fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

‘Niemand is uitgesloten van de vergeving van God’

KN Redactie 28 september 2016
image
Foto: AP

Tijdens de algemene audiëntie van 28 september sprak paus Franciscus over de vergeving aan het kruis (vlg. Lc. 23,39-43).

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

De woorden die Jezus uitspreekt tijdens zijn Passie vinden hun hoogtepunt in de vergeving. Jezus vergeeft: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen” (Lc. 23,24).

Niet slechts woorden

Het zijn niet enkel woorden, want ze monden uit in een concrete daad in de vergeving die wordt geschonken aan de ‘goede misdadiger’, die naast Hem hing. De evangelist Lucas vertelt over twee misdadigers die samen met Jezus gekruisigd werden en die zich op tegengestelde wijzen tot Hem richten.

De eerste beledigt Hem, zoals alle mensen Hem beledigden, zoals de leiders van het volk doen, maar deze arme man zegt, gedreven door de wanhoop: “Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons” (Lc. 23,39).

Mysterie van Jezus’ offer

Deze schreeuw getuigt van de angst die de mensen voelen ten overstaan van het mysterie van de dood en het tragische bewustzijn dat alleen God het bevrijdende antwoord kan zijn: daarom is het onbegrijpelijk dat de Messias, door God gezonden, aan het kruis kan hangen zonder iets te doen om zichzelf te redden. En dat begrepen ze niet.

Ze begrepen het mysterie van het offer van Jezus niet. En Jezus heeft ons daarentegen gered door aan het kruis te blijven. Ieder van ons weet dat het niet gemakkelijk is om ‘aan het kruis te blijven’, aan onze kleine kruisen van elke dag.

Geschenk van liefde

Hij, aan dat grote kruis, in dat grote lijden, is daar gebleven en heeft ons daar gered; daar heeft Hij ons zijn almacht getoond en daar heeft Hij ons vergeven. Daar geeft Hij zijn geschenk van liefde en ontstaat voor altijd onze verlossing. Stervend aan het kruis, als onschuldige tussen twee misdadigers, getuigt Hij dat de redding van God iedere mens in elke situatie, ook de meest negatieve en pijnlijke, kan bereiken.

De redding van God is voor iedereen, niemand uitgesloten. Die wordt aan iedereen aangeboden. Om die reden is het Heilig Jaar een tijd van genade en van barmhartigheid voor iedereen, goeden en slechten, voor degenen die gezond zijn en voor degenen die lijden.

Allemaal geroepen

Denk maar aan die gelijkenis die Jezus vertelt over het bruiloftsfeest van een zoon van een koning: toen de genodigden niet wilden komen, zei hij tegen zijn dienaars: “Gaat dus naar de drukke verkeerswegen en nodigt wie ge er maar vindt tot de bruiloft” (Mt. 22,9).

Wij worden allemaal geroepen: goeden en slechten. De Kerk is niet alleen maar voor de goeden of voor degenen die goed lijken of goed denken te zijn; de Kerk is voor iedereen, en bij voorkeur ook voor de slechten, want de Kerk is barmhartig. En deze tijd van genade en barmhartigheid herinnert ons aan het feit dat niets ons kan scheiden van de liefde van Christus! (vlg. Rom. 8,39).

Kijk naar het kruis

Aan degenen die aan een ziekenhuisbed gekluisterd zijn, aan degenen die opgesloten zitten in een gevangenis, aan degenen die vast zitten in oorlogen, zeg ik: kijk naar het Kruis; Jezus is met jullie, blijft met jullie aan het kruis en Hij biedt zich aan ieder van ons aan als Verlosser.

Aan jullie die zo veel te lijden hebben, zeg ik: Jezus is gekruisigd voor jullie, voor ons, voor iedereen. Sta toe dat de kracht van het Evangelie binnendringt in jullie hart en jullie troost, jullie hoop geeft en de diepe zekerheid dat niemand is uitgesloten van zijn vergeving.

Niemand is uitgesloten

Maar jullie zouden me kunnen vragen: “Maar zeg me, vader, degenen die de meest afschuwelijke dingen heeft gedaan in zijn leven, heeft die kans om vergeven te worden?” – “Ja! Ja, niemand is uitgesloten van de vergeving van God. Hij moet Jezus enkel berouwvol naderen en met de behoefte om door Hem omhelsd te worden”.

Dat was de eerste misdadiger. De andere is de zogezegd ‘goede misdadiger. Zijn woorden zijn een wonderbaarlijk toonbeeld van berouw, een compacte catechese om te leren hoe Jezus om vergeving te vragen. Allereerst richt hij zich tot zijn metgezel: “Heb zelfs jij geen vrees voor God, terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat?” (Lc. 23,40).

