fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

Een biddende Kerk zijn

KN Redactie 8 maart 2018
image
Foto: AP

Tijdens de algemene audiëntie van 7 maart sprak paus Franciscus over het eucharistisch gebed.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

We gaan verder met de catecheses over de heilige Mis en tijdens deze catechese staan we stil bij het eucharistisch gebed.

Na de ritus van de bereiding van de gaven begint het eucharistisch gebed, dat de viering van de Mis kenmerkt en er het centrale moment van is, gericht op de heilige Communie. Het gaat terug op het moment dat Jezus zelf, aan tafel met de apostelen tijdens het Laatste Avondmaal, “het dankgebed uitsprak” over het brood en vervolgens over de beker met wijn (vlg. Mt. 26,27; Mc. 14,23; Lc. 22, 17-19; 1 Kor. 11,24): zijn dankzegging herleeft in elke Eucharistie die we vieren en verenigt ons met zijn verlossende offergave.

Een eenheid vormen met Jezus

En in dit plechtige gebed – het eucharistisch gebed is plechtig – drukt de Kerk uit wat zij doet wanneer ze de Eucharistie viert en de reden ervoor, ofwel een eenheid vormen met Christus die werkelijk aanwezig is in het geconsacreerde brood en de geconsacreerde wijn.

Na het volk te hebben gevraagd om hun hart naar de Heer te verheffen en Hem dank te zeggen, spreekt de priester het gebed met luide stem uit, in naam van alle aanwezigen, en richt hij zich tot de Vader door middel van Jezus Christus in de heilige Geest.

In begrijpelijke taal

“De betekenis van dit gebed is dat heel de geloofsgemeenschap zich verenigt met Christus in het verheerlijken van Gods grote werken en in het aanbieden van het offer” (Algemeen Statuut van het Romeins Missaal, 78). En om zich te verenigen, moeten we begrijpen.

Daarom heeft de Kerk de Mis willen vieren in de taal die de mensen begrijpen, zodat iedereen zich kan aansluiten bij dit lof en bij dit grote gebed samen met de priester. In werkelijkheid, “vormt het offer van Christus met het offer van de Eucharistie één enkel offer” (Catechismus van de katholieke Kerk, 1367).

Dankzegging

In het missaal staan verschillende formules van het eucharistisch gebed, die allemaal bestaan uit kenmerkende elementen die ik nu wil benoemen (vlg. de Catechismus, 1352-1354). Ze zijn allemaal prachtig. Allereerst is er de prefatie die een dankzegging is voor Gods gaven, in het bijzonder voor het zenden van zijn Zoon als Verlosser.

De prefatie wordt afgesloten met de acclamatie van het Sanctus dat gewoonlijk gezongen wordt. Het is mooi om het Sanctus te zingen: “Heilig, heilig, heilig de Heer”. Het is mooi om het te zingen. Heel de gemeenschap verenigt zich met de stem van de engelen en de heiligen om God te eren en te verheerlijken.

Het Lichaam van Christus en daarmee uit!

Dan volgt het aanroepen van de Geest opdat Hij met zijn kracht het brood en de wijn consacreert. We roepen de Geest aan opdat Hij komt en opdat Jezus in het brood en de wijn aanwezig is. De werking van de heilige Geest en van Christus’ eigen woorden die uitgesproken worden door de priester, zorgen ervoor dat zijn Lichaam en zijn Bloed, zijn offer aan het kruis eens en voor allen, werkelijk aanwezig zijn onder de gedaanten van brood en wijn (vlg. de Catechismus, 1375).

Jezus is daar heel duidelijk over geweest. We hebben gehoord hoe de heilige apostel Paulus aan het begin vertelt over Jezus’ woorden: “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed”. “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed”: het is Jezus zelf die dat heeft gezegd. Wij moeten ons geen gekke dingen in het hoofd halen: “Maar, hoe is het mogelijk dat…”. Het is het lichaam van Jezus, en daarmee uit!

Mysterie van het geloof

Het geloof schiet ons te hulp. Door een daad van geloof geloven we dat dit het lichaam en het bloed van Jezus is. Het is “het mysterie van het geloof”, zoals we na de consecratie zeggen. De priester zegt: “Mysterie van het geloof” en wij antwoorden met een acclamatie.

