De voormalige bisschop van Rotterdam mgr. Philippe Bär was de belichaming van alles wat goed én fout kon zijn aan de bisschoppen van de twintigste eeuw. Alom geprezen om zijn warme herderlijke optreden, bleef hij ook door schandalen achtervolgd worden.
Philippe Bär overleed zaterdag 8 maart op 96-jarige leeftijd in het Brabantse Teteringen, waar hij al enige jaren in een verzorgingstehuis voor kloosterlingen verbleef. Geboren in 1928 als Ronald Bär in een Nederlands-Hervormd gezin in Sulawesi, Indonesië, verhuisde hij na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland.
Hij ging theologie studeren in Utrecht, en raakte steeds meer onder de indruk van het katholicisme. “Mijn overgang als hervormd theoloog naar het katholicisme is vooral ingegeven door de wens terug te keren naar de oorsprong van de Kerk”, zei hij er eens over. “Ik heb altijd een voorkeur gehad voor iets dat lang bestaat.”
Na een korte flirt met de oud-katholieke Kerk, werd dat toch de nog veel oudere rooms-katholieke Kerk. Hij verbrak zijn verloving omdat hij zich geroepen voelde tot het kloosterleven, en in 1954 trad hij in bij de benedictijnen van het Belgische Chevetogne. Daar koos hij voor de kloosternaam Philippe.
In de jaren 70 kwam hij bij het bisdom Rotterdam te werken als vicaris-generaal onder bisschop Simonis. In 1982 werd hij er hulpbisschop en een jaar later, toen Simonis de overstap maakte naar het aartsbisdom Utrecht, werd hij er bisschop.
In die functie, die hij tien jaar zou bekleden, was hij zeer geliefd. Herderlijk, warm, een ‘mensen-mens’, joviaal: mensen die hem goed gekend hebben spreken unaniem lovend over Bär.
Wel was hij in die functie meer een leider dan een manager. “Hij was geen groot bestuurder”, zo zei zijn voormalige rechterhand, de in 2020 overleden oud-vicaris-generaal Jan Zuidgeest, ooit tegen De Volkskrant. “Maar hij was een uitstekende bisschop. Hij is benaderbaar, kan goed luisteren, en heeft een fabelachtig geheugen. Als hij mij belt, en mijn huishoudster aan de telefoon krijgt, weet hij nog precies waarover zij vier jaar eerder met elkaar hebben gesproken. Dat maakt indruk op de mensen.”
Zijn tekortkomingen als bestuurder – zijn dossierkennis was vaak gebrekkig, aldus Zuidgeest, hij was bepaald niet punctueel – keerden een slordige twintig jaar na zijn terugtreden alsnog als een boemerang bij hem terug. De commissie-Deetman oordeelde vernietigend over zijn omgang met misbruikdossiers, waar hij veel te laconiek mee om zou zijn gesprongen, en daders zou hebben overgeplaatst.
Maar de schaduw die in katholiek Nederland toch vooral over de persoon van Bär bleef vallen, was die van zijn plotse en vroegtijdige aftreden als bisschop in maart 1993. Volgens de officiële lezing deed hij dat om gezondheidsredenen, hij zou “oververmoeid” zijn – maar daar werden alom vraagtekens bij geplaatst.
Nooit bevestigde geruchten deden de ronde over homoseksuele escapades, maar ook over een complot van ‘ultra-conservatieve’ katholieken om de ‘progressieve’ Bär weg te krijgen. In dat complot zou volgens sommigen ook Katholiek Nieuwsblad een bedenkelijke rol hebben gespeeld.
In de redactie-archieven van deze krant is er niks van terug te vinden; noch van compromitterend materiaal over Bär, noch van een complot tegen zijn persoon. In de berichtgeving van KN indertijd werd ook amper aan alle geruchten gerefereerd, en werd Bär vooral geprezen om zijn “ijver en betrokkenheid”, als een “bisschop van de dialoog”. Bepaald niet de taal van een onverzoenbare ideologische tegenstander.
Maar de beeldvorming was hardnekkig en ging een eigen leven leiden; KN werd in het ‘ultra-conservatieve’ anti-Bär-kamp geplaatst – het kwam de krant naar verluidt op vele honderden opzeggingen te staan – en om Bär zelf bleef de zweem van nooit bewezen verdachtmakingen hangen.
Het hielp er wellicht ook niet aan dat de gewezen bisschop zich terugtrok in zijn klooster in Chevetogne, en categorisch weigerde om commentaar te geven op de kwestie. In een interview met De Volkskrant beperkte hij zich tot de opmerking dat hij nooit iets gedaan heeft dat in de biechtstoel niet vergeven kan worden – een zeer katholiek antwoord, want praktisch alles kan in de biechtstoel vergeven worden.
Met het overlijden van Bär verliest katholiek Nederland zonder twijfel een icoon van het twintigste-eeuwse episcopaat, een belichaming van alles wat goed én fout kon zijn aan de katholieke bisschoppen van weleer. Menselijk, beminnelijk en schappelijk enerzijds, maar anderzijds gesloten en ongrijpbaar.
De uitvaart van Philippe Bär vindt plaats op maandag 17 maart om 10.30 uur in de Rotterdamse Laurentius en Elisabeth-kathedraal, zo meldt het bisdom Rotterdam. Naar de wens van Bär zal de huidige bisschop van Rotterdam, Hans van den Hende, voorgaan in de uitvaartliturgie. De abt van Chevetogne zal de homilie verzorgen.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.