Vrees voor God

Zo legt hij de nadruk op het vertrekpunt van berouw: de vrees voor God. Maar niet de angst voor God, nee: de kinderlijke vrees voor God. Het is geen angst, maar het respect dat je God verschuldigd bent, omdat Hij God is. Het is een kinderlijk respect, omdat Hij de Vader is.

De goede misdadiger herinnert aan de fundamentele houding die nodig is voor het vertrouwen in God: jezelf bewust zijn van zijn almacht en van zijn oneindige goedheid. En dat zelfbewuste respect helpt om ruimte te maken voor God en om je toe te vertrouwen aan zijn barmhartigheid.

Fundament

Vervolgens benoemt de goede misdadiger de onschuld van Jezus en biecht hij openlijk zijn eigen schuld op: “En wij terecht, want wij krijgen wat we door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan” (Lc. 23,41). Jezus hangt dus daar aan het kruis om samen te zijn met de schuldigen: door die nabijheid biedt Hij hun de verlossing aan.

Dat wat oneervol is voor de leiders en voor de eerste misdadiger, voor degenen die Jezus tot mikpunt van hun spot maakten, is echter het fundament van zijn geloof. En zo wordt de goede misdadiger getuige van de genade; het ondenkbare is gebeurd: God heeft van mij gehouden tot op het punt dat Hij aan het kruis voor mij gestorven is. Het geloof van deze man is de vrucht van de genade van Christus: zijn ogen aanschouwen in het Kruis de liefde van God voor hem, de arme zondaar.

‘Denk aan mij’

Het klopt, hij was een misdadiger, hij was een dief, hij had zijn hele leven gestolen. Maar uiteindelijk, met berouw om wat hij had gedaan, en kijkend naar Jezus die zo goed en barmhartig is, is hij erin geslaagd de hemel voor zichzelf te stelen: dat is echt een knappe dief!

De goede misdadiger richt zich uiteindelijk direct tot Jezus, en smeekt om zijn hulp: “Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt” (Lc. 23,42). Hij noemt Hem bij de naam, “Jezus”, vertrouwelijk, en zo geeft hij aan wat die naam betekent: ‘de Heer redt’, dat betekent de naam ‘Jezus’.

Een voorbeeld

Deze man vraagt Jezus om aan hem te denken. Wat een tederheid zit er in die zin, wat een menselijkheid! Het is de behoefte van het menselijk wezen om niet verlaten te worden, dat God hem altijd nabij is.

Op deze wijze wordt een terdoodveroordeelde het voorbeeld van een christen die zich toevertrouwt aan Jezus. Een terdoodveroordeelde is een voorbeeld voor ons, een voorbeeld voor een mens, voor een christen die zich toevertrouwt aan Jezus; en ook een voorbeeld van de Kerk die in de liturgie heel vaak de Heer aanroept door te zeggen: “Gedenk….gedenk uw liefde…”.

Redden van zondaars

Terwijl de goede misdadiger in de toekomstige tijd spreekt: “Wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt”, laat het antwoord van Jezus niet op zich wachten; Hij spreekt in de tegenwoordige tijd: “Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs” (vers 43).

In het uur van het kruis, bereikt de verlossing van Christus zijn hoogtepunt; en zijn belofte aan de goede misdadiger onthult de vervulling van zijn missie, namelijk het redden van de zondaars.

Aan het begin van zijn dienstwerk, in de synagoge van Nazareth, had Jezus uitgeroepen: “aan de gevangenen hun vrijlating” (Lc. 4,18); in Jericho, in het huis van de openlijke zondaar Zaccheüs, had Hij verklaard dat “de Mensenzoon – ofwel Hijzelf – immers is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was” (Lc. 19,10).

Barmhartigheid

Aan het kruis bevestigt zijn laatste daad de volbrenging van dit verlossende plan. Van begin tot eind heeft Hij zich getoond als de Barmhartigheid, heeft Hij zich getoond als de definitieve en onherhaalbare vleeswording van de liefde van de Vader. Jezus is waarlijk het gezicht van de barmhartigheid van de Vader.

En de goede misdadiger heeft Hem bij zijn naam genoemd: “Jezus”. Het is een kort appel, en wij kunnen dat allemaal heel vaak doen tijdens onze dag: “Jezus”. Simpelweg, “Jezus”. En doe dat de hele dag door. (Vert. SvdB)