Hij begint al wat bekender te worden, de Italiaanse priester en opvoedingsdeskundige Luigi Giussani (1922-2005). Dat is vooral te danken aan de drie boekuitgaven die de laatste jaren bij uitgeverij Betsaida zijn verschenen. De meest recente daarvan verscheen afgelopen maand en heeft als titel: Waarom de Kerk.
Die drie woorden vormen een vraag zonder vraagteken, opmerkelijk – maar je voelt hier meteen de energie van dit denken: voordat de vraag goed en wel geklonken heeft, begint Giussani met het uiteenzetten van zijn gedachtegoed. En dat doet hij met passie.
Bijvoorbeeld als het gaat om het menselijke in de Kerk: dat staat niet in tegenstelling tot het goddelijke, maar is precies de werkelijkheid waarin God present is. Dat kun je zelfs schandalig vinden, weet Giussani, zoals ook de verschijning van Jezus volgens Paulus als een skandalon werd ervaren.
Met als toppunt van schande “het feit dat niet alleen [Jezus’] identiteit op het eerste gezicht niets mysterieus had – timmerman, zoon van Maria – maar dat zijn menselijke persoonlijkheid een ontstellende beschikbaarheid uitdrukte jegens alle lagen van de bevolking, ook, en zonder enige terughoudendheid, jegens de meest onwaardigen, de meest laakbaren”.
Dat hier iemand aan het woord is die grote verwachtingen heeft van de goddelijke presentie in de Kerk, mag duidelijk zijn – tegelijk windt hij er geen doekjes om dat de Kerk volop aards en menselijk is, zelfs zodanig dat het kan afstoten.
In dit verband spreekt Giussani van het goud dat verborgen ligt in de modder. Dat is geen compliment aan de kerkelijke praktijk. Maar het gaat erom op dat goud gericht te blijven en je niet te laten ontmoedigen door de modder die er ook is.
Centraal in het denken van Giussani staat de menselijke ervaring. Daarin liggen intuïties en ‘evidenties’ verscholen, die je tot herkenning brengen van de goddelijke genade die in Jezus helder voor de dag is gekomen en nu in de Kerk wordt voortgezet. Giussani’s lijn van denken vindt dus zijn slotakkoord bij de Kerk, wat ook al blijkt uit de opbouw van de drie nu verschenen boeken in de reeks ParCours.
Het eerste deel, Het religieuze zintuig, handelt over de ervaringswerkelijkheid van de mens, dus over zijn hart. Deel twee, Aan de basis van de christelijke claim, legt de focus bij het geloof van de apostelen. De Kerk – onderwerp van deel drie – is dan de ontmoetingsruimte waarin de ervaring en de claim van dit geloof tot ‘verificatie’ gebracht worden: ze blijken houdbaar en waar te zijn, in de gemeenschap van bevrijding die de Kerk is.
Luigi Giussani, Waarom de Kerk. Uitg. Betsaida, 355 pagina’s, €15,50, ISBN: 978 94 91991 76 9