Wie aan Kerstmis en Charles Dickens denkt, denkt vrijwel direct aan A Christmas Carol met de vrek Ebenezer Scrooge en Tiny Tim. Maar Dickens schreef tal van kerstverhalen. Een ervan speelt zich niet met Kerstmis af, maar ademt overal de kerstboodschap.
Er zijn maar weinig werken uit de Engelse literatuur die meer met Kerstmis worden geassocieerd dan de novelle A Christmas Carol van Charles Dickens (ook in verschillende Nederlandse vertalingen verkrijgbaar). Voor veel mensen zijn de toneelopvoering of een van de vele filmbewerkingen zelfs nog bekender dan het boek.
Minder bekend is dat Charles Dickens veel verschillende kerstverhalen heeft gepubliceerd, waaronder mijn favoriet De krekel bij de haard, gepubliceerd op 20 december 1845.
Afgezien van de publicatiedatum lijkt het misschien vreemd om De krekel een kerstverhaal te noemen. Het speelt eind januari. Kerstmis wordt nooit genoemd en het verhaal bevat geen expliciete kerstsymbolen of -afbeeldingen. Maar de boodschap van De krekel bij de haard plaatst het verhaal middenin de kerstgedachte.
De fundamentele thema’s van het verhaal zijn onbaatzuchtigheid, opofferingsgezindheid en belangeloze gebaren van liefde en genade. De reis naar de ontknoping van het verhaal is gevuld met ontberingen, verbijstering en ontgoocheling. En het verhaal is opgebouwd rond een extravagante, mysterieuze verrassing, zorgvuldig verborgen gehouden en verrukkelijk onthuld.
Veel personages in dit boek hebben kenmerken die opvallend veel lijken op die in A Christmas Carol. Zo lijken de grootmoedige speelgoedmaker Caleb Plummer en zijn blinde dochter Bertha op Bob en Tim Cratchit. Caleb werkt voor de gemene, slechtgehumeurde, Scrooge-achtige eigenaar van de speelgoedwinkel, Tackleton. John en Mary Peerybingle, bij wie de krekel tsjirpt, zijn de Mr. & Mrs. Fezziwig van dit verhaal. Het zal geen verrassing zijn dat de dynamische relaties tussen deze personages analoog zijn aan de interacties in A Christmas Carol. En ik verklap niets van het verhaal als ik zeg dat het einde bevredigend en vreugdevol is. Het is tenslotte een kerstverhaal.
De krekel uit de boektitel is zowel een insect in de woonkamer van de Peerybingles als een metafoor voor de gastvrijheid en vrijgevigheid van John en Mary. Samen met de theepot levert hij het refrein voor de komische dialoog en het verhaal. De krekel maakt van het huis van de meneer en mevrouw Peerybingle meer dan “vier muren en een plafond”. Hij is het symbool van een gastvrij huis.
Als de krekel stopt met tsjirpen, “is de kamer op de een of andere manier niet meer zo vrolijk als hij geweest was. Dat was het helemaal niet”. Voor de Peerybingles is hij een troostende metgezel; voor Tackleton een luidruchtige lastpost. Tackleton: “Waarom dood je die krekel niet?” John: “Jij doodt je krekels, hè?” Tackleton: “Verfrommel ze, meneer.” Zo is Tackletons sombere huis, volgens zijn eigen beschrijving, wel slechts “vier muren en een plafond”.
Een deel van de voldoening van het lezen van De krekel bij de haard is de felheid van Dickens’ proza. Nadat mevrouw Peerybingle bijvoorbeeld op een koude januariavond de theeketel buiten heeft gevuld, zet ze de ketel op het vuur. “Terwijl ze dat deed, verloor ze haar zelfbeheersing, of verloor die even uit het oog, want het water, dat onaangenaam koud was, en in die glibberige, smeltende, natte staat waarin het door elke soort substantie heen lijkt te dringen, had zich vastgezet aan de tenen van mevrouw Peerybingle.”
Ook de wijze waarop Dickens menselijke eigenschappen toekent aan dieren en voorwerpen zijn een genot. De ketel “wilde zich niet vriendelijk aanpassen aan de knoppen van de kolen”, bijvoorbeeld. De ketel “leunde voorover met een dronken air en dribbelde op de haard. Hij was twistziek en siste en sputterde morrend tegen het vuur”. De “norse en koppige” ketel was uitdagend en “stak zijn tuit schuin en spottend richting mevrouw Peerybingle, alsof hij zei: ‘Ik kook niet. Niets zal me ertoe brengen!’”
Hoe heerlijk deze en vele andere passages ook zijn voor oor en oog, het zijn de deugdzaamheid van de personages en de kracht van het verhaal die van De krekel bij de haard zo’n heerlijk verhaal maken. Het verhaal straalt het licht van christelijke naastenliefde uit, met thema’s als vrijgevigheid en vreugde, en richt zich op de helderheid van Gods geschenk aan de mens in de unieke gebeurtenis van de Menswording.
Gods genade kwam tot ons door een Mens en hij roept ons op om die genade met elkaar te delen. Als dat de boodschap van Kerstmis is, dan is De krekel bij de haard een compleet kerstverhaal. (Vertaling: Susanne Kurstjens)
Charles Dickens, De krekel bij de haard Uitgeverij: Coöperatie U.A. Nimisa Publishing House Pagina’s: 136 | € 24,95 > BOEK BESTELLEN |
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.