Zo tegen de vijftig krijgen mensen duidelijk last van nostalgische neigingen. Zo begon ook ik vorig jaar plotseling berichtjes te krijgen van oude klasgenoten en dergelijke die het leuk vonden om herinneringen op te halen. Voor je het weet zit je dan ineens tegenover mensen die je dertig jaar niet gezien hebt, te praten over belevenissen waaraan je dertig jaar niet gedacht hebt.
Een raar verschijnsel daarbij is wel dat die verhalen gaan over mensen die in feite niet meer bestaan. Elke tien jaar ben je immers weer totaal iemand anders. Ik tenminste wel. Ik begrijp mijn vroegere zelf de helft van de tijd voor geen meter.
Dat merkte ik bijvoorbeeld ook weer eens toen ik laatst mijn archief in moest. Ik vond een map met berichten van mijn oude weblog ‘Geruis uit de Kluis’, dat ik in de jaren nul bijhield. Voor ik het wist was ik er gebiologeerd in aan het lezen.
Veel van de dingen die ik toen met stelligheid riep, vervullen mij nu met afgrijzen. Of, veel erger nog: ik zie dat ik op sommige terreinen in die tijd verstandiger was dan nu. In één ding was ik absoluut briljant: draaikonterij. Als ik weer eens iets had geschreven wat echt niet door de beugel kon (en dat gebeurde regelmatig), wist ik me daaruit te wurmen met een verbale lenigheid waar ik nu nog versteld van sta.
“Veel van de dingen die ik toen met stelligheid riep, vervullen mij nu met afgrijzen”Tweet dit!
Ik wil jullie het volgende voorbeeld niet onthouden. Zo te zien had ik iets beledigends geschreven over iets of iemand. Ik heb geen flauw benul meer waarover het ging, en kan het betreffende stuk ook niet meer terugvinden.
Het zal wel niet te braaf zijn geweest, want ik had duidelijk het woord ‘aarsmade’ gebruikt. In plaats van te sterven van schaamte, zoals waarschijnlijk passend zou zijn geweest, had ik daar het volgende op gevonden:
“Ik vond mijn laatste stukje bij nader inzien niet zo stijlvol, dus heb ik het maar weggekieperd. Ik had het eigenlijk vooral geschreven omdat ik het woord ‘aarsmade’ zo graag eens wilde gebruiken. Ik ben een beetje raar als het om taal gaat, ik weet het. Ik vind ‘aarsmade’ gewoon een van de meest muzikale woorden uit het Nederlands.
Helaas brengt het gebruik ervan automatisch allerlei ordinaire en ook onsmakelijke associaties met zich mee, zodat dit prachtmuziekje in feite onbruikbaar is geworden. Dat is door mijn laatste actie maar weer eens bewezen.
Eigenlijk is het een veel te mooi woord om te verspillen aan zo’n vies beest als een, nou ja, een aarsmade. Het ware beter geweest als met deze welluidende klanken een edel dier of een bloem werd aangeduid. Helaas is dat voor eeuwig onmogelijk gemaakt door de arme idioot die dit glanzende juweel uit de Nederlandse klankenrijkdom heeft misbruikt om er een wriemelend parasitair ondier mee op te sieren.
Nooit zal er nu geschreven worden: ‘Een kudde ranke aarsmaden danste trots over de steile rotsen boven de alpenweide’, of: ‘Hij verraste haar met een prachtige bos zoet geurende aarsmaden’, Jammer. (U zult het mij wel niet euvel duiden dat ik een afbeelding bij dit stukje maar achterwege laat.)”
Pater Hugo is kluizenaar te Warfhuizen. Elke drie weken schrijft hij een column in Katholiek Nieuwsblad.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.