Het is cynisch om van de christelijke minderheid die hier bescherming zoekt, te eisen “met de anderen uit te komen”, zei hij in gesprek met de Tagespost. Veel christelijke vluchtelingen bevinden zich in veel asielcentra “net zoals in hun land van herkomst, dat zij verlaten hebben, in een toestand van discriminatie en gevaar”, aldus Spaemann. Er heersen “vaak vreselijke toestanden”.
Spaemann wil dat vluchtelingen naar vermogen bij gelijkgezinden worden ondergebracht. “Dat is toch een gebod van de menselijkheid?” Een Duitse ambtenaar had echter gezegd dat de onderbrenging “een soort Verenigde Naties in het klein was. De mensen moeten toch op ten minste hier leren met elkaar uit te komen.”
Spaemann verwijt dergelijke bestuurders voorbij te gaan aan “gemeenschappelijke religie als een vorm van nabijheid en mensen die zich broeders voelen in den vreemde uiteen te scheuren. Dat is een kwaadwillende tirannie.” Hij vraag ook van de Kerk een omslag in het denken. “Als je niet iedereen kunt helpen, dan is er een rangorde van nabijheid en afstand”, aldus de filosoof. “Dat kan religie of nationaliteit zijn, mensen met gemeenschappelijke interesses of wereldbeschouwingen. Dat is toch het natuurlijkste ter wereld?” Spaemann wees daarbij op de woorden van Sint Paulus: “Doet alle mensen goed, in het bijzonder echter wie met ons in het geloof verbonden zijn.’