<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

Bidden als kinderen van God

KN Redactie 24 mei 2019
image
CNS Photo - Paul Haring

Tijdens de algemene audiëntie van 22 mei besloot paus Franciscus zijn catechesereeks over het Onzevader.

Vandaag besluiten we de catechesereeks over het Onzevader. We kunnen zeggen dat het christelijke gebed is ontstaan uit de moed om God te benoemen met de naam ‘Vader’. Dit is de wortel van het christelijk gebed: ‘Vader’ tegen God zeggen, maar er is moed voor nodig! Het is geen kwestie van een formule, maar van een kinderlijke intimiteit waarin we door genade worden binnengeleid: Jezus is degene die de Vader onthuld en geeft ons vertrouwdheid met Hem.

Abbà, Vader

“Jezus laat ons echter geen formule na die we werktuiglijk moeten herhalen. Zoals voor elk mondgebed geldt, leert de Heilige Geest de kinderen van God bidden tot hun Vader door het woord van God” (Catechismus van de Katholieke Kerk, 2766). Jezus gebruikte zelf verschillende uitdrukkingen om tot de Vader te bidden. Als we de evangeliën zorgvuldig lezen, ontdekken we dat deze uitingen van gebed, die op de lippen van Jezus naar voren komen, de tekst van het Onzevader in herinnering brengen.

In de nacht van Getsemane bidt Jezus bijvoorbeeld op deze manier: “Abbà! Vader! voor U is alles mogelijk; laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik maar wat Gij wilt” (Mc. 14,36). We hebben deze tekst van het Evangelie volgens Marcus al genoemd. Hoe kunnen we in dit gebed, hoe kort ook, geen spoor van het Onzevader herkennen? Te midden van de duisternis roept Jezus God aan met de naam Abbà, met kinderlijk vertrouwen en, terwijl Hij angst voelt, vraagt Hij dat de wil van de Vader wordt vervuld.

Een geest van gebed ontwikkelen

In andere passages van het Evangelie dringt Jezus er bij zijn leerlingen op aan dat ze een geest van gebed ontwikkelen. Het gebed moet vasthoudend zijn en moet vooral de herinnering aan de broeders brengen, vooral als we een moeilijke relatie met hen hebben. Jezus zegt: “Hebt ge iets tegen iemand, terwijl ge staat te bidden, vergeeft het dan, opdat ook uw Vader in de hemel u uw tekortkomingen moge vergeven” (Mc. 11,25). Hoe kunnen we de gelijkenis met het Onzevader in deze uitdrukkingen niet erkennen? En de voorbeelden kunnen talrijk zijn, ook voor ons.

Sint-Paulus

In de geschriften van Sint-Paulus vinden we niet de tekst van het Onzevader, maar de aanwezigheid ervan komt naar voren in die prachtige synthese waarin de aanroeping van de christen wordt samengevat in één enkel woord: Abbà (vgl. Rom. 8,15; Gal. 4,6). In het Evangelie volgens Lucas voldoet Jezus volledig aan het verzoek van de leerlingen die, omdat zij Hem vaak afgeschermd in gebed zien, Hem op een dag vragen: “Heer, leer ons bidden, zoals Johannes – de Doper – het ook aan zijn leerlingen geleerd heeft” (Lc. 11,1 – 4). Toen leerde de Meester hun het gebed tot de Vader.

Bidden als kinderen van God

Gezien het Nieuwe Testament als geheel, is het duidelijk dat de eerste hoofdrolspeler van elk christelijk gebed de Heilige Geest is. Maar laten we dit niet vergeten: de hoofdrolspeler van elk christelijk gebed is de Heilige Geest. We zouden nooit kunnen bidden zonder de kracht van de Heilige Geest. Hij is het die in ons bidt en ons ertoe beweegt om goed te bidden. We kunnen de Geest vragen om ons te leren bidden, omdat Hij de hoofdpersoon is, degene die echt in ons bidt. Hij blaast in het hart van ieder van ons, die leerlingen van Jezus zijn.

De Geest stelt ons in staat te bidden als kinderen van God, wat we werkelijk zijn door het doopsel. De Geest laat ons bidden in de ‘groef’ die Jezus voor ons heeft getrokken. Dit is het mysterie van het christelijk gebed: door genade worden we aangetrokken door die dialoog van liefde voor de Allerheiligste Drievuldigheid.

Mijn God, mijn God

Jezus bad op deze wijze. Soms gebruikte Hij uitdrukkingen die zeker ver verwijderd waren van de tekst van het Onzevader. Denk aan de openingswoorden van Psalm 22, die Jezus aan het kruis uitspreekt: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” (Mt. 27,46).

Kan de hemelse Vader zijn Zoon verlaten? Nee, zeker niet. Toch heeft de liefde voor ons zondaars Jezus tot dit punt gebracht: tot het punt van de ervaring van de afwezigheid van God, zijn afstand, omdat Hij al onze zonden op zich genomen heeft.

Maar zelfs in de gekwelde kreet blijft “mijn God, mijn God” over. In dit “mijn” ligt de kern van de relatie met de Vader, daar is de kern van het geloof en van het gebed.

Onszelf klein maken

Dit is waarom de christen in elke situatie kan bidden. Hij kan alle gebeden van de Bijbel gebruiken, vooral die van de psalmen. Maar hij kan ook bidden met zoveel uitdrukkingen die in de millennia van de geschiedenis, uit de harten van mensen zijn ontstaan. En laten we nooit ophouden de Vader te vertellen over onze broeders en zusters, opdat geen van hen, vooral de armen niet, gebrek zou hebben aan troost en een portie liefde.

Aan het einde van deze catechese kunnen we dat gebed van Jezus herhalen: “Ik prijs U Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen” (Lc. 10,21). Om te bidden moeten we onszelf klein maken, zodat de Heilige Geest in ons kan komen en ons in het gebed kan leiden. (Vert. FP)

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.