Tijdens het pontificaat van paus Franciscus kon ik de katholieken in mijn omgeving onderbrengen in twee grote strekkingen. Er was team ‘Franciscus, hoera’, dat hem roemde om zijn eenvoud, zijn nederigheid, zijn keuze om sober te leven en zijn pogingen om ongezonde machtsverhoudingen te doorbreken.
Dat team keek op naar zijn inzet voor de zwakken in de samenleving. En naar de hand die hij durfde uitsteken, zonder te oordelen of te preken, in een poging om in elke mens eerst en vooral de mens te zien – de naaste, die moet worden bemind en niet zozeer bekeerd, omdat bekering niet kan zonder liefde.
Daarnaast was er team ‘Franciscus, nou ja’: gelovigen die zich ergerden aan zijn wispelturigheid, zijn soms dubbelzinnige uitspraken, zijn gebrek aan leiderschap. Zij vinden dat er teveel buikgevoel aan te pas kwam en noemen de synode en het gepalaver over meer inspraak voor leken een doos van Pandora.
Zij spreken van tweedracht, van een dreigend schisma en hopen dat de opvolger weer een duidelijke lijn zal trekken: dit is katholiek, dat is het niet.
Zelf zit ik eerder in het eerste team, zij het met oprecht begrip voor het onbehagen bij de andere groep. Ik heb paus Franciscus vele malen bewonderd, maar ook wel de wenkbrauwen gefronst bij bepaalde uitspraken.
“Als ik me als leek al zo in de steek geladen voelde, hoe eenzaam moest de paus zich als leider dan niet voelen?”
Maar eerlijk: ik vind zo’n clubjesdenken vooral contraproductief. Want het goede staat of valt niet met een paus – maar wel met onze eigen dagelijkse overgave aan de Heilige Geest. Hij is het die ons tot daden en beslissingen brengt die het beste passen in Gods plan. Niet Petrus’ opvolger.
Dat ervoer ik ooit zelf, bij het schrijven van een brief naar paus Franciscus. Toen een paar Belgische bisschoppen op televisie nog maar eens lijnrecht tegen de lijn van de Kerk ingingen (het ging over het homohuwelijk), was ik zó boos en zó beschaamd dat ik in mijn pen kroop.
Ik wilde mijn frustratie uitschreeuwen over die mediabeluste herders die niet eens probeerden om de katholieke leer uit te leggen en hun schapen lafhartig zelf al het werk lieten opknappen.
Terwijl ik naar de juiste woorden zocht, veranderde er echter iets in mij. Boosheid maakte plaats voor medelijden, afkeer werd zachtmoedigheid, en bijgevolg keerde ook mijn toon. Want als ik me als leek al zo in de steek geladen voelde, hoe eenzaam moest de paus zich als leider dan niet voelen?
Zo werd mijn schrijven uiteindelijk een bemoedigende brief, vol liefde, medeleven en steun. Eindigen deed ik met de boodschap dat de praktiserende katholieken van België zich veel meer verbonden voelen met de wereldkerk dan met hun bisschoppen. Ik spoorde de paus aan om daar kracht uit te putten.
Toen ik klaar was, was ik dankbaar en vervuld van hoop. Dat was niet mijn werk: het was de Geest die had gesproken. Een paar weken later kreeg ik antwoord. Warm. Herderlijk. Persoonlijk. Als een ontmoeting van gelijkgestemde zielen, die elkaar gevonden hadden in een paar A4-tjes. En in de Heilige Geest, die uiteindelijk allen één maakt.
Nathalie De Clerck is tolk, auteur en therapeute. Elke drie weken schrijft ze een column in Katholiek Nieuwsblad.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.