fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Godsdienstvrijheid

Fins parlementslid vrijgesproken van ‘opruiing en onverdraagzaamheid’

Anton de Wit 31 maart 2022
image
Päivi Räsänen staat de pers te woord na een zitting van de rechtbank in Helsinki in januari 2022. Foto: CNA - ADF International

Het Finse parlementslid Päivi Räsänen is vrijgesproken van een drietal aanklachten die tegen haar waren ingediend vanwege haar opvattingen over homoseksualiteit.

De drie rechters besloten gisterenmiddag unaniem dat de christendemocraat Räsänen (62) niet over de schreef ging toen zij herhaaldelijk – eerst in een brochure uit 2004, vervolgens in een tweet en een radiotalkshow in 2019 – stelde dat het huwelijk volgens de Bijbel is voorbehouden aan een man en een vrouw.

Vrijheid van meningsuiting

Volgens de openbaar aanklager maakte de lutherse Räsänen zich hiermee schuldig aan “opruiing tegen een minderheidsgroepering”, en konden haar uitlatingen “onverdraagzaamheid, minachting en haat jegens homoseksuelen veroorzaken”.

“Volgens de rechters is het niet hun taak om bijbelse concepten te interpreteren”

De rechtbank in Helsinki ging niet mee in deze redenering. In een 28-pagina’s tellend arrest stelden de rechters dat de parlementariër met haar pleidooi voor het gezin en het huwelijk tussen man en vrouw binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting blijft, en dat zij geen “dwingende maatschappelijke reden” zien om die vrijheid in te perken.

Niet bevoegd

Ook stelden de rechters dat het niet hun taak of bevoegdheid was om “bijbelse concepten te interpreteren”.

https://www.us12.list-manage.com/subscribe/post?u=d22144bf286104d517b638301&id=b3f10e4ed1

De rechtbank sprak haar daarom vrij van alle beschuldigingen, en gelastte de staat om de proceskosten ad € 60.000,- te betalen.

Hoger beroep

Verwacht wordt dat het Finse OM nog in hoger beroep zal gaan. Als dat gebeurt, zo verklaarde Räsänen na de uitspraak van het hof, “ben ik bereid om de vrijheid van meningsuiting en godsdienst te verdedigen, desnoods tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens”.