Tijdens de algemene audiëntie van 11 april sprak paus Franciscus over de betekenis van het doopsel.
Beste broeders en zusters, goedemorgen!
De vijftig dagen van de paastijd zijn uitermate geschikt om te reflecteren op het christelijk leven dat, vanuit haar aard, het leven is dat van Christus zelf komt. We zijn dan ook christenen in de mate waarin we Jezus Christus in onszelf laten leven.
Vanuit welk punt kunnen we dan beter vertrekken om deze wetenschap te doen herleven, dan vanuit het begin, vanuit het sacrament dat het christelijk leven in ons heeft ontstoken? Dat is het doopsel. Het Pasen van Christus, vol van zijn nieuwheid, bereikt ons door middel van het doopsel om ons naar zijn beeld te veranderen: de gedoopten zijn van Jezus Christus, Hij is de Heer van hun bestaan.
Het doopsel is “het fundament van heel het christelijk leven” (Catechismus van de katholieke Kerk, 1213). Het is het eerste sacrament, omdat het de deur is die Christus de Heer de toegang verschaft tot onze persoon en ons de kans geeft ondergedompeld te worden in zijn Mysterie.
Het Griekse woord voor ‘dopen’ betekent ‘onderdompelen’ (vlg. de Catechismus, 1214). Het bad met water is een ritus die bij verschillende religies voorkomt om een overgang uit te drukken van de ene situatie naar de andere, een teken van zuivering voor een nieuw begin. Maar ons christenen mag niet ontgaan dat als het lichaam wordt ondergedompeld in het water, de ziel ondergedompeld wordt in Christus om vergeving van de zonde te verkrijgen en te schitteren van goddelijk licht.
Krachtens de Heilige Geest, dompelt het doopsel ons onder in de dood en de verrijzenis van de Heer, door de oude mens, gedomineerd door de zonde die ons scheidt van God, te verdrinken in het doopvont en de nieuwe mens, opnieuw geschapen in Jezus, geboren te doen worden. In Hem zijn al Adams kinderen geroepen tot nieuw leven.
Het doopsel is dus een wedergeboorte. Ik ben er zeker van, heel zeker, dat wij ons allemaal de dag van onze geboorte herinneren. Maar ik vraag me wat weifelend af, en ik vraag het nu aan jullie: weet iedereen wat de datum van zijn of haar doopsel is? Sommigen zeggen van wel, en dat is goed. Maar het is een wat twijfelachtig ja, omdat heel veel mensen die datum niet weten. Maar als we de dag van onze geboorte vieren, waarom dan niet de dag van onze wedergeboorte vieren, of ten minste gedenken?
Ik geef jullie een opdracht mee, een opdracht om thuis te maken. Iedereen die niet weet wanneer hij gedoopt is, vraagt het aan zijn moeder, tantes, ooms, neven, nichten. Vraag “weet jij wanneer ik ben gedoopt?”, en vergeet het dan nooit meer. En bedank op die dag de Heer, want juist op die dag is Jezus in me gekomen, is de Heilige Geest in me gekomen. Hebben jullie de opdracht voor thuis goed begrepen? Wij moeten allemaal weten wanneer we gedoopt zijn. Het is een ander soort verjaardag: de verjaardag van de wedergeboorte. Vergeet de opdracht niet te maken alsjeblieft.
Laten we denken aan de laatste woorden van de Verrezene aan de apostelen; het is een heel precies mandaat: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest” (Mt. 28,19). Door middel van het doopsel, wordt degene die in Christus gelooft, ondergedompeld in het leven van de Drie-eenheid.
Het doopwater is dan ook niet zomaar water, maar het water waarover de Heilige Geest is afgeroepen die “het leven geeft” (Credo). Denken we maar aan wat Jezus zei tegen Nikodémus om hem de geboorte van het goddelijk leven uit te leggen: “Als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het Rijk Gods niet binnengaan. Wat geboren is uit het vlees is vlees, en wat geboren is uit de Geest is geest” (Joh. 3,5-6). Daarom wordt het doopsel ook wel ‘wedergeboorte’ genoemd: we geloven dat God “ons heeft gered door het bad van wedergeboorte en vernieuwing door de heilige Geest” (Tit. 3,5).
Het doopsel is daarom een indringend teken van wedergeboorte om in een nieuw leven te wandelen. Daar herinnert de apostel Paulus de christenen van Rome aan: Gij weet toch, dat de doop, waardoor wij een zijn geworden met Christus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dood? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden” (Rom. 6,3-4).
Door ons onder te dompelen in Christus, maakt het doopsel ons ook tot een ledemaat van zijn Lichaam, dat de Kerk is, en deelgenoot aan haar zending in de wereld (vlg. de Catechismus, 1213). Wij gedoopten leven niet geïsoleerd: wij zijn ledematen van het Lichaam van Christus.
De vitaliteit die voortkomt uit de bron van het doopsel wordt geïllustreerd door deze woorden van Jezus: “Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht” (Joh. 15,5). Een enkel leven, dat van de Heilige Geest, stroomt van Christus naar de gedoopten, waardoor zij verenigd worden in een enkel Lichaam (vlg. 1Kor. 12,13), gezalfd door de heilige zalving en gevoed door de eucharistische tafel.
Het doopsel geeft Christus de kans om in ons te leven en geeft ons de kans om verenigd met Hem te leven, om samen te werken in de Kerk, ieder vanuit zijn eigen situatie, aan de transformatie van de wereld. We ontvangen het doopsel eenmaal en het verlicht dan ons hele leven; het begeleidt onze wegen tot aan het hemelse Jeruzalem.
Er is een tijd voor en een tijd na het doopsel. Het sacrament vraagt om een geloofsweg, die we het catechumenaat noemen. Dat is evident als we als volwassenen om het doopsel vragen. Maar ook kinderen worden al sinds de oudheid gedoopt in het geloof van hun ouders (vlg. de ritus van de kinderdoop).
En daar wil ik jullie graag iets over zeggen. Sommige mensen denken: waarom een kindje dopen dat het niet begrijpt? We hopen dat hij opgroeit, dat hij het gaat begrijpen en dan zelf om het doopsel zal vragen. Maar dat betekent dat je geen vertrouwen hebt in de Heilige Geest, want als wij een kindje dopen, komt de Heilige Geest in dat kindje binnen en laat de Heilige Geest in dat kindje, van kinds af aan, christelijke deugden groeien die vervolgens tot bloei zullen komen. Je moet iedereen, alle kinderen, altijd deze kans bieden om de heilige Geest in hen te hebben die hen hun leven lang begeleidt. Vergeet je kinderen niet te laten dopen!
Niemand verdient het doopsel, dat altijd een gratis geschenk is voor iedereen, volwassenen en pasgeborenen. Maar zoals dat gebeurt bij een zaadje vol leven, wortelt dit geschenk zich en brengt het vrucht voort op de grond die gevoed is door het geloof.
De doopgeloften die we elk jaar hernieuwen in de paaswake moeten elke dag opnieuw opleven, opdat het doopsel ‘verchristelijkt’: wij moeten niet bang zijn voor dit woord. Het doopsel ‘verchristelijkt’ ons; wie het doopsel heeft ontvangen, ‘verchristelijkt’, lijkt op Christus, verandert in Christus en wordt zo echt tot een andere Christus gemaakt. (Vert. SvdB)
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.