Paus Franciscus sprak op 3 december de mensen toe die dit jaar verantwoordelijk waren voor de kerstboom en de kerststal op het Sint-Pietersplein. Hij legde daarbij uit waar de boom en de stal voor staan.
De boom en de kerststal zijn twee tekenen die jong en oud blijven fascineren. De boom, met zijn lichtjes, herinnert ons aan Jezus die komt om onze duisternis te verlichten, ons bestaan dat vaak besloten ligt in de schaduw van zonde, angst en pijn.
En de boom wijst op de noodzaak van verdere reflectie: net als bomen hebben ook mensen namelijk wortels nodig. Want alleen degene die geworteld is in goede grond, blijft stevig staan, groeit, ‘rijpt’, weerstaat de winden die hem doen schudden en wordt een referentiepunt voor degenen die naar hem kijken.
Maar, geliefde broeders en zusters, zonder wortels gebeurt dit alles niet: zonder stevig fundament blijf je wankel. Het is belangrijk om je wortels te behouden, zowel in het leven als in het geloof. In dit verband herinnert de apostel Paulus ons aan het fundament waarin wij ons leven moeten wortelen om standvastig te blijven: hij roept op geworteld te blijven in Jezus Christus (vgl. Kol. 2,7). Daaraan herinnert de kerstboom ons: geworteld blijven in Jezus Christus.
En zo komen we bij de kerststal, die ons spreekt van de geboorte van de Zoon van God die mens werd om ieder van ons nabij te zijn. In zijn armoedige staat helpt de kerststal ons de ware rijkdom van Kerstmis te herontdekken en ons te zuiveren van zo veel aspecten die het kerstlandschap vervuilen. Eenvoudig en vertrouwd herinnert de kerststal aan een Kerstmis dat anders is dan het commerciële Kerstmis dat draait om consumptie.
De kerststal herinnert ons eraan hoe goed het is om momenten van stilte en gebed te koesteren in onze dagen, die vaak overspoeld worden door hectiek. De stilte bevordert de contemplatie van het Kind Jezus, helpt ons intiem te worden met God, met de kwetsbare eenvoud van een kleine pasgeborene.
“De kerstboom leert ons over de wortels, de kerststal nodigt ons uit tot bezinning”
Wortels en bezinning: de boom leert ons over de wortels, de kerststal nodigt ons uit tot bezinning. Vergeet deze twee menselijke en christelijke houdingen niet. En als we echt Kerstmis willen vieren, laten we dan via de kerststal de verrassing en verwondering van de kleinheid herontdekken. Dat wil zeggen, de kleinheid van God, die zich klein maakt, die niet geboren is te midden van de pracht en praal van de schijn, maar in de armoede van een stal.
En om Hem te ontmoeten moet je Hem daar bereiken, waar Hij is; je moet je verlagen, jezelf klein maken, alle ijdelheid achterlaten, om te komen waar Hij is. En het gebed is de beste manier om dank te zeggen voor dit geschenk van vrije liefde, om dank te zeggen aan Jezus die ons huis en ons hart wil binnenkomen.
Ja, God houdt zo veel van ons dat Hij onze menselijkheid en ons leven deelt. Hij laat ons nooit alleen, Hij is aan onze zijde in alle omstandigheden, zowel in vreugde als in verdriet. Zelfs in de slechtste momenten is Hij er, want Hij is Emmanuel, God met ons, het licht dat de duisternis verlicht en de tedere aanwezigheid die ons vergezelt op onze reis.
Beste broeders en zusters, ik wens ieder van u, uw gezinnen en uw gemeenschappen een zalig kerstfeest toe. (Vertaling Susanne Kurstjens)