De VN-Klimaattop in Egypte is in volle gang. Naast wereldleiders zijn ook jonge katholieke klimaatactivisten aanwezig. In vaak felle bewoordingen uiten ze hun ongenoegen over het gebrek aan daadkracht: “Valse oplossingen wijzen we af.”
Terwijl politici van over de hele wereld bijeen zijn in het Egyptische Sharm-El-Sheikh om over de strijd tegen klimaatverandering te praten, uiten geloofsorganisaties hun zorgen over het milieu door middel van demonstraties in de stad. Met zang en dans proberen katholieke jongeren de gevaren van klimaatverandering voor mens en planeet onder de aandacht te brengen.
De uit Gambia afkomstige Joe Bongay, van het Catholic Youth Network for Environmental Sustainability in Africa, vertelt tegen Catholic News Service dat de protesten bedoeld zijn om de aandacht te vestigen op de noodzaak om voor de aarde te zorgen, in lijn met Laudato Si’, de ‘groene’ encycliek van paus Franciscus. “Als je erover zingt, herinner je mensen aan hun morele verplichtingen om te zorgen voor de aarde waarop we allemaal leven”, zegt hij.
Klimaatverandering veroorzaakt met name in Afrika veel problemen. In het oosten van het continent mislukken de oogsten al jaren op rij vanwege droogte: volgens de Verenigde Naties zal het aantal mensen in de regio dat acute honger lijdt, dit jaar nog de vijftig miljoen aantikken.
“We worstelen om te overleven door honger en zoveel andere problemen die klimaatverandering met zich meebrengt”, zegt Bongay. “Afrika is op een punt gekomen dat het zichzelf niet eens kan voeden.”
De Nigeriaanse Rita Uwaka van Friends of the Earth Africa uit haar ongenoegen over de aanwezigheid van lobbyisten voor fossiele brandstoffen op de VN-Klimaattop. “Wij vinden dat deze criminelen, die de klimaatcrisis juist aangewakkerd hebben, eruit geschopt moeten worden”, zegt ze fel. “Gerechtigheid bereik je alleen door te zorgen dat deze vervuilers betalen, niet door ze mee te laten praten.”
Volgens Uwaka is de VN-Klimaattop een kwestie van veel geblaat maar weinig wol. De aanwezige wereldleiders zoeken volgens haar naar “valse oplossingen”, zoals CO2-compensatie. Dat houdt in dat bedrijven hun CO2-uitstoot compenseren door bijvoorbeeld bomen te planten. “Vervuiling wordt daarbij niet bij de bron gestopt”, zegt ze. “Dat is een valse oplossing die wij afwijzen.”
Uwaka denkt dat ontwikkelingslanden veel meer het voortouw zouden moeten nemen in het bestrijden van de klimaatcrisis op een toegankelijke en betaalbare manier. Daarbij is het volgens haar belangrijk dat gewone mensen en plaatselijke gemeenschappen zo veel mogelijk zelf verantwoordelijkheid krijgen. Dat is een vorm van subsidiariteit, een begrip uit de katholieke sociale leer dat stelt dat beslissingen het beste op een zo laag mogelijk niveau genomen moeten worden.
Bongay voegt toe dat hij tegen het voorstel is om een soort CO2-verzekering in te stellen. Hij vindt het onrechtvaardig als ontwikkelingslanden, die de gevolgen van klimaatverandering dragen zonder significante veroorzaker te zijn, zo’n verzekering zouden moeten betalen.
“Wie het probleem veroorzaakt, moet het oplossen”, zegt hij. “Ontwikkelde landen die de winsten opstrijken ten koste van de mensheid en het milieu, moeten zelf hun klimaatschulden betalen.”