De Algemene Vergadering van de VN heeft een resolutie aangenomen waarin wordt opgeroepen tot grotere inspanningen om religieuze plaatsen te beschermen tegen terroristische aanslagen.
De resolutie met de titel ‘Het bevorderen van een cultuur van vrede en tolerantie om religieuze plaatsen te beschermen’ werd donderdag 21 januari aangenomen. Hierin vraagt de Vergadering aan secretaris-generaal Antonio Guterres om een internationale conferentie te organiseren. Deze moet als doel hebben om de implementatie van het actieplan van de VN ter bescherming van religieuze plaatsen te bespreken.
“Religieuze plaatsen zijn representatief voor de geschiedenis, het sociale weefsel en de tradities van mensen in elk land en elke gemeenschap over de hele wereld. Ze moeten als zodanig volledig worden gerespecteerd”, zegt de resolutie.
De resolutie benadrukt de toenemende bedreiging van cultureel en spiritueel belangrijke plaatsen door terroristen en milities, die soms religieuze eigendommen hebben vernietigd of religieuze artefacten hebben verhandeld.
De resolutie hekelt “alle aanvallen op en in religieuze plaatsen en heiligdommen (…) inclusief elke opzettelijke vernietiging van relikwieën en monumenten”. Het veroordeelt “alle daden van of dreigingen met geweld, vernietiging, beschadiging of bedreiging, die voortduren in de wereld plaatsvinden en gericht zijn tegen religieuze plaatsen”. Tevens veroordeelt de resolutie “elke poging om religieuze plaatsen uit te wissen of met geweld te bekeren.”
Het roept de regeringen op om deze religieuze locaties de status van kwetsbare doelwitten te geven en om voorzorgsmaatregelen te nemen om ze te beschermen. De resolutie stelt dat regeringen risico’s en potentiële doelen moeten vaststellen en “ervoor moeten zorgen dat er uitgebreide maatregelen zijn voor de onmiddellijke reactie op een aanval.”
De Vergadering daagt de VN ook uit om meer in te zetten op het bevorderen van multicultureel respect en mediabewustzijn. Dit zou kunnen door het ontwikkelen van “strategieën, educatieve initiatieven en wereldwijde communicatiecampagnes”.
De Vergadering riep op tot de bevordering van vrede en co-existentie tussen verschillende religies en culturen door de boodschappen van eenheid, solidariteit en interreligieuze en interculturele dialoog te bevorderen.
Saudi-Arabië stelde de resolutie voor, die mede werd gesteund door Arabische landen, waaronder Egypte, Irak, de Verenigde Arabische Emiraten, Jemen, Soedan en Palestina. De resolutie werd ook gesteund door de Verenigde Staten en de Europese Unie.
“De Verenigde Staten zijn verheugd zich aan te sluiten bij de verklaring van de Europese Unie over deze resolutie en ze herinneren eraan dat de rechten op vrijheid van godsdienst of overtuiging en vrijheid van meningsuiting elkaar wederzijds versterken en complementair zijn”, aldus David Messenger, politiek adviseur van de Amerikaanse delegatie bij de VN, in een verklaring van 21 januari.
Messenger uitte echter zijn bezorgdheid over het feit dat in de resolutie te veel nadruk wordt gelegd op een veroordeling van haat zaaiende uitlatingen, “waarbij men soms taal gelijkstelt aan gewelddaden”. Beledigende uitlatingen zijn niet noodzakelijk een vorm van geweld, zei hij, en de resolutie mag niet worden gebruikt om beperkingen op de vrijheid van meningsuiting te rechtvaardigen.
“In plaats van te streven naar beperkingen op meningsuiting om onverdraagzaamheid of haat zaaiende uitlatingen aan te pakken, pleiten de VS voor ferme bescherming voor meningsuiting, evenals de handhaving van passende wettelijke maatregelen tegen discriminatie en haatmisdrijven”, zei hij.