<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

Paus: ‘God vraagt vooral van ons dat we barmhartig zijn’

KN Redactie 18 juli 2019
image
CNS Photo - Paul Haring

Tijdens het angelusgebed van zondag 14 juli zei paus Franciscus dat barmhartig zijn met mensen in nood het ware gezicht van de liefde is.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Vandaag presenteert het Evangelie ons de beroemde gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (vlg. Lc. 10,25 – 37). Wanneer Jezus door een wetgeleerde wordt ondervraagd over wat er nodig is om het eeuwig leven te verwerven, nodigt Hij hem uit om het antwoord in de Schriften te vinden: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart en geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf” (vers 27).

Wie is dan mijn naaste?

Er bestonden echter verschillende interpretaties over wie er bedoeld werd met de ‘naaste’. Daarom vraagt die man nog eens: “En wie is dan mijn naaste?” (vers 29). Op dat punt antwoordt Jezus met deze mooie gelijkenis: ik nodig ieder van jullie uit om vandaag het Evangelie erbij te nemen, het Evangelie van Lucas, hoofdstuk 10, vers 25.

Het is een van de mooiste gelijkenissen in het Evangelie. En deze gelijkenis is het toonbeeld geworden van het christelijk leven. Het is het model geworden voor hoe een christen moet handelen. Dankzij de evangelist Lucas bezitten we deze schat.

Jezus’ keuze voor de Samaritaan

De hoofdpersoon van deze korte vertelling is een Samaritaan die langs de weg een door rovers mishandelde en beroofde man aantreft en zich over hem ontfermt. We weten dat de Joden neerkeken op de Samaritanen en ze beschouwden als niet behorend tot het uitverkoren volk. Het is dus geen toeval dat Jezus juist kiest voor een Samaritaan als positieve figuur van deze gelijkenis.

Op deze manier wil Hij boven het vooroordeel gaan staan. Hij wil aantonen dat ook een vreemdeling, ook iemand die de ware God niet kent en de tempel niet bezoekt, toch in staat is om zich volgens Gods wil te gedragen en medelijden te hebben met een broeder in nood en hem te helpen met alles wat hij tot zijn beschikking heeft.

Voorbeeld voor ons

Over diezelfde weg waren, voor de Samaritaan, ook al een priester en een leviet gekomen, ofwel mensen die toegewijd waren aan de eredienst van God. Maar bij het zien van die arme man op de grond waren ze voorbij gelopen zonder halt te houden, waarschijnlijk omdat ze niet besmet wilden worden met zijn bloed. Ze vonden het belangrijker een menselijke regel te volgen die verbonden was aan het grote gebod van God – je niet laten besmetten met bloed –, terwijl Hij bovenal om barmhartigheid vraagt.

Jezus stelt de Samaritaan dus als voorbeeld, juist iemand die geen geloof had! Laten ook wij denken aan al die mensen die we kennen, misschien ook agnosten, die goed doen. Jezus kiest als voorbeeld voor iemand die geen man van geloof was. En deze man, die van zijn broeder hield als van zichzelf, laat zien dat Hij van God houdt met heel zijn hart en al zijn krachten – een God die hij niet kent! -, en geeft tegelijkertijd blijk van ware religiositeit en volledige menselijkheid.

“We moeten allemaal oppassen dat we ons niet laten meeslepen door egoïstische ongevoeligheid”
- Paus Franciscus

Omslag in ons denken

Nadat Hij deze prachtige gelijkenis heeft verteld, wendt Jezus zich opnieuw tot de wetgeleerde die Hem had gevraagd wie zijn naaste was, en Hij zegt: “Wie van deze drie lijkt u de naaste van de man die in handen van de rovers gevallen is?” (vers 36).

Op die manier zorgt Hij voor een omslag in de vraag van zijn ondervrager, en ook in het denken van ieder van ons. Hij doet ons begrijpen dat het niet wijzelf zijn die, op basis van onze eigen criteria, bepalen wie de naaste wel en niet is, maar dat het de mens in nood is die moet kunnen herkennen wie zijn naaste is, namelijk: “Die hem barmhartigheid betoond heeft” (vers 37).

Egoïstische ongevoeligheid

In staat zijn om barmhartig te zijn: dat is de sleutel. Dat is onze sleutel. Als je bij het zien van een hulpbehoevende mens geen compassie voelt, als je hart niet geraakt wordt, betekent dit dat er iets niet goed zit.

Pas op, laten we allemaal oppassen dat we ons niet laten meeslepen door egoïstische ongevoeligheid. Het vermogen tot mededogen is de maatstaf geworden voor christenen, van wat Jezus leert. Jezus zelf is het mededogen van de Vader met ons. Als je over straat loopt en je een dakloze ziet zitten en hem voorbij loopt zonder hem aan te kijken of denkt: “Hij zal wel te veel wijn hebben gedronken, het is een dronkenlap”, vraag je dan niet af of die man een dronkenlap is, maar vraag je af of jouw hart niet verdord is, of jouw hart niet van steen is geworden.

Het ware gezicht van de liefde

Die conclusie wijst erop dat barmhartig zijn met mensen in nood het ware gezicht van de liefde is. Zo word je een ware leerling van Jezus en toont het gezicht van de Vader zich: “Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is” (Lc. 6,36). God, onze Vader, is barmhartig, omdat Hij mededogen heeft; Hij is in staat om compassie te voelen, om ons nabij te komen in onze pijn, in onze zonden, in onze ondeugden, in onze ellende.

Moge de Maagd Maria ons helpen om de onverbrekelijke band tussen de liefde voor God onze Vader en de concrete en genereuze liefde voor onze broeders en zusters te begrijpen en vooral om die steeds beter voor te leven. Dat zij ons de genade mag geven om compassie te voelen en in mededogen te groeien. (Vert. SK)

Een traditie van eeuwen tegenover de waan van de dag

In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.

Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.

Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.