“Van alles beroofd, zelfs van mijn hemd, en gekleed in de oude versleten jas van een arme soldaat werd ik voor het parlement gebracht.” Pater Francis Bell – bij zijn doopsel kreeg hij overigens de naam Arthur – was op weg naar Londen gearresteerd. Priester zijn stond in het Engelse koninkrijk gelijk aan hoogverraad. De franciscaan werd dan ook zonder pardon ter dood veroordeeld.
De mariale priester, die geen dag de rozenkrans zou overslaan, was amper een dag in de gevangenis toen hij een brief van zijn provinciaal kreeg, waarin die hem vroeg overste te worden van het klooster in het Franse Douai – de vorige was de marteldood gestorven.
Pater Francis schreef terug dat hij dat wel wilde, maar helaas verhinderd was. Aan de Spaanse ambassadeur in Londen, die wel een goed woordje voor hem wilde doen, vroeg hij dat alsjeblieft te laten. Stel je voor dat hij de martelaarskrans mis zou lopen!
Op de plaats van executie mocht hij het publiek toespreken. Toen hij zei dat God uit liefde het land strafte en dat alle ellende waaronder de mensen gebukt gingen bedoeld was om het “van een schipbreuk naar de haven van de katholieke Kerk te brengen” vond de sheriff dat niet leuk en hij stopte hem. Waarop pater Francis sprak: “Ik vergeef iedereen die heeft bijgedragen aan mijn dood. Ik ben zo blij te mogen sterven voor zo’n groot doel.”
Nu werd er tegelijkertijd met hem een dief opgehangen. De man was echter zo onder de indruk van de moed, standvastigheid en woorden van de priester dat hij ter plekke het anglicanisme afzwoer: “Ik wil als katholiek sterven. Ik hoop dat God mijn zonden zal vergeven en dat ik spoedig met pater Bell in het paradijs mag zijn.”
Pater Francis omhelsde tenslotte nog de beul en zei hem dat hij hem niet als scherprechter zag, maar als zijn broeder. De menigte raakte hierdoor zo ontroerd dat de sheriff bang was geen anglicaan meer over te houden. Vlug werd de kar onder de veroordeelde weggetrokken, om vervolgens de gehangene meteen weer los te snijden. Daarop werd de nog levende priester gevierendeeld.
Ontsteld en verontwaardigd zagen de toeschouwers hoe de veroordeelde onder zijn kleren zijn franciscaanse pij droeg. Massaal drongen ze nu naar voren om een relikwie van hún heilige te bemachtigen.
De marteldood van pater Francis Bell vond plaats op 11 december 1643, in zijn vierenvijftigste levensjaar, het vijfentwintigste van zijn religieuze geloftes en het negende in de Engelse missie. 344 jaar later werd hij door paus Johannes Paulus II als een van de martelaren van Engeland zalig verklaard.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.