geest krijgt zelfs de indruk dat ze met geen bad te reinigen zijn. Hier kan een verkeerde vorm van vermoeidheid ontstaan. Het Woord uit de Apocalyps toont ons de oorzaak van deze vermoeidheid: ‘U bent standvastig, u hebt zware lasten gedragen omwille van mijn naam, en u bent niet bezweken. Maar wat ik tegen u heb, is dat u uw eerste liefde hebt opgegeven’ (Openb. 2, 3-4). Alleen de liefde geeft rust. Wat men niet liefheeft, maakt moe, en op de lange termijn vermoeit dat op een verkeerde wijze.”

Jezus reinigt
De voetwassing is volgens de paus het beeld van de manier waarop Jezus “betrokken raakt in onze bezigheden” en omgaat “met onze pastorale vermoeidheid”. “De Heer reinigt zelfs zijn leerlingen. Hij neemt het persoonlijk op zich om elke vlek te reinigen van wereldse, vettige aanslag, die we opgelopen hebben op de weg die we hebben afgelegd in zijn Naam.”

Oorlogswonden
“Aan de voeten kan men aflezen hoe het gaat met ons hele lichaam. De manier, waarop we de Heer navolgen, toont hoe het gaat met ons hart. De wonden aan de voeten, de verstuikingen en de vermoeidheid zijn de tekens van hoe we Hem hebben nagevolgd, van welke wegen we gegaan zijn, op zoek naar zijn verloren schapen en in de pogingen om de kudde te leiden naar de groene weiden en de stille wateren.
De Heer wast en reinigt ons van alles, dat zich op onze voeten heeft opgehoopt bij onze navolging van Hem. Dat is heilig. Hij laat niet toe, dat het bevlekt blijft. Zoals Hij oorlogswonden kust, zo wast Hij het vuil af, dat door de arbeid achtergelaten is.”

Vrolijk en bevrijd
“De leerlingen van Jezus worden door Hemzelf gewassen, zodat we ons gerechtvaardigd voelen, opgewekt, voldaan en bevrijd van angst en schuld. Zo hebben wij de moed uit te trekken tot de uiteinden van de aarde, naar alle periferieën, om deze Blijde Boodschap aan de meest verlatenen te brengen, wetend dat Hij bij ons is alle dagen, tot aan het einde van de wereld. Laten we leren moe te zijn, maar dan wel op een goede manier!”