Dat vroeg theoloog dr. Pieter Vos, universitair docent aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam, zich zaterdag af op het symposium ‘Kind en scheiding. De verlegenheid voorbij’. De bijeenkomst in Amersfoort, die zo’n 250 bezoekers trok, werd georganiseerd door SGJ Christelijke Jeugdzorg en Timon, in samenwerking met het Nederlands Dagblad.
De christelijke visie op het huwelijk is tegenwoordig “sterk beïnvloed” door een romantisch beeld, dat “hoge, eenzijdige verwachtingen” schept, aldus Vos volgens een verslag in het Reformatorisch Dagblad. Als een huwelijk daaraan niet voldoet, is een echtscheiding “heel voorstelbaar.” Vos wees erop dat in de Bijbel, op het Hooglied na, “nauwelijks op een romantische wijze over het huwelijk wordt gesproken.” De christelijke gemeente of parochie vormt volgens hem een plek waar mensen kunnen “leren trouw te zijn, ook in situaties van teleurstelling en gebrokenheid.” Hij noemde het van belang dat gelovigen “niet de deur wordt gewezen, zelfs niet als de scheiding afgekeurd wordt. Ik geloof in Gods trouw, ook als mensen ontrouw zijn. Als kerk en christenen moeten we weer leren wat dat betekent.”
Orthopedagoog Yvonne Bijl belichtte tijdens een van de zestien workshops dat kinderen erop gewezen mag worden dat ze hun emoties rond een scheiding aan God mogen voorleggen. Meer dan eens is er sprake van angst. Ze noemde het voorbeeld van een kind dat de huisdeur op slot had gedaan en de sleutel onder haar kussen legde. “Het was bang dat mama ook weg zou gaan.” Veel kinderen hebben, aldus Bijl, onjuiste gedachten over hun eigen rol. “Blijf tegen kinderen zeggen dat zij een scheiding niet hadden kunnen voorkomen en dat zij ouders niet weer bij elkaar kunnen brengen.” (KN/Reformatorisch Dagblad)