fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Archief

Paus roept in Nachtmis op tot soberheid

KN Redactie 25 december 2015
image

In de basiliek van Sint-Pieter in Rome herinnerde de paus aan de armoede waarin de Verlosser ter wereld is gekomen.

Wezenlijk

“In een samenleving die vaak dronken is van consumptie en genot, van overvloed en luxe, van schijn en zelfzucht, roept Hij ons op tot nuchter-bezonnen handelen. In andere woorden: tot een eenvoudige, afgewogen en consistente houding die ons in staat stelt te onderkennen wat wezenlijk is en daarnaar te handelen”, aldus paus Franciscus.

De volledige preek van de Heilige Vader:

In deze nacht schijnt een “helder licht” (Jes. 9,1); boven ons straalt het licht van de geboorte van Jezus. Hoe waar en actueel zijn de woorden van de profeet Jesaja, die we gehoord hebben: “Uitbundig laat Gij hen juichen en overstelpt hen met vreugde” (9,2)! Ons hart was vanwege de verwachting van dit moment vol vreugde, nu wordt dit gevoel echter nog versterkt en loopt als het ware over, want de belofte is vervuld, eindelijk is die werkelijkheid geworden. Jubel en vrede verzekeren ons dat de in het mysterie van deze nacht vervatte boodschap werkelijk van God komt.

Er is geen ruimte voor twijfel – laten we die aan de sceptici over die alleen maar het verstand bevragen en daarom nooit de waarheid vinden. Er is geen ruimte voor onverschilligheid – die heerst in het hart van wie het niet lukt om lief te hebben, omdat hij bang is iets te verliezen. Alle droefheid wordt verdreven want het Jezuskind is de ware vertrooster van het hart.

Vandaag is de Zoon van God geboren. Alles wordt anders. De redder van de wereld komt om deel te hebben aan onze menselijke natuur, we zijn niet meer allen en verlaten. De Maagd biedt ons haar zoon aan als begin van een nieuw leven. Het ware licht komt om ons vaak door de schaduw van de zonde ingesloten leven te verlichten. Vandaag ontdekken wij opnieuw wie wij zijn! In deze nacht wordt ons de weg getoond die we moeten afleggen om tot het doel te komen. Nu moet elke angst en elke schrik ophouden, want het licht wijst ons de weg naar Bethlehem.

We mogen niet volharden in traagheid. Het is ons niet toegestaan onbeweeglijk te blijven. We moeten vertrekken om onze redder te zien die in een kribbe is gelegd. En dit is de grond voor onze jubel en de vreugde: dit kind is ons geboren, “is ons geschonken”, zoals Jesaja aankondigt (vgl. 9,5). Een volk dat sinds tweeduizend jaar overal in de wereld onderweg is, om elk mens aan deze vreugde deel te laten nemen, zal de zending overbrengen om de “vredevorst” bekend te maken en zijn werkzaam werktuig temidden van de naties te worden.

Als wij dus over de geboorte van Christus horen praten, laten wij dan in zwijgen verzinken en dat kind laten spreken; nemen wij zijn woorden diep in ons hart, zonder de blik van zijn gezicht af te wenden. Als wij het in de armen nemen en ons daar hem laten omarmen, zal het ons de vrede van het hart geven die nooit ophoudt. Dit kind leert ons war werkelijk wezenlijk is in ons leven. Jezus wordt in de armoede van de wereld geboren omdat er voor hem en zijn gezin geen plaats in de herberg is. In een stal vindt hij onderdak en beschutting en hij wordt in een voederkribbe voor dieren gelegd.

En toch schijnt uit dit niets het licht van de heerlijkheid van God. Hiervandaan begint voor de mens met een eenvoudig hart de weg naar de ware bevrijding en de eeuwige verlossing. Vanuit dit kind, in wiens gelaat de trekken zijn gestempeld van het goede, van barmhartigheid en de liefde van God de Vader, vloeit de erezaak voort – zoals de apostel Paulus leert – voor ons allen die volgelingen van Jezus zijn, om ons “van de goddeloosheid” en de rijkdom van de wereld “te verzaken en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven” (Tit 2,12)

In een samenleving die vaak drongen is van consumptie en genot, van overvloed en luxe, van schijn en zelfzucht, roept hij ons tot een nuchter-bezonnen, d.w.z. eenvoudige, uitgewogen en consistente houding op, die in staat stelt om het wezenlijke te onderkennen en ernaar te leven. In een wereld die vaak hard tegenover de zondaar is en achteloos-slap tegenover de zonde, is het nodig een sterk gevoel voor rechtvaardigheid te kweken en naar de wil van God te zoeken en die te verwerkelijken.

In een cultuur van de onverschilligheid, die uiteindelijk niet zelden meedogenloos is, moet onze levensstijl vervuld zijn van erbarmen, inlevingsvermogen, medelijden en barmhartigheid – houdingen die elke dag geput moeten worden uit de bron van het gebed.

Mogen ons – als de herders van Bethlehem – bij het zien van de Zoon van God in het Jezuskind de ogen opengaan van verbazing en verwondering! En mogen in zijn aanwezigheid vanuit ons hart de bede opstijgen: “Doe ons, Heer, uw genade aanschouwen, laat komen uw heil over ons!” (Ps. 85,8