Door het vieren van de herinnering aan de dood en verrijzenis van de Heer, in afwachting van zijn glorievolle terugkeer, biedt de Kerk de Vader het offer aan dat hemel en aarde verzoent: ze biedt het paasoffer van Christus aan en offert zich samen met Hem en vraagt, door de kracht van de heilige Geest, om “in Christus één lichaam en één geest” te worden (vlg. Sacrosanctum Concilium, 48).

Eén lichaam en één geest

De Kerk wil zich verenigen met Christus en met de Heer één lichaam en één geest worden. Dat is de genade en de vrucht van de sacramentele Communie: we voeden ons met het Lichaam van Christus om zijn levende Lichaam te worden, wij die ervan eten, in de wereld van vandaag.

Dat is het Mysterie van de Communie: de Kerk verenigt zich met het offer van Christus en met zijn bemiddeling en in dat licht “wordt de Kerk in de catacomben vaak voorgesteld als een biddende vrouw, de armen wijd uitgestrekt in de orantehouding. Zoals Christus die zijn armen op het kruis heeft uitgestrekt, offert zij zich door Hem en in Hem en spreekt zij voor alle mensen ten beste” (Catechismus, 1368).

Een biddende Kerk

De Kerk die bidt. Het is mooi om te bedenken dat de Kerk bidt. Er is een passage in de Handelingen der Apostelen waarin over de christelijke gemeenschap wordt gezegd, als Petrus in de gevangenis zit: “Onophoudelijk bad zij voor hem”. De Kerk die bidt, de biddende Kerk. En wanneer wij naar de Mis gaan is het om dat te doen: een biddende Kerk zijn.

Het eucharistisch gebed vraagt aan God om al zijn kinderen in de volmaaktheid van de liefde te ontvangen. En in eenheid met de paus en de bisschop, die bij naam worden genoemd, als teken dat we vieren in verbondenheid met de universele en met de lokale Kerk.

Niemand wordt vergeten

Het smeekgebed wordt, zoals de offergave, tot God gericht voor alle leden van de Kerk, de levenden en de doden, in afwachting van de zalige hoop te delen in het eeuwige erfgoed van de hemel, samen met de Maagd Maria (vlg. de Catechismus, 1369-1371).

Niets of niemand wordt vergeten in het eucharistisch gebed, maar alles wordt tot God teruggevoerd, zoals de doxologie aangeeft waarmee het wordt afgesloten. Niemand wordt vergeten.

Je betaalt niet voor de Mis!

En als ik iemand ken, familie en vrienden die in nood zijn of van deze wereld zijn heengegaan naar de volgende, kan ik ze op dat moment noemen: in mezelf en in stilte of hun naam laten noteren zodat die wordt opgenoemd. “Maar hoeveel moet ik betalen om mijn intentie te laten lezen?” – “Niets”.

Hebben jullie dat begrepen? Niets! Je betaalt niet voor de Mis. De Mis is de offergave van Christus, die gratis is. De verlossing is gratis. Als je iets wil geven, doe dat dan, maar je betaalt niet. Het is belangrijk om dat te begrijpen.

Drie houdingen

We kunnen het idee hebben dat deze vastgestelde vorm van gebed wat ver van ons afstaat en het is waar, het is een oude vorm. Maar als we de betekenis ervan goed begrijpen, zullen we er beter aan gaan deelnemen. In dit gebed wordt alles uitgedrukt dat we doen in de eucharistieviering. En ook leert het ons drie houdingen te ontwikkelen die nooit mogen ontbreken in Jezus’ leerlingen.

Die drie houdingen zijn: allereerst leren dank je wel te zeggen, altijd en op elke plaats, en niet alleen op sommige momenten als alles goed gaat; ten tweede: van ons leven een geschenk van liefde maken, vrij en gratis; ten derde: bouwen aan concrete eenheid, in de Kerk en met iedereen. Dit centrale gebed in de Mis leert ons dus, beetje bij beetje, om van ons hele leven een “Eucharistie” te maken, ofwel een dankzegging. (Vert. SvdB)