fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

God verlaat ons nooit

KN Redactie 26 april 2017
image
Foto: AP

Tijdens de algemene audiëntie van 26 april sprak paus Franciscus over Jezus’ belofte die hoop geeft (Mat. 28,20).

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

“Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mat. 28,20). Die laatste woorden van het Evangelie volgens Matteüs roepen de profetische aankondiging in herinnering die we aan het begin vinden: “Men zal Hem de naam Immanuël geven. Dat is in vertaling: God met ons” (Mat. 1,23; vlg. Jes. 7,14).

God met ons

God zal met ons zijn, alle dagen, tot aan het einde van de wereld. Jezus zal met ons mee wandelen, alle dagen, tot aan het einde van de wereld. Heel het Evangelie ligt besloten tussen deze twee uitspraken; het zijn woorden die het mysterie overbrengen van God wiens naam, wiens identiteit is ‘zijn met’: Hij is geen geïsoleerde God, Hij is een God-met, in het bijzonder met ons, ofwel met de menselijke schepping.

Onze God is geen afwezige God, weggehaald door een hemel die heel ver weg is; Hij is wel een God die een ‘passie’ heeft voor de mens en zo teder van hem houdt dat Hij niet in staat is zich van die mens te scheiden. Wij mensen zijn in staat om bruggen en banden te verbreken. Hij echter niet. Als ons hart ijskoud wordt, blijft het zijne altijd gloeiend heet.

Onze God begeleidt ons altijd, ook al zouden wij Hem per ongeluk vergeten. Op de lijn die het ongeloof van het geloof scheidt, is het doorslaggevend te ontdekken dat we geliefd zijn en begeleid worden door onze Vader en dat we nooit door Hem in de steek worden gelaten.

Een pelgrimage

Ons bestaan is een pelgrimage, een weg. Ook degenen die gedreven worden door eenvoudige menselijke hoop, ontwaren de verleiding van de horizon die hen dwingt tot het ontdekken van werelden die ze nog niet kennen. Onze ziel is een reizende ziel. De Bijbel staat vol verhalen over pelgrims en reizigers.

De roeping van Abraham begint met dit bevel: “Trek weg uit uw land” (Gen. 12,1). En de aartsvader verlaat dat stukje van de wereld dat hij zo goed kende en dat een van de bakermatten van de samenleving van zijn tijd was.

Alles wees erop dat het niet wijs was die reis te maken. En toch vertrekt Abraham. We worden geen volwassen mannen en vrouwen als we niet de aantrekkingskracht van de horizon ontwaren: die grens tussen hemel en aarde die vraagt om bereikt te worden door een volk van wandelaars.

Nooit alleen

Op zijn weg in de wereld is de mens nooit alleen. Vooral de christen voelt zich nooit in de steek gelaten, want Jezus verzekert ons dat Hij ons niet alleen staat op te wachten aan het einde van onze lange reis, maar dat Hij ons op alle onze dagen begeleidt.

Tot wanneer zal de zorg van God voor de mens duren? Tot wanneer zal de Heer Jezus, die met ons mee wandelt, voor ons zorgen? Het antwoord van het Evangelie laat er geen twijfel over bestaan: tot aan de voleinding van de wereld!

De hemel zal voorbijgaan, de aarde zal voorbijgaan, de menselijke hoop zal uitgewist worden, maar het Woord van God is groter dan wat dan ook en zal niet voorbijgaan. En Hij zal God met ons zijn, de God Jezus die met ons mee wandelt.

Hij houdt van ons!

Er zal geen dag in ons leven zijn waarop we niet langer een zorg zijn voor het hart van God. Iemand zou echter kunnen zeggen: ‘Maar wat zegt u nu?’. Ik zeg dit: er zal geen dag in ons leven zijn waarop we niet langer een zorg zijn voor het hart van God. Hij maakt zich zorgen om ons en wandelt met ons mee.

En waarom doet Hij dat? Simpelweg omdat Hij van ons houdt. Hebben jullie dat begrepen? Hij houdt van ons! En God zal zeker in al onze noden voorzien, Hij zal ons niet verlaten in tijden van beproeving en duisternis.

Die zekerheid wil zich nestelen in onze ziel om daar nooit meer weg te gaan. Sommigen noemen dat de ‘Voorzienigheid’. Ofwel de nabijheid van God, de liefde van God, het op weg zijn van God met ons heet ook de ‘Voorzienigheid van God’: Hij voorziet in ons leven.

Het anker

Het is geen toeval dat er onder de christelijke symbolen voor de hoop één is die ik heel erg mooi vind: het anker. Dat drukt uit dat onze hoop niet vaag is; die moet niet verward worden met het veranderlijke gevoel van iemand die de dingen in deze wereld op een onrealistische manier wil verbeteren dor alleen op zijn eigen wilskracht te vertrouwen.

De christelijke hoop vindt zijn wortels niet in de aantrekkingskracht van de toekomst, maar in de zekerheid van hetgeen God ons heeft beloofd en heeft gerealiseerd in Jezus Christus. Als Hij ons ervan heeft verzekerd dat Hij ons nooit zal verlaten, als het begin van elke roeping een ‘Volg mij’ is waarmee Hij ons ervan verzekerd dat Hij altijd voor ons loopt, waarom zouden we dan bang zijn?

Belofte

Met die belofte kunnen wij christenen overal wandelen. Ook als we delen van een verwonde wereld doorkruisen, waar de dingen niet goed gaan, behoren wij tot degenen die ook daar blijven hopen. De psalm zegt: “Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods, kwaad zou ik niet vrezen. Want naast mij gaat Gij” (Ps. 23,4). Het is juist daar waar het duister om zich heen grijpt, dat we een licht moeten laten branden.

Laten we teruggaan naar het anker. Ons geloof is het anker in de hemel. Wij hebben ons leven verankerd in de hemel. Wat moeten we doen? Ons aan het koord vastgrijpen: het is er altijd. En we gaan voort want we zijn ervan overtuigd dat ons leven een anker heeft in de hemel, op die oever waar we zullen aankomen.

Op de been

Natuurlijk, als we alleen op onze eigen krachten zouden vertrouwen, zouden we een reden hebben om ons teleurgesteld en verslagen te voelen, want de wereld blijkt vaak immuun te zijn voor de wetten van de liefde. Die geeft vaak de voorkeur aan de wetten van het egoïsme.

Maar als in ons de zekerheid blijft leven dat God ons niet in de steek laat, dat God teder van ons en van deze wereld houdt, dan verandert onze blik meteen. Homo viator, spe erectus, zei men in de oudheid. (‘Het is de hoop die de reizende mens op de been houdt’).

Wandelen in hoop

Onderweg houdt de belofte van Jezus – “Ik ben met u” – ons op de been, overeind; met hoop, erop vertrouwend dat de goede God al aan het werk is om datgene te realiseren wat menselijk gezien onmogelijk lijkt, omdat het anker op het strand in de hemel ligt.

Het heilige trouwe volk van God bestaat uit mensen die op de been zijn – homo viator – en wandelen, maar te voet, erectus, en wandelen in de hoop. En waar ze ook gaan, ze weten dat de liefde van God hen vooruit is gegaan: er is geen plek op de wereld die ontglipt aan de overwinning van de Verrezen Christus. En wat is de overwinning van de Verrezen Christus? De overwinning van de liefde. Dank jullie wel. (Vert. SvdB)