fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

De Heilige Geest: beschermer en trooster

KN Redactie 1 juni 2017
image
(Foto: AP)

Tijdens de algemene audiëntie van 31 mei sprak paus Franciscus over de Heilige Geest die ons doet overvloeien van hoop (vlg. Rom. 15,13).

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Met het naderen van het hoogfeest van Pinksteren kunnen we het niet nalaten te spreken over de relatie tussen de christelijke hoop en de Heilige Geest. De Geest is de wind die ons voortdrijft, die ons op weg houdt, waardoor we ons pelgrims en toeristen voelen, en die ons niet de kans geeft gemakzuchtig te worden en een volk te worden dat ‘stil zit’.

Het zeil

In de brief aan de Hebreeën wordt de hoop vergeleken met een anker (vlg. Hebr. 6,18-19), en aan dat beeld kunnen we dat van het zeil toevoegen. Waar het anker het voorwerp is dat vastigheid aan de boot geeft en die ‘verankerd’ houdt te midden van de golvende zee, is het zeil het voorwerp dat de boot doet varen en doet voortgaan over de wateren. De hoop is echt als een zeil: die verzamelt de wind van de Heilige Geest en verandert die in de voortstuwende kracht die de boot, afhankelijk van het doel, naar de open zee doet drijven of naar de oever.

Deze prachtige woorden

De apostel Paulus besluit zijn brief aan de Romeinen met de volgende wens, en luister goed, aanhoor goed, wat een mooie wens dit is: “Moge de God van de hoop u vervullen met alle vreugde en vrede in het geloven, zodat gij overvloeit van hoop, door de kracht van de heilige Geest” (Rom. 15,13). Laten we even stilstaan bij de inhoud van deze prachtige woorden.

De uitdrukking “God van de hoop” wil niet alleen zeggen dat God het onderwerp van onze hoop is, ofwel Degene die we ooit hopen te ontmoeten in het eeuwig leven; het wil ook zeggen dat God ook nu al Degene is die ons doet hopen, beter nog, die ons “blij maakt door de hoop” (vlg. Rom. 12,12): nu al blij te hopen, en niet alleen maar hopen blij te mogen zijn.

Het is de vreugde van het hopen en niet hopen vreugde te hebben, vandaag al. “Zolang er leven is, is er hoop”, is een bekend gezegd, maar het omgekeerde is ook waar: zolang er hoop is, is er leven. Mensen hebben hoop nodig om te leven en ze hebben de Heilige Geest nodig om te hopen.

Hopen ‘tegen alle hoop in’

We hebben gehoord dat Sint-Paulus aan de Heilige Geest het vermogen toekent om ons zelfs te “overvloeien van hoop” (Rom. 15,13). Overvloeien van hoop betekent nooit de moed opgeven; het betekent hopen “tegen alle hoop in” (Rom. 4,18), ofwel hopen ook al neemt elke menselijke reden om te hopen af, zoals dat bij Abraham het geval was toen God hem vroeg om zijn enige zoon Isaak te offeren, en zoals dat nog meer het geval was bij de Maagd Maria aan de voet van Jezus’ kruis.

Erfgenamen van God

De Heilige Geest maakt deze onoverwinnelijke hoop mogelijk door ons het innerlijk getuigenis te geven van het feit dat we kinderen van God zijn en zijn erfgenamen (vlg. Rom. 8,16-17). Hoe zou Degene die ons zijn eigen en enige Zoon gegeven heeft ons daarnaast niet ook al het andere schenken? (vlg. Rom. 8,32).

Broeders en zusters, “de hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken” (Rom. 5,5). Om die reden wordt die niet teleurgesteld, omdat de Heilige Geest in ons leeft en die dwingt ons om vooruit te gaan, altijd! En daarom wordt de hoop niet teleurgesteld.

Zaai hoop

En er is nog meer: de Heilige Geest zorgt er niet alleen voor dat we in staat zijn om te hopen, maar ook om zaaiers van hoop te zijn. Om net als Hij en dankzij Hem ook ‘parakleten’ te zijn, ofwel troosters en beschermers van onze broeders, zaaiers van hoop. Een christen kan verbittering zaaien, kan twijfel zaaien en dat is niet christelijk; wie dat doet, is geen goed christen. Zaai hoop: zaai de olie van hoop, zaai het parfum van hoop en niet het azijn van verbittering en van wanhoop.

Beschermers en troosters!

De zalige kardinaal Newman zei eens in een preek aan de gelovigen: “Opgeleid door ons eigen lijden, door onze eigen pijn, zelfs door onze eigen zonden, zullen wij een geest en een hart hebben die opgeleid zijn voor elk werk van liefde jegens degenen die er behoefte aan hebben. We zullen, naar gelang onze capaciteiten, troosters zijn naar het beeld van de Parakleet, ofwel de Heilige Geest, in elke zin van dat woord: advocaten, assistenten, brengers van troost. Onze woorden en onze adviezen, onze manier van doen, onze stem, onze blik, ze zullen vriendelijk en rustgevend zijn” (uit Parochial and plain Sermons, vol. V).

En het zijn vooral de armen, de uitgeslotenen, de niet geliefden die behoefte hebben aan iemand die voor hen een ‘parakleet’ is, ofwel een trooster en een beschermer, zoals de Heilig Geest dat is voor ieder van ons die hier op het plein staat: een trooster en een beschermer. Wij moeten hetzelfde doen met de meest hulpbehoevenden, de ergst afgewezenen, met degenen die dat het meest nodig hebben, degenen die het meest te lijden hebben. Beschermers en troosters!

De gehele schepping

De Heilige Geest voedt de hoop niet alleen in het hart van de mensen, maar ook in de gehele schepping. De apostel Paulus zegt – en dat lijkt een beetje vreemd, maar het is waar – dat ook de schepping “vurig verlangt” naar de bevrijding en “kreunt en lijdt” zoals bij de barensweeën (vlg. Rom. 8, 20-22).

“De energie die in staat is om de wereld in beweging te brengen is geen anonieme en blinde kracht, maar het is de actie van de Geest van God die ‘zweefde over de wateren’ (Gen. 1,2) aan het begin van de schepping” (Benedictus XVI, preek van 31 mei 2009). Ook dat dwingt ons om de schepping te respecteren: je kunt geen schilderij bekladden zonder de schilder te beledigen die het heeft gemaakt.

Verenigd in gebed

Broeders en zusters, het naderende feest van Pinksteren – dat de verjaardag van de Kerk is – vindt ons verenigd in gebed, met Maria, de Moeder van Jezus en onze Moeder. En dat de gave van de Heilige Geest ons doet overvloeien met hoop.

Ik zal het nog beter zeggen: dat Hij ons hoop laat verspreiden over al diegenen die het meest hulpbehoevend zijn, het ergst afgewezen en over al diegenen die er de meeste behoefte aan hebben. Dank u wel. (Vert. SvdB)