<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

Het gebed verdrijft elke angst

KN Redactie 28 februari 2019
image
CNS Photo - Vatican Media

Tijdens de algemene audiëntie van 27 februari sprak paus Franciscus over de kracht van het gebed.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Het lijkt erop dat de winter aan zijn einde komt en daarom zijn we terug op het Sint-Pietersplein. Welkom op het plein! Op onze weg van herontdekking van het Onzevader, gaan we vandaag dieper in op de eerste van de zeven verzoeken: “Uw naam worde geheiligd”.

De kern van het gebed

Er zitten zeven verzoeken in het Onzevader, die gemakkelijk onder te verdelen zijn in twee groepen. In de eerste drie staat het ‘U’ van God de Vader centraal. In de andere vier staat het ‘wij’ en onze menselijke noden centraal. In het eerste deel laat Jezus ons binnengaan in zijn verlangens, die allemaal gericht zijn tot de Vader: “Uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede.” In het tweede deel is Hij het die in ons binnentreedt en daar onze noden vertolkt: het dagelijks brood, de vergeving van de zonden, hulp bij de beproevingen en de bevrijding van het kwaad.

Hierin ligt de kern van elk christelijk gebed – ik zou zeggen van elk menselijk gebed – , dat altijd deels wordt gebeden als contemplatie van God, van zijn mysterie, van zijn schoonheid en goedheid, en deels als een oprecht en moedig vraag naar datgene wat we nodig hebben om te leven, en goed te leven. In haar eenvoud en essentie, leert het Onze Vader degene die het bidt zo geen nutteloze woorden te herhalen, want – zoals Jezus zelf zegt – “voordat gij Hem vraagt, weet uw Vader wat gij nodig hebt” (Mt. 6,8).

Overgave aan God

Als we met God praten, doen we dat niet om hem te onthullen wat er op ons hart ligt: Hij kent ons hart veel beter dan wijzelf! God mag een mysterie voor ons zijn, maar wij zijn geen raadsel in zijn ogen (vlg. Ps. 139,1-4). God is zoals die moeders die met één blik alles van hun kinderen weten: of ze blij zijn of verdrietig, of ze oprecht zijn of iets verbergen…

De eerste stap bij het christelijk gebed is jezelf dus overgeven aan God, aan zijn voorzienigheid. Het is alsof je zegt: “Heer, U weet alles, het is niet eens nodig dat ik U over mijn pijn vertel. Ik vraag U alleen om naast me te staan: U bent mijn hoop.” Het is interessant om te zien dat Jezus tijdens de Bergrede, meteen nadat hij de tekst van het Onzevader heeft overgebracht, ons aanspoort ons geen zorgen te maken en ons niet druk te maken om de dingen.

Het lijkt een tegenstelling: eerst leert Hij ons om ons dagelijks brood te vragen en dan zegt Hij: “Maakt u dus geen zorgen over de vraag: wat zullen wij eten of wat zullen wij drinken?” (Mt. 6,31). Maar dat is alleen een ogenschijnlijke tegenstelling: de vragen van de christen drukken vertrouwen in de Vader uit; en het is juist dat vertrouwen dat ons zonder zorgen en onrust doet vragen om dat wat we nodig hebben.

Inconsistent

Daarom bidden we door te zeggen: “Uw naam worde geheiligd”. In dit verzoek – het eerste! – ligt heel Jezus’ bewondering besloten voor de schoonheid en de grootsheid van de Vader. En het verlangen dat iedereen Hem leert kennen en Hem ziet zoals Hij werkelijk is. En tegelijkertijd is er de smeekbede dat zijn naam wordt geheiligd in ons, in ons gezin, in onze gemeenschap, in de hele wereld.

Het is God die heiligt, die ons verandert met zijn liefde, maar tegelijkertijd tonen ook wij, met ons getuigenis, Gods heiligheid aan de wereld en stellen we zijn naam present. God is heilig, maar als ons leven niet heilig is, is dat heel erg inconsistent! Gods heiligheid moet weerspiegeld worden in ons handelen, in ons leven. “Ik ben christen, God is heilig, maar ik doe slechte dingen”. Nee, dat is niet goed. Dat doet ook kwaad; het schokt en helpt niet.

Groeiende kracht

Gods heiligheid is een groeiende kracht, en wij smeken dat die snel de barrières van onze wereld doorbreekt. Als Jezus begint te verkondigen, is het kwaad dat de wereld op de proef stelt de eerste die daar de consequenties van ondervindt. De onreine geesten schreeuwen: “Jezus van Nazaret, wat hebt Gij met ons te maken? Ge zijt gekomen om ons in het verderf te storten. Ik weet, wie Gij zijt: de heilige Gods” (Mc. 1,24).

Ze hadden nog nooit zo’n heiligheid gezien: niet denkend aan zichzelf, maar naar buiten gericht. Een heiligheid – Jezus – die zich uitbreidt in concentrische cirkels, zoals wanneer je een steen in een vijver gooit. De dagen van het kwaad zijn geteld – het kwaad is niet voor eeuwig -, het kwaad kan geen schade meer aanbrengen: de sterke man is gearriveerd die zijn huis in bezit komt nemen (vlg. Mc. 3,23-27). Die sterke man is Jezus, die ook ons de kracht geeft om ons innerlijk huis in bezit te nemen.

Het gebed verdrijft elke angst. De Vader houdt van ons, de Zoon heft zijn armen op om de onze vast te pakken, de Geest werkt in het verborgene voor de redding van de wereld. En wij? Laten wij niet zwichten voor de onzekerheid. Wij hebben een grote zekerheid: God houdt van mij; Jezus heeft het leven gegeven voor mij! De Geest leeft in mij. Dat is de grote zekerheid. En het kwaad? Dat is bang. En dat is mooi. (Vert. SK)

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.