Londen, Parijs, New York. Reizen. Wereldsteden. Ik heb reizen nooit zo begrepen; lees een boek, denk ik altijd bij mezelf. En ook: iedere stad zal altijd tegenvallen, was ik van overtuigd. Daarbij: Amsterdam, dat was voor mij echt het centrum van de wereld.
Reizen, dat was voor mij zoals het bordeel in L’Éducation Sentimentale (we noemen de Franse titel, zijn immers niet van de straat), van Flaubert. De gelukkigste herinnering van de hoofdpersoon is dat hij naar een bordeel zou gaan met een vriend. Eenmaal daar beseffen ze dat ze niet genoeg geld hebben en keren ze om: “Armoede houdt de mens vrij van zonde”, schrijft Flaubert.
Doordat hij zijn hele leven heeft kunnen dromen over hoe het geweest zou kunnen zijn, is het zijn beste herinnering. Geluk ligt, zo stelt Flaubert, in het vooruitkijken naar, het terugkijken op, zelden op het moment zelf waarin een ongedeelde werkelijkheid zich aandient.
Fernando Pessoa, de grote Portugese dichter, schrijft in zijn Boek der Rusteloosheid dat hij veel heeft gedroomd en dat daarin alles hem gelukt is. Dat hij keizer was, zijn legers werden verslagen, maar de nederlaag zacht was zonder gesneuvelden. En dat allemaal vanaf zijn straat in Lissabon, de Rua dos Douradores, dat wil zeggen, in zijn verbeelding.
Nog eentje: Sartre, in roman De Walging: zij zal terugkomen, van de wc, en weer aan zijn rechterzijde zitten en haar armen om zijn hals slaan. Toen voelde hij hevig dat hij een avontuur beleefde. Zodra ze echter terug kwam, ontstond direct de afkeer voor diezelfde vrouw. “Nu begrijp ik het: omdat ik weer moest beginnen te lezen en de indruk van het avontuur zojuist vergeten.”
Goed, het is duidelijk: geluk bestaat in het idee der dingen, niet in de werkelijkheid zelf.
“Waar God is, weet ik niet, maar in ieder geval niet meer in hoofdsteden”
Zo keek ik naar steden: waarom naar Parijs gaan als ik het beeld van de stad heb, vormgegeven door al die kunstzinnige regisseurs, zwart-wit, auto’s die nog niet EU-gereguleerd gestroomlijnd waren maar hoekig, zoals ze horen te zijn?
Het Londen van de eenentwintigste eeuw, hoe kan dat opboksen tegen het Londen van Dickens, bevolkt door prostituees, weeskinderen en een paar geesten? New York; hoe kan de schone stad voor miljonairs het winnen van het New York van de film Taxi Driver? Niet.
Maar ideeën worden leeg op den duur. Als je niet handelt, zoals Pessoa, dan zullen je ideeën ook verstarren; je kunt maar zoveel levens denken vanuit je kamertje, dan ga je jezelf herhalen. Door de wereld ín te gaan krijgt het idee van iets, het beeld, ook weer een nieuwe adem.
Sartre, Pessoa, Flaubert; ongelijk hadden ze niet, maar ze hadden ook geen gelijk. In een jaar tijd heb ik ineens New York (geweldig), Londen (geweldiger) en Parijs (mwah) bezocht, kosmopoliet die ik ben.
Wat wel jammer is: Amsterdam is niet meer het centrum van de wereld voor me. Een klein stadje met teveel overmoed, precies zoals de echte Amsterdammer. Nog vervelender: waar God is, weet ik niet, maar in ieder geval niet meer in hoofdsteden – hoeveel kerken daar ook staan.
Peter van Duyvenvoorde is schrijver en filosoof. Elke drie weken schrijft hij een column in Katholiek Nieuwsblad.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.