De inbraak en het vandalisme vonden vorige week maandag plaats in een kerk in Rincon de la Victoria, in de Spaanse regio Andalusië.
De vandalen sloegen na de inbraak een houten Mariabeeld en een kruisbeeld kapot. Ook gebruikten zij spuitbussen met verf om het woord Allah op de kerkmuren te spuiten. De vernielingen werden ontdekt door parochiepriester Augustín Carrasco. Het bisdom Malaga waar de stad onder valt, zegt “diep bedroefd” te zijn over de vernielingen.
De Spaanse politie doet onderzoek naar het vandalisme. Het is overigens niet de eerste keer dat moslimextremisten katholieke symbolen in de stad vernielden. Vorige maand werd in dezelfde stad al een 27-jarige Marokkaanse man gearresteerd, nadat hij probeerde een ander Mariabeeld te vernielen. Hij probeerde het glas voor het beeld te vernielen met een steen. Bij zijn arrestatie riep hij “Allahu Akbar” (God is groot).
Het aantal moslims in Andalusië is de laatste jaren sterk toegenomen, omdat steeds meer migranten de oversteek maken vanuit het nabijgelegen Marokko. In 2012 meldde het Gatestone Institute dat moslimextremisten in de regio zouden oproepen tot een “Andalusische lente” om “Spanje terug te winnen voor de islam”.
Andalusië was het laatste islamitische bolwerk (Al-Andalus) in West-Europa voordat het in 1492 door het katholieke koningspaar, Ferdinand II van Aragon en Isabella I van Castilië, werd ingenomen.