Tijdens de algemene audiëntie van 26 oktober sprak paus Franciscus over het verwelkomen van vreemdelingen en het kleden van de naakten.
Beste broeders en zusters, goedemorgen!
We gaan door met de reflectie op de lichamelijke werken van barmhartigheid, die de Heer Jezus ons heeft gegeven om ons geloof altijd levend en dynamisch te houden. In feite maken deze werken duidelijk dat christenen niet vermoeid en lui wachten op de uiteindelijke ontmoeting met de Heer, maar dat zij Hem iedere dag gaan ontmoeten, zijn gezicht herkennend in dat van de vele personen die om hulp vragen.
Vandaag reflecteren we op dit woord van Jezus: “Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed” (Mt. 25,35-36). Hoe meer tijdig is het werk met betrekking tot vreemdelingen. De economische crisis, gewapende conflicten en klimaatveranderingen zetten veel mensen aan tot emigratie.
Migraties zijn echter geen nieuw fenomeen, maar behoren tot de geschiedenis van de mensheid. Het is een gebrek aan historisch geheugen te denken dat zij in feite alleen van onze jaren zijn.
De Bijbel geeft ons zoveel concrete voorbeelden van migratie. Het volstaat om aan Abraham te denken. Gods roeping leidt hem ertoe zijn land te verlaten en naar een ander te gaan: “Trek weg uit uw land, uw stam en uw familie, naar het land dat Ik u aan zal wijzen” (Gen. 12,1).
Het was ook zo voor het volk van Israël, dat vanuit Egypte, waar zij slaven waren, veertig jaar door de woestijn trok tot zij Gods Beloofde Land bereikten.
De Heilige Familie zelf – Maria, Jozef en de kleine Jezus – was gedwongen te emigreren om te vluchten voor Herodes’ bedreiging: “Hij stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit. Daar blijf hij tot aan de dood van Herodes (…)” (Mt. 2,14-15).
De geschiedenis van de mensheid is de geschiedenis van migraties: in geen streek zijn er mensen die het migratiefenomeen niet gekend hebben.
In dit verband zijn we in de loop van de eeuwen getuigen geweest van grote uitdrukkingen van solidariteit, hoewel sociale spanningen niet ontbraken. Vandaag voedt de context van economische crisis helaas de opkomst van houdingen van geslotenheid en niet-verwelkomen. Muren en hindernissen komen in sommige delen van de wereld op.
Het lijkt er soms op dat het stille werk van vele mannen en vrouwen, die zichzelf op verschillende manieren weggeven om vluchtelingen en migranten te helpen en bij te staan, overschaduwd worden door het lawaai van anderen die stem geven aan een instinctief egoïsme. Maar afsluiten is geen oplossing; veeleer eindigt het ermee criminele mensenhandel te voeden. De enige oplossing is die van solidariteit – solidariteit met de migrant, solidariteit met de vreemdeling.
De toewijding van christenen op dit vlak is vandaag de dag even urgent als in het verleden. Als we alleen maar naar de afgelopen eeuw kijken, herinneren we ons de indrukwekkende figuur van Sint-Frances Cabrini, die haar leven, samen met haar gezellen, toewijdde aan de immigranten in de Verenigde Staten van Amerika. Vandaag hebben we ook behoefte aan deze getuigenissen zodat barmhartigheid de velen kan bereiken die behoeftig zijn.
Het is een toewijding die iedereen erbij betrekt; niemand wordt uitgesloten. De bisdommen, de parochies, de instituten van toegewijd leven, de verenigingen en bewegingen, evenals individuele christenen, wij zijn allen geroepen om broeders en zusters te ontvangen die vluchten voor oorlog, voor honger, voor geweld en voor onmenselijke levensomstandigheden. Wij allen samen zijn een grote kracht van steun voor allen die hun thuisland, familie, werk en waardigheid hebben verloren.
Een klein verhaal gebeurde enkele dagen geleden in de stad. Een vluchteling zocht een straat en een vrouw benaderde hem en zei hem: “Maar zoek je iets?” Die vluchteling had geen schoenen. En hij zei: “Ik zou naar de Sint-Pieter willen gaan om door de Heilige Deur te gaan.” En de dame dacht: “Maar hij heeft geen schoenen, hoe kan hij lopen?” En ze belde een taxi. Maar die migrant, die vluchteling stonk en de taxichauffeur wilde bijna niet dat hij zou instappen, maar uiteindelijk liet hij hem in de taxi stappen.
En tijdens de rit vroeg de vrouw, die naast hem zat, hem over zijn verhaal als vluchteling en migrant: het duurde tien minuten om hier te komen. De man vertelde zijn verhaal van verdriet, van oorlog, van honger en waarom hij zijn land was ontvlucht om naar hier te migreren. Toen ze aankwamen, opende de vrouw haar handtas om de taxichauffeur te betalen en de chauffeur, die aanvankelijk niet wilde dat de migrant zou instappen omdat hij stonk, zei tegen de vrouw: “Nee, mevrouw, ik zou u moeten betalen omdat u mij een verhaal hebt doen horen dat mijn hart heeft veranderd.”
Deze vrouw kende de pijn van een migrant omdat ze Armeens bloed had en het lijden van haar volk kende. Als we zoiets doen; aanvankelijk weigeren we omdat het ons wat last geeft, “maar… hij stinkt”, maar uiteindelijk parfumeert het verhaal onze ziel en doet het ons veranderen. Denk aan dit verhaal en laten we nadenken over wat we voor de vluchtelingen kunnen doen.
En het andere dat we kunnen doen is de naakten kleden: wat kan het anders betekenen dan het herstellen van de waardigheid van degene die die verloren heeft? Zeker, kleding geven aan wie daarvan verstoken blijft, maar we denken ook aan de vrouwelijke slachtoffers van mensenhandel die op straat worden gegooid, of aan de andere, te vele wegen om het menselijk lichaam, zelfs dat van minderjarigen, als handelswaar te gebruiken.
En zo is ook het niet hebben van werk, een huis, een rechtvaardig salaris, een vorm vaan naaktheid, of gediscrimineerd worden omwille van ras of omwille van geloof – dat zijn allemaal vormen van ‘naaktheid’ in het licht waarvan wij christenen geroepen worden aandachtig, waakzaam en klaar om te handelen te zijn.
Beste broeders en zusters, laten wij niet in de val trappen ons in onszelf terug te trekken, onverschillig over de noden van broeders en alleen bezorgd over onze belangen. Het is precies in de mate waarin wij ons openen voor anderen dat het leven vruchtbaar wordt, dat samenlevingen opnieuw vrede verwerven en dat individuen hun volle waardigheid hervinden.
En vergeet die vrouw niet, vergeet niet die migrant die stonk en vergeet niet de chauffeur wiens ziel door de migrant werd veranderd.
In de serie toespraken over de lichamelijke werken van barmhartigheid sprak paus Franciscus eerder over het voeden van de hongerigen en het laven van de dorstigen.