Auguste Chapdelaine werd in 2000 zalig verklaard als een van de Martelaren van China. Hij wordt op 29 februari herdacht en kan daarom met recht een ‘schrikkelzalige’ worden genoemd.
De Franse missionaris Auguste Chapdelaine zit gevangen in de binnenlanden van China. De losprijs is bepaald op 150 zilverstukken.
De koloniale Fransen en Engelsen hadden halverwege de negentiende eeuw in hun overheersingsdrang godsdienstvrijheid van de Chinese keizer weten af te dwingen. In de vijf grote havens van zijn rijk mochten westerse missionarissen gaan en staan waar zij maar wilden.
Tot in 1850 de protestantse Hong Xiuquan in opstand kwam tegen de “goddeloze” heerser. In een visioen zou hem duidelijk zijn geworden dat hij Jezus’ broer was. De strijd werd lang en bloederig. In veertien jaar tijd vonden naar schatting meer dan twintig miljoen Chinezen de dood. Álle christenen kregen daarvan de schuld.
Verborgen voor de wereld werkt pater Auguste Chapdelaine in de afgelegen bergstreken van het oneindige rijk. Talloze bekeringen weet hij daar te bewerkstelligen. Tot op een zekere dag een Chinees zijn beklag doet bij de plaatselijke autoriteiten. Een van zijn vrouwen had het katholieke geloof aangenomen en hem daarop geweigerd.
Pater Auguste duikt onder in het huis van de plaatselijke onderwijzer, waar hij op 26 februari 1856 wordt gevonden en gearresteerd. Tijdens het showproces wordt de Fransman veroordeeld tot 150 slagen met een bamboestok in het gezicht en driehonderd met een knuppel op zijn rug.
De eerste striem rijt de wang al open, er volgen er nog 149. Wanneer de mannen klaar zijn met hun slachtoffer, slepen ze het halfdode lichaam naar zijn cel. Na enkele stappen springt de missionaris echter recht overeind, en roept alsof er niets gebeurd is: “De goede God zegent en beschermt mij.”
Daarop laat de Chinees hem in een kooi binden. Zijn nek zit in een gat in de bovenkant geklemd, zijn hoofd steekt naar buiten. In de kooi raken zijn tenen net de grond, waardoor hij de nacht letterlijk zwevend tussen leven en dood doorbrengt.
De volgende morgen verklaart de Chinees het leven van de gevangene te willen sparen. Voor vierhonderd zilverstukken zal hij hem laten gaan. Als deze roept: “Ik heb geen geld, alleen maar boeken” laat de Chinees de prijs zakken tot 150 zilverstukken. Maar de christenen zijn bang, en er komt niemand om het losgeld te betalen.
Daarop laat de Chinees de 42-jarige priester, na hem eerst nog mishandeld te hebben, onthoofden. Als het zwaard valt, is Auguste Chapdelaine in het hemels Paradijs. Het is 29 februari van het schrikkeljaar 1856.
Paus Johannes Paulus II verklaarde in 2000 Auguste Chapdelaine als een van de Martelaren van China zalig.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.
