We bidden regelmatig voor roepingen in de Kerk: roepingen tot het priesterschap en religieuze leven, maar ook voor toegewijde leken in de Kerk. Iedereen weet dat de mate waarin de ouder wordende generatie in het pastoraat wordt ververst, lang niet volstaat om het huidige niveau van kerkelijk werk te handhaven.
We stellen onze verwachtingen al een hele tijd bij – naar beneden. En we zijn nog steeds niet aangekomen op een keerpunt van waar we weer kunnen opbouwen. Want als je wilt bouwen en inspireren, kun je niet steeds defensief reageren met noodmatregelen om nieuwe crises het hoofd te bieden. Een instituut dat zich heeft verankerd in exit-strategieën, inspireert niet.
In Nederland is de zaak al veel verder uitgehold dan in Californië. Het mag een Nederlandse katholiek vreemd in de oren klinken als ik zeg dat hier, aan de westkant van Los Angeles, nog om de paar kilometer een parochie te vinden is waar dagelijks de Mis wordt gevierd.
Veel van die parochies zijn al teruggebracht tot een enkele priester (zoals ook in mijn geval) en het reservoir van gepensioneerde priesters is inmiddels ook aardig opgedroogd. Als er iemand ziek wordt, zit iedereen dus met de handen in het haar.
“Een instituut dat zich heeft verankerd in exit-strategieën, inspireert niet”
In mijn vorige parochie woonden nog drie priesters. Twee van hen waren ooit religieuzen, dus we baden samen de getijden. Dat is een discipline die ongemerkt veel vruchten afwerpt. Ik ben er nu, na bijna vier jaar alleen wonen, aardig aan gewend geraakt om mijn eigen gang te gaan en mijn gebedstijden en maaltijden aan te passen aan het ritme van de parochie. Misschien onnodig om te vertellen dat het een en ander er wel eens bij inschiet.
Nu kwam er hier tijdens Covid plots een jongeman aanlopen die wel wilde helpen met de lezingen in de liturgie. Aanvankelijk een schuchter vogeltje, begon hij geleidelijk banden op te bouwen met parochianen. Na een tijdje kwam de aap uit de mouw: hij wilde priester worden. Om een lang verhaal kort te maken, het bisdom had hem aangenomen als kandidaat voor het seminarie en hij zocht een thuisparochie voor zijn vormingstijd.
Ik zei ja, zelfs voor ik had nagedacht over wat dat voor mijn eigen leven zou betekenen. Ik ben zelf voortreffelijk opgevangen in mijn langgerekte roepingsproces. Het is voor mij daarom een erezaak om te proberen hem minstens hetzelfde te bieden. Met mijn hulp Maggie heb ik een kamer opgeknapt die zijn thuis kan worden. En ik heb toegezegd om elke dag minstens één gezamenlijke maaltijd te hebben en één getijde samen te bidden.
Ik merk na een week al dat het onze kleine geloofsgemeenschap vlakbij de Stille Oceaan verandert. Zoals het ook mij verandert. De zorg voor de toekomst tilt je boven jezelf uit. Nee, met die paar roepingen per jaar in Los Angeles keren we het tij niet. De Kerk krimpt, daar is niets tegen te doen. Maar zij kan wel geheroriënteerd worden, van sterfhuis tot vormingshuis. En elke gelegenheid die zich daarvoor aandient, verdient het om serieus overwogen en gekoesterd te worden.
Albert van der Woerd is priester van het aartsbisdom Los Angeles. Elke drie weken schrijft hij een column in Katholiek Nieuwsblad.