fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

Wat is gebed nu echt?

KN Redactie 16 november 2017
image
Foto: AP

Tijdens de algemene audiëntie van 15 november sprak paus Franciscus over de Mis als gebed.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

We gaan door met de catecheses over de heilige Mis. Om de schoonheid van de eucharistieviering te begrijpen wil ik graag beginnen met een heel eenvoudig aspect: de Mis is gebed; het is zelfs bij uitstek het gebed, het hoogste, meest sublieme en tegelijkertijd het meest ‘concrete’ gebed. Het is dan ook de ontmoeting van liefde met God door middel van zijn Woord en het Lichaam en Bloed van Christus. Het is een ontmoeting met de Heer.

Wat is gebed nu echt?

Maar eerst moeten we een vraag beantwoorden. Wat is het gebed nu echt? Het is vooral dialoog, een persoonlijke relatie met God. En de mens is geschapen als een wezen dat in persoonlijke relatie staat tot God en dat zijn volledige vervulling alleen vindt in de ontmoeting met zijn Schepper. De weg van het leven loopt naar de definitieve ontmoeting met de Heer.

Het boek Genesis stelt dat de mens is geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God die Vader, Zoon en Heilige Geest is, een perfecte liefdesrelatie die eenheid is. Daaruit kunnen we begrijpen dat wij allemaal geschapen zijn om binnen te treden in een perfecte liefdesrelatie, in een voortdurend geven en ontvangen om zo de volheid van ons wezen te vinden.

In stilte bij Jezus zijn

Toen Mozes bij de brandende doornstruik de roepstem van God hoorde, vroeg hij Hem naar zijn naam. En wat antwoordde God? “Ik ben die is” (Ex. 3,14). In zijn oorspronkelijke betekenis drukt die term aanwezigheid en welwillendheid uit. En meteen daarna voegt God er dan ook aan toe: “Jahwe, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob” (vers 15). En als Hij zijn leerlingen roept, noemt ook Christus Hem zo, opdat ze bij Hem verblijven. Dat is dus de grootste genade: kunnen ervaren dat de Mis, de Eucharistie, het moment bij uitstek is om bij Jezus te verblijven, en, door Hem, bij God en bij zijn broeders en zusters.

Zoals bij elke echte dialoog is bidden ook stil weten te zijn, in stilte samen met Jezus, want tijdens dialogen zijn er momenten van stilte. En als we naar de Mis gaan, arriveren we misschien vijf minuten te vroeg en beginnen dan te kletsen met degene naast ons. Maar dat is niet het moment om te kletsen: het is het moment voor stilte om onszelf voor te bereiden op de dialoog. Het is het moment om ons hart voor te bereiden op de ontmoeting met Jezus.

‘Leer ons bidden’

De stilte is zo belangrijk! Denk aan wat ik vorige week heb gezegd: we gaan niet naar een show, we gaan naar de ontmoeting met de Heer en de stilte bereidt ons daarop voor en begeleidt ons. In stilte verblijven bij Jezus. En uit de mysterieuze stilte van God komt het Woord voort dat in ons hart weerklinkt. Jezus zelf leert ons hoe het werkelijk mogelijk is om met God te ‘zijn’ en Hij toont het ons met zijn gebed.

De evangelieverhalen tonen ons Jezus die zich terugtrekt in afgelegen plaatsen van gebed; de leerlingen die zijn intieme relatie met de Vader waarnemen, voelen het verlangen om daar ook deel van uit te maken en ze vragen Hem: “Heer, leer ons bidden” (Luc. 11,1). We hebben het eerder in de lezing gehoord aan het begin van de audiëntie. Jezus antwoordt dat het eerste wat nodig is voor het gebed is ‘Vader’ zeggen.

Zijn wij als kinderen?

Luister goed: als ik niet in staat ben om God ‘Vader’ te noemen, ben ik niet in staat om te bidden. We moeten leren om ‘Vader’ te zeggen, ofwel om ons met kinderlijk vertrouwen bij Hem te voegen. Maar om te leren, moeten we in alle bescheidenheid erkennen dat we onderwezen moeten worden, en heel eenvoudig zeggen: Heer, leer mij bidden.

