fbpx
<

Geef om katholieke journalistiek

doneer
Inspiratie

Paus: ‘Het is een zonde te willen bezitten en domineren’

KN Redactie 27 augustus 2020
image
Foto: CNS photo - Vatican Media

Tijdens de algemene audiëntie van 26 augustus sprak legde paus Franciscus uit hoe ons huidige economische systeem leidt tot onrecht en ongelijkheid, en dat het onze christelijke plicht is ervoor te zorgen dat goederen gelijk verdeeld worden.

Beste broeders en zusters, goedemorgen!

Veel mensen dreigen de hoop te verliezen door de pandemie en de sociale consequenties daarvan. In deze tijd van onzekerheid en angst nodig ik iedereen uit om het geschenk van de hoop te ontvangen dat van Christus komt. Hij is het die ons helpt om de woeste wateren van ziekte, dood en onrecht te bevaren, dingen die niet het laatste woord hebben over onze eindbestemming.

Ongelijkheid vergroot

De pandemie heeft de sociale problemen, vooral de ongelijkheid, aan het licht gebracht en verergerd. Sommige mensen kunnen van huis uit werken, maar voor veel anderen is dat onmogelijk.

Sommige kinderen kunnen ondanks alle moeilijkheden naar school blijven gaan, maar voor heel veel anderen is die mogelijkheid bruut verstoord.

Sommige machtige landen kunnen geld uitgeven om de acute nood te lenigen, maar voor andere landen zou dat betekenen dat ze een beslag leggen op de toekomst.

https://www.us12.list-manage.com/subscribe/post?u=d22144bf286104d517b638301&id=b3f10e4ed1

Verziekte economie

Deze symptomen van ongelijkheid onthullen een sociale ziekte: het is een virus dat voortkomt uit een verziekte economie. We moeten simpelweg zeggen dat de economie verziekt is. Dit is de vrucht van een oneerlijke economische groei. Dat is de ziekte: de vrucht van een oneerlijke economische groei die voorbijgaat aan de fundamentele menselijke waarden.

In de wereld van vandaag bezitten een paar superrijken meer dan alle andere mensen. Ik herhaal dit, zodat het ons aan het denken kan zetten: een paar superrijken, een kleine groep, bezitten meer dan alle andere mensen. Dat is zuivere statistiek. Dat is een schreeuw van onrecht naar de hemel!

Schade aan het milieu

Tegelijkertijd is dit economische model onverschillig voor de schade die aan ons gemeenschappelijk huis wordt toegebracht. Er wordt niet voor ons gemeenschappelijk huis gezorgd. We zijn dichtbij het doorbreken van veel van de grenzen van wat onze wonderbaarlijke planeet aankan, met ernstige en onomkeerbare gevolgen: van het verlies aan biodiversiteit en de klimaatverandering tot aan de stijgende zeespiegel en de verwoesting van tropisch regenwoud.

De sociale ongelijkheid en de afbraak van het milieu gaan hand in hand en hebben dezelfde wortel (vlg. Laudato si’, 101): de zonde te willen bezitten, je broeders en zusters te willen domineren, de natuur en God zelf te willen bezitten en domineren. Maar dat is niet het plan van de schepping.

Tuin van iedereen

“In den beginne heeft God aan de menselijke gemeenschap het gezamenlijk beheer van de aarde en haar natuurlijke hulpbronnen toevertrouwd om er zorg voor te dragen” (Catechismus van de katholieke Kerk, 2402). God heeft ons gevraagd om in zijn naam de aarde te onderwerpen (vlg. Gen. 1,28), te bebouwen en te bewaken als een tuin, een tuin van iedereen (vlg. Gen. 2,15).

“Terwijl ‘bebouwen’ betekent een terrein ploegen en bewerken, wil ‘bewaken’ zeggen beschermen, verzorgen, behoeden, bewaren, toezicht houden” (Laudato si’, 67).

“Het is onze plicht om ervoor te zorgen dat de aardse vruchten bij iedereen terecht komen ”

Maar let op: dit kun je niet zien als een vrijbrief om te doen met de aarde wat je wilt. Nee, dit houdt “een relatie in van verantwoordelijke wederkerigheid tussen menselijk wezen en natuur” (ibid.).

Een relatie van verantwoordelijke wederkerigheid tussen ons en de natuur. Wij ontvangen iets van de schepping en geven op onze beurt iets terug. “Iedere gemeenschap kan van de goedheid van de aarde nemen wat hij nodig heeft voor eigen overleven, maar zij heeft ook de plicht haar te beschermen” (ibid.). Beide dingen.

Voor iedereen

Want de aarde “was er al, voordat wij er waren en is ons gegeven” (ibid.), ze is door God gegeven aan “de hele mensheid” (Catechismus, 2402). Het is dus onze plicht om ervoor te zorgen dat haar vruchten bij iedereen terecht komen en niet bij maar een paar mensen. Dat is een essentieel onderdeel van onze relatie met de aardse goederen.

