“De vele zwijgende burgeressen en burgers die zeer gedifferentieerd, maar met beredeneerde politiek-realistische waakzaamheid zien wat er wereldwijd aan gewelddadige islamisering voorvalt en wat voor potentieel aan jihadisme bij ons al lang ondergedoken zit en voet aan wal heeft gekregen, worden indirect kerkelijk en via de media globaal meteen ook verondersteld xenofoob, racistisch en welhaast de antichrist in persoon te zijn.” Dit stelt theoloog Johann Röser, de hoofdredacteur van het oecumenische “hervormingsgeoriënteerde” tijdschrift Christ in der Gegenwart.
Populistisch
“Met een perfide semantisch bedrog worden degenen die heel wel een vreedzame islam weten te onderscheiden van een gewelddadige, tot ‘islamofoob’ bestempeld.” Momenteel wekt een “op zich trotse journalistiek, die zich pluralistisch waant en allerminst gelijkgeschakeld” op dit brisante thema juist de indruk “in veel opzichten eigenaardig ongedifferentieerd, polemisch, oppervlakkig en populistisch – in elk geval weinig analytisch diepgravend te zijn, zoals dit anders in dit land eigenlijk het geval is”, aldus Röser, die ook de nieuwsjaarstoespraak van Bondkanselares Angela Merkel bekritiseert.
‘Oecumenische solidariteit’
De afgelopen maandag uitgeschakelde verlichting van de Keulse Dom bij een Pegida-demonstratie noemt Röser “onnozel symbool-activisme”. Hij bekritiseerde ook dat men met “goedkope ambtskerkelijke woorden” over mensen heenvalt die “zich gerechtvaardigde zorgen maken”. In plaats daarvan kunnen kerkleiders en leken zich beter “voor een actieve vluchtelingenpolitiek en een daarmee overeenkomende vorming van bewustzijn inzetten”, aldus Röser. Hij wijst op het gebrek aan een duidelijke oecumenische solidariteit met de door radicale moslims vervolgde christenen in het Oosten. “Er is niet eens een memorandum van theologen over deze brandende kwestie.” (Christ in der Gegenwart)