Eeuwenlang kregen ongedoopt gestorven kinderen geen graf in gewijde grond, maar werden ze ‘achter de heg’ weggestopt. In een nieuw boek gaat historicus André van Voorst in op de vaak bizar ogende gebruiken rond deze kinderen.
Lang niet alle fenomenen uit de katholieke geschiedenis verdienen de schoonheidsprijs. Een van de pijnlijkste dieptepunten is waarschijnlijk de manier waarop de Kerk eeuwenlang is omgegaan met kinderen die zijn overleden voor ze de kans kregen om gedoopt te worden, bijvoorbeeld omdat ze in de moederschoot overleden zijn.
Omdat de gewijde grond van kerkhoven niet bestemd was voor ongedoopten, kregen de lichaampjes van deze kinderen meestal een graf net buiten de begraafplaats, ‘achter de heg’ dus. Dat gebeurde ook nog eens zonder enig ceremonieel, soms zelfs heimelijk in de nacht.
Pas in de twintigste eeuw kwam aan deze praktijk een einde, waardoor er nu nog moeders en vaders zijn die zoiets ooit hebben meegemaakt.
Historicus André van Voorst onderzoekt in Achter de heg hoe men in de voorbije eeuwen dacht over en omging met ongedoopt gestorven kinderen. Hij neemt daarin zowel het kerkelijk denken als de dagelijkse praktijk mee.
Zodoende belicht hij het eeuwenlange kerkelijke gesprek over het thema en de (vaak weinig bevredigende) antwoorden die theologen formuleerden op de vraag waar de zieltjes van ongedoopte kinderen thuishoorden. Lange tijd werd bijvoorbeeld het idee van het voorgeborchte, een plek tussen de hemel en de hel in, als mogelijkheid geopperd, zonder dat dat overigens officieel deel van de kerkelijke leer werd.
Ook gaat Van Voorst in op de talloze gebruiken die ontstonden en vaak ook weer verdwenen rond ongedoopte kinderen. Zo beschrijft hij hoe er in vroegere eeuwen Mariabedevaarten werden ondernomen in de hoop dat een kind toch weer tot leven kwam, en hoe er ‘doopspuiten’ werden uitgevonden om een kind dat tijdens de bevalling dreigde te overlijden toch het doopsel te kunnen toedienen.
Een jammerlijk minpunt is dat de auteur door zijn woordkeuzes wel erg vaak zijn afkeurende houding tegenover het denken en handelen van de Kerk binnen dit thema laat doorschemeren. Zijn conclusie dat de Kerk bot, kil, lomp en hardvochtig was, wordt tot op het ergerlijke af voorgekauwd. Als hij wat neutraler was geweest in zijn taalgebruik, had hij meer ruimte voor de lezer gelaten om een eigen visie te ontwikkelen.
In een wereld waarin alles voortdurend verandert en onder druk staat, is katholieke kwaliteitsjournalistiek een uniek en kostbaar goed. Op KN.nl heeft u altijd toegang tot het laatste nieuws uit kerk en samenleving, en vindt u uitgebreide reportages en verhelderende analyses van onze gespecialiseerde redacteuren.
Voor maar € 1,40 per week leest u altijd als eerste al het moois dat KN.nl te bieden heeft, heeft u online onbeperkt toegang tot al onze artikelen én steunt u het voortbestaan van de laatste katholieke krant van Nederland.
Dus geef om katholieke kwaliteitsjournalistiek en word lid van KN Online.