Levensgeluk, liefde en dood, maar ook pijn en verdriet, angst en vreugde: ieder mens heeft er mee te maken en beseft dat je er dikwijls gemakkelijker over spreekt in beelden dan in beschrijving van de feiten. Bij poëzie gaat het om regels die vaak bijna even lang zijn en enigszins op elkaar zijn afgestemd. Je wordt als het ware meegenomen in een gevoelsbeweging.
In zijn cel in Scheveningen – voorafgaand aan zijn weg naar het concentratiekamp Dachau – schreef de in 2022 heilig verklaarde martelaar Titus Brandsma een bekend gedichtje, met in het midden de volgende regels:
Ik ben gelukkig in mijn leed, omdat ik het geen leed meer weet, maar ’t alleruitverkorenst lot, dat mij vereent met U, o God. |
Van mensen die geen regelmatige kerkbezoekers zijn, maar zich wel christen-gelovig noemen, hoorde ik dat ze deze tekst hebben overgeschreven in hun agenda en soms woordeloos herhalen wanneer het leven hen te machtig wordt, wanneer ze pijn hebben of zich ongelukkig voelen.
Nogal wat Marialiederen laten ons haar bezingen als ‘moeder en maagd’ en verwoorden op die manier iets wezenlijks van de katholieke spiritualiteit. Waarheidstaal en beeldtaal worden als het ware bijna automatisch met elkaar verbonden. Rijm geeft om zo te zeggen richting aan onze emotie en oriënteert ons geloof.
Voor mij op tafel ligt de Nederlandse vertaling uit 1923 van een bundel met zo’n vijftig gedichten van de heilige Theresia van Lisieux (1873-1897), later uitgeroepen als kerklerares vanwege haar ‘kleine weg’, zonder ooit volledig middelbaar onderwijs te hebben ontvangen, maar met een scherp gevoel voor taal, waarin ze haar diepe geloofservaring weet te verwoorden.
Zoals passend bij een Franse jonge vrouw van eind negentiende eeuw, zijn meerdere teksten gewijd aan Jeanne d’Arc, als een strijdbare heilige, die ons ten voorbeeld wordt gesteld. De beelden zijn soms gedateerd, maar ook uitdagend.
Mede door ritme en rijm doen zulke teksten vaak een appel op ons sluimerend idealisme en ingehouden geloofszin. Volgens de Catechismus van de katholieke Kerk is het verlangen naar God door Hem zelf neergelegd in het hart van de mens (nr. 1718). Iets daarvan beschrijft de thans onbekende dichteres Hélène Swarth (+1941):
Wie heeft in mijn ziel mijn verlangen geplant, mijn verlangen met al zijn dromen? Dat heeft God gedaan met zijn eigen hand, (op)dat mijn leven Hem nader zou komen. |
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.