Tijdens de algemene audiëntie van 20 september gaf paus Franciscus een ‘opvoeding in de hoop’.
Beste broeders en zusters, goedemorgen!
De catechese van vandaag heeft als thema ‘opvoeden in de hoop’. En daarom richt ik me direct tot jullie in de jij-vorm en stel ik me voor dat ik praat als opvoeder, als een vader tot een jongere, of tot wie dan ook die ervoor openstaat om te leren.
Denk, daar waar God je heeft gezaaid, en hoop! Hoop altijd.
Geef je niet over aan de nacht: denk eraan dat de eerste vijand die je moet bestrijden niet buiten je ligt, maar binnenin je. Geef daarom geen ruimte aan verbitterde en duistere gedachten. Deze wereld is het eerste wonder dat God heeft gemaakt, en God heeft de genade van nieuwe wonderen in onze handen gelegd. Geloof en hoop gaan samen verder op weg.
Geloof in het bestaan van hogere en mooiere waarheden. Vertrouw op de Scheppende God, op de Heilige Geest die alles ten goede keert, op de omhelzing van Christus die iedere mens wacht aan het einde van zijn bestaan; geloof, Hij wacht op je. De wereld gaat voort dankzij de blik van zovele mensen die openingen hebben gemaakt, die bruggen hebben gebouwd, die hebben gedroomd en geloofd; ook als ze om zich heen woorden van afkeur hoorden.
Denk nooit dat de strijd die je hier op aarde voert geheel nutteloos is. Aan het eind van ons bestaan wacht ons geen fiasco: in ons klopt een zaadje van oneindigheid. God stelt niet teleur: als Hij hoop in onze harten heeft gelegd, wil Hij die niet wegrukken met voortdurende frustraties. Alles ontstaat om op te bloeien in een eeuwige lente. Ook God heeft ons gemaakt om te bloeien. Denk aan dat gesprek, toen de eik aan de amandelboom vroeg: ‘Vertel me over God’. En de amandelboom bloeide.
Waar je ook bent, bouw iets op! Als je op de grond ligt, sta op! Blijf nooit liggen, maar sta op, laat je helpen om op te staan. Als je zit, kom dan overeind! Als de verveling je lam legt, verjaag die dan met goede werken! Als jij je leeg of ontmoedigd voelt, vraag dan aan de Heilige Geest om jouw leegte opnieuw te vullen.
Werk aan vrede onder de mensen, en luister niet naar de stem van mensen die haat en verdeling zaaien. Luister niet naar die stemmen. Mensen zijn, hoe zeer ze ook van elkaar verschillen, gemaakt om samen te leven. Bij conflicten, heb geduld: op een dag zal je ontdekken dat iedereen een hoeder is van een stukje waarheid.
Houd van de mensen. Houd van ieder van hen. Respecteer de weg van iedereen, of die nu recht of bochtig is, want ieder heeft een eigen verhaal te vertellen. Ook ieder van ons heeft een eigen verhaal te vertellen. Elk kind dat geboren wordt is de belofte van een leven dat nog maar eens sterker blijkt te zijn dan de dood. Elk liefde die opbloeit is een transformerende kracht die verlangt naar geluk.
Jezus heeft ons een licht gebracht dat straalt in de duisternis: verdedig het, bescherm het. Dat unieke licht is de grootste rijkdom die aan jouw leven is toevertrouwd.
En vooral: droom! Wees niet bang om te dromen. Droom! Droom van een wereld die je nog niet kunt zien, maar die er zeker zal komen. De hoop brengt ons ertoe te geloven in het bestaan van een schepping die zich uitstrekt tot aan zijn definitieve vervulling, als God alles in allen zal zijn. Mensen met verbeeldingskracht hebben de mensheid wetenschappelijke en technologische uitvindingen gebracht. Ze hebben oceanen doorkruist, en landen waar nog nooit iemand was geweest. De mensen die hoop hebben gekoesterd waren ook degenen die de slavernij hebben overwonnen en betere levensomstandigheden mogelijk hebben gemaakt op deze aarde. Denk aan die mensen.
Voel je verantwoordelijk voor deze wereld en voor het leven van elke mens. Denk eraan dat elk onrecht dat je een arme wordt aangedaan een open wond is en diens waardigheid aantast. Het leven houdt niet op bij jouw bestaan, en er zullen andere generaties op deze wereld komen die de onze opvolgen, en nog vele anderen. En vraag elke dag aan God om de gave van moed. Denk eraan dat Jezus de angst voor ons overwonnen heeft. Hij heeft de angst overwonnen! Onze meest verraderlijke vijand kan niet op tegen het geloof.
En als jij je beangstigd voelt ten overstaan van welke moeilijkheid in je leven dan ook, denk er dan aan dat je niet alleen voor jezelf leeft. In het doopsel is jouw leven opgenomen in het mysterie van de Drie-eenheid en jij behoort aan Jezus toe.
En als je op een dag bevangen wordt door angst, of als je denkt dat het kwaad te groot is om te overwinnen, denk dan eenvoudigweg aan het feit dat Jezus in je leeft. En Hij is het die, door middel van jou, met zijn mildheid alle vijanden van de wereld wil onderwerpen: de zonde, de haat, de misdaden, het geweld; al onze vijanden.
Heb altijd de moed de waarheid te spreken, maar denk eraan: je bent niet superieur aan de anderen. Denk daaraan: je bent niet superieur aan de anderen. Al was je zelfs de laatste die nog in de waarheid zou geloven, mijd het gezelschap van mensen dan toch niet. Ook al zou je in de teruggetrokken stilte wonen, draag dan in je hart het lijden van alle mensen met je mee. Je bent een christen; en in het gebed breng je alles bij God terug.
En voed je idealen. Leef voor iets dat boven de mens uitstijgt. En als je op een dag een enorme rekening zou moeten betalen voor die idealen, blijf ze dan toch in je hart dragen. De trouw verkrijgt alles.
Als je de fout ingaat, sta dan weer op: er is niets menselijker dan fouten maken. En diezelfde fouten moeten geen gevangenis voor je worden. Word geen gevangene van je fouten. De Zoon van God is niet gekomen voor de gezonden, maar voor de zieken en dus is Hij ook voor jou gekomen. En als je in de toekomst nogmaals de fout ingaat, wees dan niet bang, maar sta op! Weet je waarom? Want God is je vriend.
Als je overvallen wordt door verbittering, geloof dan stug in alle mensen die nog steeds werken aan het goede: in hun nederigheid bevindt zich het zaad voor een nieuwe wereld. Ga om met mensen wiens hart is als dat van een kind. Leer van de verbazing, voed je met verwondering.
Leef, heb lief, droom, geloof. En, met Gods genade: wanhoop nooit. (Vert. SvdB)