Zoals de concilievaders van Vaticanum II benadrukten: “Daarom moet de mens deze aardse zaken die hij rechtmatig bezit, ze bij het gebruik ervan niet uitsluitend beschouwen als zijn eigendom, maar ook als gemeenschappelijk eigendom, in deze zin, dat ze niet alleen hemzelf, maar ook de anderen tot voordeel kunnen strekken” (Gaudium et spes, 69).

Rentmeesters

Want: “Iemand die een goed in eigendom bezit, is als het ware een rentmeester van de voorzienigheid, die dat goed moet laten renderen en daarin anderen moet laten delen” (Catechismus, 2402).

Wij zijn rentmeesters van de aardse goederen, niet de meesters. “Ja, maar mijn bezit is van mij.” Dat klopt, het is van jou, maar om er rentmeester over te zijn, niet om het egoïstisch voor jezelf te houden.

Gouden regel

Om ervoor te zorgen dat ons bezit vrucht draagt voor de gemeenschap “heeft de burgerlijke overheid het recht en de plicht om, met het oog op het algemeen welzijn, de wettelijke uitoefening van het eigendomsrecht te regelen” (Catechismus, 2406).

“Het beginsel van de onderwerping van privébezit aan de universele bestemming van goederen (…) is ‘een gouden regel’ van maatschappelijk gedrag en het eerste beginsel van iedere ethisch-maatschappelijke orde” (Laudato si’, 93).

Homo economicus

Het bezit en het geld zijn instrumenten die onze missie kunnen dienen, maar we transformeren die gemakkelijk in individuele of collectieve doelen op zich.

Als dat gebeurt worden de essentiële menselijke waarden ondermijnd. De homo sapiens verandert dan in een soort homo economicus, in de dubieuze zin van het woord: individualistisch, berekenend en overheersend.

“We moeten allemaal in actie komen, in de hoop dat we iets anders en beters voortbrengen”

We vergeten dat wij, gecreëerd naar het beeld en gelijkenis van God, sociale, creatieve en solidaire wezens zijn met een enorm vermogen om lief te hebben. Wij vergeten dit vaak.

Wij zijn namelijk de meest coöperatieve schepsels van allemaal en we bloeien op in gemeenschap, zoals je goed kunt zien aan de ervaringen van de heiligen. Er is een Spaans gezegde dat me geïnspireerd heeft tot de voorgaande zin en dat gaat zo: Florecemos en racimo como los santos, ‘wij bloeien op in een groep, zoals de heiligen’.

In actie komen

Wanneer de obsessie om te bezitten en te overheersen miljoenen mensen uitsluit van de basisbehoeften; wanneer de economische ongelijkheid zo groot is dat die het sociale weefsel aantast; en wanneer de afhankelijkheid van onbegrensde materiële vooruitgang ons gemeenschappelijk huis bedreigt, kunnen we niet blijven toekijken. Nee, dat is troosteloos.

We kunnen niet blijven toekijken! Met onze blik gericht op Jezus (vlg. Heb. 12,2) en met de zekerheid dat zijn liefde werkt door de gemeenschap van zijn leerlingen heen, moeten we allemaal in actie komen, in de hoop dat we iets anders en beters voortbrengen. De christelijke hoop geworteld in God is ons anker. Die bevordert ons verlangen om te delen en versterkt onze missie als leerlingen van Christus, die alles met ons gedeeld heeft.

Na de crisis

En dat begrepen de eerste christelijke gemeenschappen, die net als wij in moeilijke tijden leefden. Zich bewust van het feit dat ze één hart en één ziel vormden, maakten ze al hun goederen gemeenschappelijk en getuigden ze zo van de overvloedige genade van Christus (vlg. Hand. 4, 32-35).

Wij beleven een crisis. De pandemie heeft ons allemaal in een crisis gestort. Maar bedenk: uit een crisis kom je nooit precies zoals voorheen: of we komt er beter uit, of slechter. Dat is een keuze die we hebben. Gaan we na de crisis door met dit economische systeem van sociaal onrecht en minachting voor het milieu, de schepping en het gemeenschappelijk huis? Laten we daar over nadenken.

Hoop opwekken

Mogen de christelijke gemeenschappen van de eenentwintigste eeuw deze realiteit van de zorg voor de schepping en de sociale rechtvaardigheid herstellen. Die twee dingen gaan samen en zijn een getuigenis van de Verrijzenis van de Heer.

Als we zorgen voor de goederen die de Schepper ons geeft, als we ons bezit gemeenschappelijk maken, zodat niemand gebrek lijdt, dan kunnen we daadwerkelijk de hoop opwekken dat een gezondere en gelijkwaardigere wereld mogelijk is.

Kinderen in nood

En laten we tot slot aan de kinderen denken. Kijk naar de statistieken: vandaag de dag sterven er kinderen van de honger door een slechte verdeling van de rijkdommen, door een economisch systeem dat ik zojuist geschetst heb.

Er zijn zoveel kinderen die om diezelfde reden geen toegang hebben tot onderwijs. Moge dit beeld van kinderen in nood vanwege de honger en het gebrek aan onderwijs ons helpen om te begrijpen dat we beter uit deze crisis moeten komen. Bedankt. (Vertaling Susanne Kurstjens)