Dat is het eerste punt: nederig zijn, erkennen dat we kinderen zijn, rusten bij de Vader, op Hem vertrouwen. Om het Rijk der Hemelen binnen te gaan is het nodig dat we worden als kinderen. In de zin dat kinderen weten hoe ze moeten vertrouwen; ze weten dat iemand voor hen zal zorgen, voor hun eten, voor hun kleding en zo meer (vlg. Matt. 6,25-32). Dat is de eerste houding: vertrouwen en intimiteit, als een kind bij zijn ouders; weten dat God zich jou herinnert, voor je zorgt, voor jou, voor mij, voor iedereen.

Laten we ons verrassen door God?

De tweede houding, die er ook een van kinderen is, is je laten verrassen. Een kind stelt altijd duizend vragen omdat hij de wereld wil ontdekken; en hij verbaast zich zelfs over de kleinste dingen, want alles is nieuw voor hem. Om binnen te treden in het Rijk der Hemelen is het nodig om je te laten verrassen. Ik vraag me af: laten we ons, in onze relatie met de Heer, in ons gebed, verrassen of denken we dat het gebed betekent dat we met God praten zoals papegaaien praten?

Nee, het is vertrouwen hebben en je hart openstellen om je te laten verbazen. Laten we ons verrassen door God die altijd de God van de verrassingen is? Want de ontmoeting met de Heer is altijd een levende ontmoeting, geen doodse ontmoeting als in een museum. Het is een levende ontmoeting en we gaan naar de Mis, niet naar een museum. We gaan naar een levende ontmoeting met de Heer.

Hebben wij het verlangen opnieuw te beginnen?

In het Evangelie wordt gesproken over een zekere Nikodémus (Joh. 3,1-21), een oude man, een autoriteit in Israël die naar Jezus toegaat om Hem te leren kennen; en de Heer praat met Hem over de noodzaak om “wedergeboren te worden in de hemel” (volgens vers 3). Maar wat betekent dat? Kun je ‘wedergeboren’ worden? Opnieuw het goede, de vreugde, het wonder van het leven krijgen; is dat mogelijk, ook bij zoveel ellende?

Dat is een fundamentele vraag van ons geloof en het is het verlangen van elke ware gelovige: het verlangen om wedergeboren te worden, de vreugde om opnieuw te beginnen. Voelen wij dat verlangen? Heeft ieder van ons zin om steeds weer herboren te worden om de Heer te ontmoeten? Hebben jullie dat verlangen? Je kunt het namelijk gemakkelijk verliezen, want, te midden van zo veel activiteiten, zo veel projecten die af moeten, blijft er weinig tijd over en verliezen we wat fundamenteel is uit het oog: het leven van ons hart, ons geestelijk leven, ons leven dat ontmoeting met de Heer is in het gebed.

Hij houdt van ons met al onze zwakheden

In werkelijkheid verrast de Heer ons door ons te tonen dat Hij van ons houdt, ook met al onze zwakheden. “Jezus Christus […] die al onze zonden goedmaakt, en niet alleen die van ons maar die van de hele wereld” (1 Joh. 2,2). Dat geschenk, bron van ware troost – maar de Heer vergeeft ons altijd en dat troost, dat is een ware troost – is een geschenk dat ons door de Eucharistie wordt gegeven, dat bruidsbanket waarin de Bruidegom onze kwetsbaarheid ontmoet. Kan ik zeggen dat wanneer ik ter communie ga tijdens de Mis, de Heer mijn kwetsbaarheid ontmoet? Ja! We kunnen dat zeggen omdat het waar is! De Heer ontmoet onze kwetsbaarheid om ons terug te brengen naar onze eerste roeping: beeld en gelijkenis van God zijn. Dat is de omgeving van de Eucharistie, dat is het gebed. (Vert. SvdB)