Op woensdag 6 juli sprak paus Franciscus tot de armen van het aartsbisdom Lyon, die op bedevaart in Rome waren.
Beste vrienden,
Ik ben zeer blij jullie te ontvangen. Wat jullie omstandigheden ook zijn, wat voor geschiedenis jullie ook hebben, welke last jullie ook dragen, het is Jezus die ons rond zich verenigt. Als Jezus iéts heeft, dan is het wel die capaciteit om te ontvangen. Hij ontvangt iedereen zoals hij is. In Hem zijn wij broeders, en ik zou willen dat jullie voelen hoezeer jullie welkom zijn; jullie aanwezigheid is belangrijk voor mij, en het is ook belangrijk dat jullie je thuis voelen.
Jullie geven, samen met de verantwoordelijken die jullie begeleiden, een prachtig voorbeeld van evangelische broederschap door zo samen op pelgrimstocht te gaan. Inderdaad, jullie zijn hier gekomen terwijl jullie elkaar droegen. Aan de éne kant degenen die jullie liefdevol helpen, jullie de middelen en de tijd schenken om jullie te laten komen; en jullie, van jullie kant, die hun, ons, mij Jezus zelf geven.
Want Jezus heeft jullie omstandigheden willen delen; Hij is, uit liefde, een van jullie geworden: veracht door de mensen, vergeten, als iemand die helemaal niet telt. Als het jullie overkomt dit alles door te maken, bedenk dan dat ook Jezus dit net als jullie heeft doorgemaakt. Het is het bewijs dat jullie dierbaar zijn in zijn ogen, en dat Hij jullie nabij is.
Jullie staan in het hart van de Kerk, zoals pater Giuseppe Wresinski zei, want Jezus heeft in zijn leven altijd voorrang gegeven aan mensen zoals jullie, die in soortgelijke omstandigheden leefden. En de Kerk, die bemint en de voorkeur geeft aan dat wat Jezus heeft bemind en waaraan Jezus de voorkeur gaf, kan niet rusten zolang zij niet alle mensen die afwijzing of uitsluiting ervaren, en die niet meetellen, bereikt heeft.
In het hart van de Kerk maken jullie het ons mogelijk Jezus te ontmoeten, omdat jullie over Hem spreken, niet zozeer met woorden, maar met heel jullie leven. En jullie getuigen van het belang van kleine gebaren, die iedereen tot zijn beschikking heeft, die ertoe bijdragen de vrede op te bouwen, door ons eraan te herinneren dat wij broeders zijn, en dat God Vader is van ons allemaal.
Nu komt er ineens bij me op te proberen me voor te stellen wat de mensen hebben moeten denken toen zij Maria, Jozef en Jezus op straat zagen, op de vlucht naar Egypte. Zij waren arm, zij leden onder de vervolging: maar God was daar.
Beste begeleiders, ik wil jullie bedanken voor alles wat jullie doen, trouw aan de intuïtie van pater Giuseppe Wresinski, die wilde uitgaan van het leven dat we delen, en niet van abstracte theorieën. Abstracte theorieën voeren ons naar ideologieën, en ideologieën brengen ons ertoe te negeren dat God vlees is geworden, een van ons is geworden! Want het is het samenleven met de armen dat ons omvormt en bekeert.
En denk hier eens goed over na! Niet alleen gaan jullie hen tegemoet – ook degene die zich schaamt en zich verbergt –, niet alleen lopen jullie met hen op, proberend hun lijden te begrijpen en in hun gemoedsgesteldheid binnen te treden; maar jullie proberen ook binnen te treden in hun wanhoop. Bovendien bouwen jullie een gemeenschap om hen heen, waarmee zij, in zekere zin, een bestaan terugkrijgen, een identiteit, waardigheid. Het Jaar van de Barmhartigheid is dé gelegenheid om die dimensie van solidariteit, van broederschap, van hulp en wederzijdse steun te herontdekken en te beleven.
Beste broeders, ik vraag jullie vooral om moed te houden en juist te midden van jullie angsten, de vreugde van de hoop te bewaren. Die vlam die in jullie woont, dooft niet. Want wij geloven in een God die alle onrechtvaardigheden herstelt, die voor alle lijden troost biedt en die hen, die op Hem blijven vertrouwen, beloont.
In afwachting van die dag van vrede en licht, is jullie bijdrage wezenlijk voor de Kerk en voor de wereld: jullie zijn getuigen van Christus, jullie zijn voorsprekers bij God die jullie gebeden op heel bijzondere wijze verhoort.
Jullie vragen mij de Kerk van Frankrijk eraan te herinneren dat Jezus lijdt voor de deur van onze kerken als de armen daar niet aanwezig zijn. “De schatten van de Kerk, dat zijn de armen”, zei de Romeinse diaken, de heilige Laurentius.
En tot slot zou ik jullie een gunst willen vragen, meer dan een gunst, ik wil jullie een opdracht meegeven: een opdracht die alleen jullie, in jullie armoede, in staat zijn uit te voeren. Ik verklaar me nader: Jezus was soms heel erg streng en heeft mensen die de boodschap van de Vader niet aannamen, streng berispt. Maar net zo, zoals Hij ook dat mooie woord “zalig” heeft gericht tot de armen, tot de hongerigen, tot hen die wenen, tot hen die worden gehaat en vervolgd, heeft Hij ook een woord gezegd dat, uit zijn mond, afschrikt! Hij heeft ook gezegd: “Wee…!” En dat heeft hij gezegd tegen de rijken, de “wijzen”, tot hen die nu lachen, tot hen die erop gesteld zijn te worden geprezen, tot de hypocrieten.
Ik geef jullie de opdracht voor hen te bidden, opdat de Heer hun hart verandert. Ik vraag jullie ook te bidden voor degenen die verantwoordelijk zijn voor jullie armoede, opdat zij zich bekeren! Bidden voor de vele rijken die zich kleden in purperen en linnen gewaden en feestvieren met grote banketten, zonder zich er rekenschap van te geven dat er aan hun deur zovele Lazarussen staan, die gretig hun honger zouden willen stillen met wat er overblijft van hun tafels.
Bidt ook voor de priesters, voor de levieten die – als ze die geslagen halfdode man zien liggen – er langs lopen en de andere kant op kijken, omdat zij geen medelijden hebben.
Al die mensen, en er zijn er zeker nog anderen die in negatieve zin iets met jullie armoede en met zoveel pijn te maken hebben, lach hun allemaal toe vanuit jullie hart, verlang voor hen het goede en vraag Jezus dat zij zich bekeren. En ik verzeker jullie dat, als jullie dat doen, er grote vreugde zal zijn in de Kerk, in jullie hart en ook in het geliefde Frankrijk.
Nu, onder de blik van onze hemelse Vader, vertrouw ik jullie allemaal toe aan de bescherming van de moeder van Jezus en aan de H. Jozef, en geef ik jullie van harte de apostolische zegen. En laten we nu samen het Onzevader bidden. (Vert. BR)
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.